28 Aug.1934.
Ingekomen stuk
ken.
Dokter®kwestie.
454.
Voor kennisgeving worden aangenomen:
1. een tweetal besluiten tot wijziging der Gemeente B9grooting resp.dienst-
jaar 1933 èn 1934,beide voorzien van het bewijs van goedkeuring door Gede
puteerde Statenj
2. een door Gedeputeerde Staten goedgekeurd besluit tot wijziging van de geld-
leeningsovereenkomst met het Rijk aangegaan als aandeelhoudster in de N.V.
Waterleiding My."Noord West Brabant" te Oudenbosch en wel met betrekking
tot verlaging van het rentetype en
3« een dankbetuiging van H.M.de Koningin voor de betuigde deelneming bij gele
genheid van het overlijden van Zijne Koninklijke Hoogheid den Prins der
Nederlanden.
De Voorzitter leest hierop eén door Gedeputeerde Staten in afschrift toe
gezonden K.B.van 25 Juli 1934,No.24 voor, inhoudende een aanmaning om binnen
een termijn van 3 maanden het Arbeidsovereenkomstenbesluit van 29 Augustus
1933 overeenkomstig het door Gedeputeerde Staten kenbaar gemaakte verlangen
te wijzigen,dat de mogelijkheid om den met de genees- en verloskundige armen-
practijk belasten geneesheer en de vroedvrouw op arbeidsovereenkomst naar
burgerlijk recht in dienst te nemen,zal komen te vervallen.
De Heer J.A.Maris vraagt of men nu weer teruggaat naar het Ambtenarenregle
ment en of Hoogerhand dat wil gewijzigd hebben.
De Voorzitter ze£t,dat het Arbeidsovereenkomstenbesluit met betrekking tot
den Gemeente-geneesheer gewijzigd dient te worden.
De Heer J.A.Maris vraagt of het College van Burgemeester en Wethouders zich
reeds op de, hoogte hebben gesteld of aanstelling van een Gemeente-geneesheer
op arbeidsovereenkomst al dan niet geoorloofd is.
De Voorzitter zegt,dat deze zaak al zoo dikwijls ter sprake is geweest en
duw als voldoende bekend mag worden beschouwd. Wij hebben zelfs het advies
van de vereeniging van Nederlandsche Ggmeenten nog gevraagd.
De Heer J.A.Maris zegt,dat hij dit niet vraagt,maar of Burgemeester en Wet
houders zich op de hoogte hebben gesteld of het Ambtenarenreglement in orde is.
De Voorzitter zegt,dat het alleszins duidelijk is,dat de Raad de GQmaente-
geneesheer niet op arbeidsovereenkomst aan moet stellen,maar als gemeente
ambtenaar.
De Heer J»A.Maris meent,dat aanstelling op arbeidscontract wdl mag. Spreker
heeft het ontwerp door een deskundige laten opmaken en dat is dan ook geschied
met inachtneming van de desbetreffende bepalingen, van de Armenwet. Spreker
vraagt
455.
vraagt hoe het anders op andere plaatsen wel toegelaten zou worden. Gedepu
teerde Staten schrijven het ook niet gebiedend voor,maar spreken alleen de
wenschelijkheid maar uit.
De Voorzittervraagt of de Raad er iets voor voelt het genomen besluit te
wijzigen.
De Heer J.A.Maris zegt voor te stellen het genomen besluit te handhaven.
De Voorzitter zegt,dat het wel anders uit zal komen en dan zal het misschien
wel een harde les zijn.
Spreker zegt van zijn standpunt te moeten aeiviseeren,aan den wensch van de
Regering gevolg te geven.
De Heer J.A.Maris merkt op,dat hetgeen U zoo sterk naar voren brengt,nog
geen voldongen feit is.
De Voorzitter zegt,dat de redeneeringen van den Heer J.A.Maris niets zeggen.
De Heer J.A.Maris meent van net zoo veel als de woorden van den Voorzitter.
De Voorzitter zegt van wel,want de Heer J.A.Maris heeft geen enkel schrift
uur.
De Heer C.A.van Gend vraagt of het voor de Gemeente nu wel zoo veel versOhil
uitmaakt.
De Voorzitter zegt,dat bij aanstelling op arbeidscontract wat losser is.
De Heer C.A.van Gend vraagt of het dan niet beter is dat wij aan het ver
langen van hooger hand voldoen,want wij hebben immers al zoo dikwijls ons
neus gestooten.
De Heer B.Oosters zegt,dat het absoluut onnoodig is om den dokter als ambte
naar aan te stellen. Spreker meent,dat wij met de aanstelling al« ambtenaar
de laatste keer al genoeg ervaring op hebben gedaan»
De Heer J.A.Maris zegt te veronderstellen,dat de Heer van Gend de zaak toch
hog niet goed duidelijk is»
De Voorzitter zegt,dat de zaak thans ook weer voldoende besproken is en bij
stemming zal laten uitmaken of wij aan de aanmaning van de Regeering gevolg
zullen geven of niet.
Met 6 tegen 1 stem wordt besloten het genomen besluit te handhaven.
Voor steraden de Heeren J.L.Maris; C.Dane Gzn.jC.Maris Czn; J.A.Maris; J.van
Sliedregt en B.Oosters.
^egen de Heer C.A.van Gend.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten de BQgrooting der Gemeente voor
het dienstjaar 1934 met betrekking tot de posten werkverschaffing overeenkom-
stig het