III
H
1
28 Aug.1934
458'.
De Heer Vogel zegt,dat de provincie niet voor betonstraten is.
De Heer J.A.Maris zegt,dat hij uit de redeneeringen niet anders-nxe<t^w±«wss
kan begrijpen,dat,ondaiks het feit,dat deze zaak in de vori'gPop^eer£aanne-
melijke voorwaarden is besproken,alles nu weer veranderd.
Spreker heeft dan ook z.i.niet zoo gek in de vorige vergadering geredeneerd
n.l.om voor zijn stem aan het plan te geven,eerst een uitgewerkt plan met
definitieve cijfers te verlangen.
Waar volgens spreker de toestand veranderd,is hij van meening,dat het vorige
besluit niet meer gehandhaafd kan blijven en de zaak weer van vorenaf aan
behandeld moet worden.
De Voorzitter zegt,dat het besluit wel gehandhaafd kan blijven en van den
Heer Vogel zullen wij de veranderingen wel hooren.
De Heer J.A.Maris vraagt of hij gelijk heeft gehad of niet.
De Voorzitter zegt,dat het daar niet over gaat.
De Heer Vogel zegt in de vorige vergadering van den Raad gezegd te hebben,
dat de kosten ten volle aan-de Gemeente zouden worden terugbetaald. Spreker
heeft nadien op de Griffie nog eens nader geinformeerd en gevraagd,te zeggen
op welk bedrag de gemeente v£st kon rekenen. Deze-bevestiging kon faam niet
worden gegeven,omreden de uitkeeringen afhangen van de uitkeeringen van het
Rijk aan de Provincie,maar het minimum bedrag zal f.1200,- per jaar en per
Kilometer bedragen en het maximum f.2000,-.
Hieruit blijkt,dat spreker gezien de begrootingscijfers,de vorige vergade
ring te royaal heeft gesproken. Spreker meent,dat omtrent het te besteden be
drag, de minimum uitkeering,tot grondslag moet worden genomen.
De uitkeering wordt geringer zegt spreker als de provincie alle wegen klaar
heeft,dus het is zaak,dat wanneer de gemeente nog van de gelegenheid wil pro-
fiteeren,er mee opschiet. Al wordt maar een gedeelte vernieuwd,toch wordt dit
over de volle lengte berekend.
De Heer J.A.Maris vraagt of wij voor de geheels- lengte toch uitkeering ont
vangen al wordt er oo-k maar een gedeelte van vernieuwd.
De Heer Vogel beantwoordt deze vraag bevestigend. Spreker merkt op,dat de
Voorstraat een ongunstige straat is,omdat er 2 zijden zijn en er maar 1 zijde
berekend wordt. De Gemeente mag zich echter ook wel een offertje voor behoor
lijke straten getroosten. De straten voorkomende op het Provinciaal wegenplan
verkeeren in een bevoorrechte positie,want het Rijk vergoed zelfs voor straten
in bebouwde
28 Aug.1934.
in bebouwde kommen niets.
De Heer J.A.Maris meent,dat alle heeren met hem het meest benieuwd zijn,wat
wij krijgen en wat wij zelf moeten betalen. De Provincie kan niet precies
zeggen,wat wij krijgen,maar gezien Uw bevindingen hieromtrent,zal U misschien
toch wel ongeveer op kunnen geven,wat de Gemeente zal terugontvangen en zelf
zal moeten betalen.
De Heer Vogel zegt,dat hij reeds heeft opgegeven,dat dit zal varieeren van
f.1200,?- tot f.2000,- per K.M. en per jaar.
De Gemeente zal dus aan de straat met een minimum uitkeering van f.1200,-
aan de straat in totaal ten koste kunnen leggen f.12000,-.
De gemeente zal dus,aldus spreker alleen de rente maar vergoed krijgen.
De Heer J.A.Maris vraagt of de Heer Vogel van meening is,dat voor dit bedrag
de straat goed in orde kan worden gemaakt
De Heer Vogel zegt,dat met dit bedrag de Landpoortstraat en Kade met Koper- jl
slakkei'én in orde gebracht kunnen worden.
De Heer J.A.Maris zegt,dat dit de gemeente dan geen geld kost.
De Heer Vogel merkt op,dat de gemeente dan alleen de rente terugbetaald
krijttt maar geen aflossing. 1
De Heer J.A.Maris vraagt hoelang de gemeente deze rente vergoed krijgt.
De Heer Vogel zegt,eeuwigdurend.
De Heer J.A.Maris vraagt of de Provincie het tegen 5/£ blijft terugbetalen.
De Heer Vogel zegt,dat de gemeente eeuwigdurend f.600,- terug krijgt,maar
aflossing is van de uitkeering niet mogelijk.
-
De Heer J.A.Maris vraagt of het niet mogelijk is,dat de gemeente dit via
U van den Bosch zwart op wit krijgt.
De Heer Vogel zegt,dat dit niet gedaan kan worden,omdat de Provincie van
het Rijk afhankelijk is.
De Heer J.A.Maris vraagt of het niet mogelijk as,dat de gemeente de kosten
ineens terug krijgt.
De Heer Vogel zegt,dat dat niet mogelijk is.
De Heer J.A.Maris merkt op,dat de gemeente dan altijd toch nog wel eenige
risico houdt.
De Heer Vogel zegt,dat dit ook de Provincie doet. De Gemeenten verkeeren
thans in een zeer bevoorrechte positie,want vroeger kregen ze niets.
De Heer J.A.Maris vraagt of de Heer Vogel deze inlichtingen geeft namens
de Provincie.
De Heer Vogel