18 Decb.1933* 430. onzen zin te wijzigen,maar de verordening wordt ons weer zoo voorgelegd. Decb.1933- Spreker zegt van meening te zijn,dat de oude Verordening voor deze gemeents nog goed is. Bovendien hebben wij volgens art.12 der Woningwet nog 3 jaar tijd om de zaak te regelen. Schieten wij in onze plichten te kort,dan zullen Heeren Gedeputeerde Staten .ons wel een wenk geven. De Voorzitter merkt op,dat de Woningwet minimum eischen stelt.De tijdsom standigheden verlangen dat deze eischen nader worden geregeld. Bovendien hebben wij geen 3 jaar tijd om de verordening te herzien,want 19 Augustus 1933 is de tijd al verstreken geweest. De Heer «T.A.Mari3 zou dan Gedeputeerde Staten willen mededeelen,dat de bestaande Bouwverordening voor onze gemeente nog goed is. De Voorzitter zegt,dat Gedeputeerde Staten hierin ook nog wel een woordje hebben mee te spreken,maar vindt het goed als wij de vaststelling nog wat aan willen houden. Spreker zegt dan ook bij stemming te zullen laten uitmaken of de verorde ning al dan niet moet worden vastgesteld. Met 5 tegen 2 stemmen wordt besloten de verordening niet overeenkomstig het ontwerp vast te stellen. Voor stemden de heeren: C.Maris en C.Dane^ Tegen de overige leden. RONDVRAAG. De Heer J.A.Maris zegt,dat daar straks hem het woord geweigerd werd en daarom wil spreker de rondvraag te baat nemen om het een en ander nog naar voren te brengen. In de vorige vergadering heeft de Voorzitter da Gemeente-Architect als minderwaardig gekwalificeerd. Dit was voor .spre&e£ .zeer onaangenaam,omreden hij nu al 12 jaar voor de gemeente heeft gewerkt,zonder dat spreker eenige op- of aanmerkingen hoeft gehoord. Ja,volgens spreker heeft hij wel blijken van bekwaamheid afgelegd n.l*ten opzichte van de brug over de gracht. Hij heeft van te voren toch immers gezegd,dat het niet goed zou uitkomen De tegel3 zijn door hem ook afgekeurd. Nimmer heeft hij dus bewijzen afge legd er geen verstand van te hebben. Integendeel zienswijze kwamen altijd uit. De Voorzitter zegt wel,dat hij timmerman is en daarom geen ver stand van betonwerk heeft,maar spreker wil nog even opmerken,dat de vorige architect metselaar was en dus zou volgens de r^denearingen van den Voorzit^ ter ook geen 431. t ter ook geen verstand kunnen hebben van timmerwerk. Hat tegendeel is echter steeds bewezen. Het spijt spreker,dat de Voorzitter dergelijke uitdrukkingen heeft gedaan en iedereen zal het met spreker eens zijn,dat deze redenec-ringen den architect zeer onaangenaam moeten aandoen. De Voorzitter zegt niet van plan te zijn hierop verder in te gaan,maar voor den tegenwoordigen modernen wegenbouw moet men deskundigen hebben. Spreker durft voor deze zaak niet met den Gemeente-Architect in zee te gaan en laat de persoon buiten beschouwing. De Heer J.A.Mari3 zegt,dat de Voorzitter persoonlijk is. De Heer J.van Sliedregt vraagt,wie het middenpad op de Voorstraat zoo heeft uitgevoerd De Voorzitter zegt,dat dit door den aannemer is gebeurd. De Heer B.Oosters zegt,dat de architect deze straat toch heeft ontworpen en alles onder zijn leiding is uitgevoerd. De Voorzitter zegt,dat voor deze werken nog wat meer gevraagd wordt- De Heer J.A.Maris zegt,dat hij graag had,dat de Voorzitter de kwalificatie over den Gemeente-Architect terugnam. De Heer B.Oosters vraagt of op het plan voor de Landpoortstraat,door den Gemeente-Architect ontworpen,van Hoogerhand ook aanmerkingen zijn gemaakt Spreker zou graag willen weten waarom de Architect gepasseerd wordt. De Voorzitter zegt,dat met de aanwezigheid van den Architect toch rekening zal worden gehouden en de Raad heeft zich toch immers ook voor een anderen deskundigen uitgesproken. De Heer B.Oosters merkt op,dat de tramrails op de Kade ook weer gevaarlijk boven het wegvlak uitsteekt. Spreker zegt,dat wij het zelf zullen moeten laten veranderen,omdat de Tramweg Mij.het niet doet- De Heer C»A.van Gend vraagt nog eenige inlichtingen omtrent de werkgelegen heid voor de werkloozen,welke door den Voorzitter worden verstrekt. Hierop niets meer aan de orde zijnde en niemand meer het woord verlangende, sluit de Voorzitter de vergadering met den wensch uit te spreken,voor een vrolijk Kerstfeest en een zalig Nieuwjaar. De Voorzitter, ecre-oarxs

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1933 | | pagina 36