1
If 1935
I 25 Octb.1934.
476.
25 Octb.1934.
47.7
wanneer hij de notulen gehoord had,zou hij wel tot andere gedachten zijn ge
Raad,dat er iets in staat dat niet in orde is,dan kan dit naar voren worden
komen. Waar het verslag in de Westhoek ook niet juist was weergegeven,kan spre
gebracht
ker begrijpen,dat de Visser het er niet mee eens was.
De Heer B.Costers zegt deze regeling onbillijk te vinden,daar hierdoor in
De Visser zegt,dat spreker ook nog een voordeeltje in zijn zak heeft laten
deze Gemeente slechts een persoon wordt getroffen. Is de verhoogde aftrek om
glijden en dit is hem niet duidelijk,want spreker heeft het spui'Sn aangenomen
cumulatie tegen te gaan,dan moeten ze zeggen "ik duld geen cumulatie"maar het
en aan een ander uitbesteed. Het is z.i.heel gewoon,dat men dan tracht dit zoo
niet onmogelijk maken door de menschen zoo te bekorten. Spreker is er vast van
voordeelig mogelijk uit te besteden. Of de Visser nu dit een voordeeltje noemt,
overtuigd,dat alle energie van iemand,die de lust en capaciteiten heeft om
zou hij graag willen weten.
voor meer menschen werk te verzetten,wordt gedood.
De Voorzitter zegt,dat dit de Visser natuurlijk bedoelt.
De Heer J.A.Maris zegt het hiermede niet geheel eens te zijn. Spreker be
De Heer B.Oosters zegt,dat de Visser zich anders op een minderwaardig manier
schouwt,dat Gedeputeerde Staten deze vragen voor een groot gedeelte doen in
hierover uitlaat.
verband met de zeer-slechte tijdsomstandigheden. Wanneer wij aroor een behoor
De Voorzitter zegt,dat de Heer Oosters dit niet zoo op moet vatten-
lijke verlaging zijn,dan moeten wij dit Gedeputeerde Staten kenbaar maken,want
De Heer B.Costers zegt,dat de zaak dan anders wordt,maar anders moet hij te
wanneer het College van Gedeputeerde Staten al die verlangens ziet,dan zullen
gen een dergelijke uitlating ten sterkste protesteeren.
zij- zeggen,wij moeten er al of niet toe overgaan. Spreker vindt dat in ieder
De Heer J.L.Maris zegt toch wel eens een eind aan deze zaak te willen hebben.
1 geval de verlaging behoorlijk passend moet zijn. 1
De Voorzitter zegt,dat toch al is aangenomen om het niet meer vanwege de ge
Wat -de cumulatie betreft is spreker het maar gedeeltelijk met de vorige spre- 1
meente te laten doen en stelt dan ook voor,het schrijven van de Visser voor
kers eensSpreker juicht het toe,dat er menschen zijn,die inplaats van den
kennisgeving aan te nemen.
vrijSn tijd met genoegens zoek te brengen,wat trachten bij te verdienen door
Zonder hoofdelijke stemming wordt hiertoe besloten.
meer dan een betrekking tegelijk te vervullen,maar de toestand wordt nu anders,
De Heer J.A.Maris zegt dus de zaak goed te begrijpen n.l.,dat er niet meer
doordat men overal geld te kort komt en daarvoor moet er bezuinigd worden,
vanwege de gemeente wordt gevlagd en gebeld
J Menschen,die nu zonder -iets rond loopen en van Hoogerhand op de een of andere
I
Begrootingen
De Voorzitter, stelt hierna aan de orde de vaststelling der Begrooting voor
wijze geholpen dienen te worden,kunnen met de betrekkingen die thans door een
het dienstjaar 1935*
persoon worden bekleed,soms met een van die betrekkingen ook een bestaan hebben. 1
Spreker zegt eenige op de Begrooting betrekking hebbende stukken vooraf te
De Heer B-Oosters zegt,dat wij allen minder moeten en daar is niets tegen,
zullen behandelen.
maar het treft hier slechts een persoon.
In de eerste plaats doet de Voorzitter mededeeling van het ontwerp besluit
De Voorzitter zegt,dat de Heer Oosters dit niet uit een persoonlijk- maar uit 4!
van Heeren Gedeputeerde Staten tot herziening der jaarwedden van Burgemeesters;
een zakelijk oogpunt moet beschouwen.
Secretarissen en Ontvangers in Noordbrabant.
Spreker zegt,dat Burgemeester en Wethouders er voor zijn,dat omtrent deze
De Heer B.Oesters vraagt,wat deze bescheiden feitelijk te beteekenen hebben.
jaarwedderegeling ook naar uniformiteit wordt gestreefd,maar door aftrek van
Mogen wij als Raad hieromtrent werkelijk een woordj.e meespreken,of wordt van
een dergelijk percentage wordt er een scheeve verhouding verkregen.
Hoogerhand het advies- gevraagd omdat het bij de wet is voorgeschreven,terwijl
Spreker vraagt of de heeren er zich mee kunnen vereenigen,dat in het advies
pi j; er toch geen kennis van zal worden genomen.
op uniforme regeling wordt aangedrongen en dat de voorgestelde aftrek veel te
De Voorzitter zegt,dat de jaarwedden van Burgemeesters; Secretarissen en Ont
zwaar is.
vangers uit de gemeentekas worden betaald en waar de Raad de koorden van de
De Heer C.Dane zegt in het algemeen geen voorstander van combinaties te zijn, 1
beurs in handen heeft,wordt dit College dan ook zijn advies gevraagd. Meent de
maar volgens spreker moet er verschil worden gemaakt tusschen stad en platteland- 19
Raad
Spreker