13 Decb.1933-
424.
13 Decb,1933-
De Voorzitter zegt,dat er mat den gemeenta-architect niets van komt.
De Heer J.A.Maris stelt voor het plan door den- gemeente-architect te latei
opmaken.
De Heer J.van Slideragt vraagt of het niet mogelijk is het plan door den
architect en den deskundige die Burgameestor en Wethouders op hat oog hebben
te latan opmaken.
De Voorzitter meent,dat de zaak dan weer niet verder zal komen.
De Heer B.Oosters zegt,dat Burgemeester en Wethouders een antipathie tegenl
den gemeente-architect hebben.
De Heer J»A.Mari3 vraagt,welke positieve gronden Burgemeester en Wethouder!
hebben om te zeggen,dat de gemeente-architect niet terzake kun&üg is.
De Voorzitter zegt,dat de Raad gerust kan besluiten da architect het werk
te laten uitvoeten.
De Heer B.Oosters zegt,dat de architect het plan goed kan opmaken,als maar
gezegd wordt,welke straten Wij willen hebben. -
De Voorzitter zegt,dat dan niets van het stratenplan terecht komt.
De Heer B.Oosters vraagt waarom t
De Heer J.A.Maris vraagt waarom de architect niet bekwaam is voor dat werkj
Spreker zou graag hieromtrent nader worden ingelicht.
De Voorzitter zegt,dat de architect timmerman is en dus geen deskundige
van straten.
De Heer J.L.Maris zegt,dat er een afgerond plan moet zijn alvorens wij aan
de werkzaamheden kunnen laten beginnen.
De Voorzitter zegt,dat de leiding in deskundige handen moet berusten.
Het is de bedoeling van Burgemeester en Wethouders niet om den architect Destructie van
vee en vleesch.
uit te schakelen,want wij kunnen er bij het opdracht geven voor het maken
van het plan de toezegging wel bij doen,dat de architect zooveel mogelijk
wordt ingeschakeld.
De Heer J.A.Maris zegt,dat de architect no.een-moet zijn.
De Voorzitter zegt,dat dit volgens de theorie wel zoo zou hooren,maar de
practijk wijst het anders uit.
De Heer J.L.Maris zegt,dat den Heer Vogel,Technisch Ambtenaar bij den prov
Waterstaat,met alle eischen voor de wegen in de traverse opgenomen,op de
hoogte is.
De Heer B.Oosters zegt,dat de architect toch van de andere wegen en stratet
niet in de traverse opgenomen,toch wel een plan kan opmaken.
.De Voorzitter
425
De Voorzitter zegt,dat wanneer een deskundige een plan voor de traverse op
moet maken,hij het ook voor de zijwegen erbij moet doen.omdat het een met
het ander in verband staat.
De Heer J.A.Maris meent,dat aan de wegen buiten de traverse gelegen toch
niet zulke eischen worden gesteld en die kunnen wij toch op een eenvoudige
manier onderhanden nemen.
De Heer C.Maris vraagt of er niet met de traverse begonnen moet worden.
De Heer B.Oosters stelt voor den architect het ontwerpen van een stratenplan
gelegen buiten die der traverse op te dragen.
De Heer J.A.Maria zegt dit voorstel ta ondersteunen.
De Heer J.van Sïiedregt zegt,waar den Heer B.Oosters ter zake kundig is,
deze eerder te geloven dan Burgemeester en Wethouders,die er heelemaal geen
kennis van hebben.
De Voorzitter zegt,dat er nog meer deskundige^ zijn.
De Heer J.van siiedregt zegt,dat de architect met eventueels moeilijkheden
best naar den Heer Vogel zal kunnen gaan.
De Voorzitter vraagt,wat de Raad nu wenscht,teneinde dit den Heer Vogel te
kunnen mededeelen.
De Heer J.van Siiedregt zegt,dat de architect zich maar voor het ontwerpen
van het plan in verbinding moet stellen met den Heer Vogel.
Na eenige discussies wordt het voorstel van Burgemeester en Wethouders in
stemming gebracht,waarover de stemmen wegens onvoltalligheid staken.
Voor stemden de heeren: G.Maris Czn.j C.Dane Gzn.;en J.L.Maris Lzn.
Tegen de Heeren: J.A.Maris; B.Oosters en J.van Siiedregt.
Vervolgens wordt met algemeens stemmen besloten met de Ned.Chr.Boerenbond
een contract aan te gaan,betreffende de destructie van vee en vleesch enz.
RONDVRAAG.
De Voorzitter deelt mede,dat in de e-v.vergadering de vaststelling van de
Bouwverordening aan de orde zal komen.
Waar van het model niet mag worden afgeweken en voor het geval er heeren
zijn,die zich met sommige punten niet kunnen vereenigen,moeten dan maar
amendementen indienen.
De Heer J.A.Maria vraagt of er al antwoord is ontvangen op het aan het
Gemeente Bestuur van Fijnaart gericht schrijven over de jaarwedde van den
Keuringsveearts en of de verlaging der jaarwedde van de Ambtenaren van den
Burgerlijken