h 366. 1 Februari 1933 1 O0 Heer B.Oosters merkt op,dat waar en bloc besl'ótëh ïs'dibn man f.150,- te ge-ven,het onbillijk zou zijn,nu ven Hoogerhand bezwaren tegen de uitbe- taling wordt gemaakt,hem de dupe te laten worden. Ons besluit moet meer waard zijn dan f.150,-. Keuren ze het van Hoogerhand nooit goed,dan was spreker er voor om onder- iling de f.150,- uit te betalen. Mijn stem is meer waard dan f.150,- aldus spreker en ik blijf er bij,dat JLukas de f.150,- moet hebben. De Voorzitter begrijpt heel goed,dat de Raad dit bedrag aan Lukas graag wil betalen,maar het mag niet. We kunnen overeenkomstig het voorstel van den Heer van Gend ons nog wel eens tot de Kroon wenden,daar is volgens spreker niets tegen. De Heer C.Maris kan zich met het voorstel van den Heer ven Gend volkomen vereenigen en merkt op,dat de niet goedkeuring van het werk door den polder, buiten de Gemeente omgaat. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten nog eens naar de Kroon te schrijven. Brandstoffen- toeslag verk- loozen. De Voorzitter deelt mede,dat verschillende organisaties hebben gevraagd, om aan alle werkloozen,die in de werkverschaffing zijn geplaatst,of uit de Jwerkloozenkas trekken,een brandstoffentoeslag van f.1,- te geven. Aan hen,die reeds in de werkverschaffing zijn geplaatst hebben Burgemees- jter en Wethouders in afwachting van de goedkeuring vsn den Raad,reeds in jnavolging van andere gemeenten een toeslag ven f.1,- per week gegeven. De Heer J.A.Maris vraagt of dit alleen geld-voor de periode als het vrie zend weer is. De Voorzitter ontkent dit en zegt,dat de|ji toeslag wordt gegeven over de periode door den Minister bepaalt- De Heer J.A .Maris vraagt of de werkloozen dus behalve de verdiensten in de werkverschaffing,ook nog dezen toeslag krijgen. Spreker vraagt,of dit nu ook op onzen weg ligt,omreden er behalve zij,die in de werkverschaffing werken,nog zooveel andere menschen zijn,die het even hard noodig hebben. Spreker vraagt zich af of dezejar toeslag dan nog moet worden ge ge ven, temeer nog waar er ook nog zoovelen zijn,die buiten den steun vallen en ook geen toeslag krijgen. De Voorzitter 367. 1 Februari 1933* De Voorzitter merkt op,dat Willemstad er moeilijk buiten kan,omreden de omliggende gemeenten het ook geven aan de werkloozen,die in dezelfde werk verschaffing werken. We willen de menschen zooveel mogelijk helpen,doch er zijn grenzen. Nu hebben ze het gevraagd voor alle werkloozen,doch dat is gezien den financieelen toestand der Gemeente niet mogelijk. Bovendien mag het ook niet van den Minister. De Heer J.A.Maris zegt,dat we niets met de omliggende gemeenten hebben uit te staan. Spreker vraagt of het verleenen van toeslag niet meer op den weg ligt van de Diaconie of Burgerlijk Armbestuur. Deze lichamen kunnen het beter beoordeelen dan wij Ze zouden dan ook na kunnen gaan,of er nog zijn,die niet in de werkver schaffing kunnen worden geplaatst en het toch hard te verantwoorden hebben. Spreker zou het dan ook langs een anderen weg willen laten geven. De Voorzitter merkt op,dat de Gemeente over dergelijke zaken niet kan zeggen hoe zjj het beter vindt. We hebben rekening te houden met de voor schriften enzvan Hoogerhand. De Heer C.A.van Gend kan zich niet met de redeneeringen van den Heer J.A.Maris vereenigen,want de menschen,die niet in de werkverschaffing worden geplaatst behoeven ook geen toeslag,zij die in betere conditie ver- keeren vallen alleen maar buiten de termen voor plaatsing. Zij die geplaatst zijn hebben het toch al niet te best. Spreker zou dan ook niet f.1,-,doch f.1,^0 toeslag willen geven. De Heer J.A,.Maris merkt den Heer van Gend op,dat hij zijn redeneering niet goed heeft begrepen en vraagt den Voorzitter dit nog even duidelijk te mogen maken. De Voorzitter acht dit punt thans genoeg besproken en vraagt of de heeren j goed kunnen vinden,dat aan de tewerkgestelden in de werkverschaffing een brandstoffentoeslag van f.1,- wordt gegeven. Zonder hoofdelijke stemming wordt hiertoe besloten. Maken tegels De Voorzitter deelt mede,dat aan het Rijk subsidie gevraagd is voor het door werkloozen. stampen van tegels en het leggen van trottoirs in de Landpoortstraat door werkloozen,die niet in de werkverschaffing kunnen worden geplaatst. De Minister juicht toe,dat een dergelijk werk wordt opgezocht,maar kan geen

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1933 | | pagina 4