48o.
enz. omtrent de Begrooting van te voren schriftelijk moeten worden ingediend.
De Heer C.A.van Gend vraagt in de eerste plaats:
"waarom een boer f.1,25 voor een vastliggende hond en een arbeider f.2,50 moet
betalen"
De Voorzitter zegt,dat deze vraag in de vergadering van Burgemeester en Y/et-
houders is besproken,maar het maakt geen verschil of het een boer of een arbei
der betreft. Beide moeten voor een waakhond f.1,25 betalen.
Aangezien er door de politie geen controle op werd uitgeoefend,heeft de Gemeen
te ontvanger voor ontduiking der belastingen,in twijfelachtige gevallen ook
i f.2,50 laten betalen.
Spreker zegt toe,-dat de contröle verscherpt zal worden,zoodat bij aangifte
van een waakhond,die vast wordt gehouden en losloopend wordt aangetroffen,pro
ces-verbaal zal worden opgemaakt.
De Heer C.A.van Gend vraagt of de arbeiders,die gedwongen werden f.1,25 bij te
betalen,het toen bijbetaalde bedrag zal worden terugbetaald.
De Voorzitter zegt,dat hierover nog nader in de vergadering van Burgemeester
en Wethouders zal worden gesproken.
Vervolgens zegt -de Voorzitter,dat de 2e vraag van den Heer van Gend,omtrent
de terugbetaling van de verhoogde pensioensbijdragen,reeds is beantwoord.
Verder zegt spreker,dat-de heer- C.Maris' voorstelt om de jaarwedde van den
Keuringsveearts met 10 4. 1$% te verlagen.
De Heer J.A.Maris vraagt of de heer C.Maris kan zeggen wat de Keuringsveearts
aan salaris geniet met aftrek van pensioen.
De Heer C.Maris zegt ongeveer f.2000,-.
De Heer J.A.Maris vraagt hoe dat mogelijk is,omdat het minimum salaris f.
2000,- bedraagt en het aantal keuringen niet boven 2000 beloopt
Spreker vraagt of de Keuringaveearts in vergelijking met andere,met dezelfde
capaciteiten nu zooveel meer heeft»
De Heer C.A.van Gend merkt op,dat z.i. niet uit het oog mag worden verloren,
dat de Keuringsveearts een zeer uitgebtdfFkt gebied heeft dat hij per fiets moet
afgaan-
De Heer C.Maris Czn. zegt,dat dit niets te beteekenen heeft.
De Heer J.A.Maris vindt dat het salaris voor zoo iemand niets te hoog is.
De Heer C.Maris merkt op,dat den heer J.A.Maris wel de andere salarissen wil
verlagen en dat van den Keuringsveeartswaarvoor de betrekking van Keurmeester
maar een
Octb.1934.
481.
maar een bijbetrekking is,niet.
De Heer B.Oosters meent,dat dit salaris,gezien hetgeen er voor gedaan moet
wordea niet te hoog is»
De Voorzitter zegt,dat het beter is eerst uit te laten maken,of er in begin
sel iets voor verlaging van deze jaarwedde wordt gevoeld.
Met 4 tegen 3 stemmen wordt besloten niet tot verlaging over te gaan.
Voor stemden de heeren J.L.Maris; C.Dane en C.Maris.
Tegen de heeren C.A.van Gend; J.A.Maris; B.Oosters en J.van Sliedregt.
Verder zegt de Voorzitter,dat de Heer C.Maris vraagt of de afheining tusschen
het postkantoor en de speelplaats der O.L.School niet voor de helft op de onder
houdskosten van de 0«L.School kunnen worden gebracht en er ook geen nieuwe boe
ken worden-aangeschaft voor de nieuwe schrijfmethode.
Spreker zegt,dat de Bijzondere scholen er belang bij hebben,dat de exploita
tiekosten van de 0-L.School zoo hoog mogelijk worden.opgevoerd,omdat de Bijz
Scholen in verhouding daarvan uitkeering per leerling ontvangen.
Burgemeester en Wethouders meenen,dat dit meer de interne aangelegenheden der
school betreft en daar niet willen intreden.
De Heer J.L».Maris merkt op,dat het gebruikelijk is,dat aan den kant waar de
palen staan,die ook de kosten moet betalen.
De Voorzitter merkt op,dat in het kort gezegd Burgemeester en Wethouders niet
veel hiervoor voelen en stelt daarom voor,dit voorstel in stemming te zullen
brengen
Met 2 tegen 3 stemmen wordt dit yoorstel aangenomen.
Voor stemden de heeren J.A.Maris; B.Oosters en J.van Sliedregt.
Tegen de heeren J-L.Maris en C.Maris,terwijl de heeren C.A.van Gend en C.
Dane blanco (itemden.
De Heer J.L.Maris zegt,dat het niet in orde is,want de palen wijzen het uit.
De Heer C.Maris vraagt of er dan toch nieuwe boeken worden aangeschaft.
De Heer C.Dane zegt,dat dit beter in overleg met den Inspecteur van het Lager
Onderwijs kan worden-behandeld.
De Voorzitter zegt,dat dit goed is^wanneer de heeren hiermede accoord kunnen
gaan.
Waar niemand hiertegen bezwaren uit zegt spreker te moeten concludeeren,dat
dit dan goed i§
De Heer J.A.Maris zegt dat hij gelezen heeft,dat de oude boeken toch behouden
kunnen