13 Dacb.1933 Restauratie Gam: huis. Herbenoeming lid Burg» Armbest s 420. Da Voorzitter zegt,dat hat er nu om gaat,of «ij da oorspronkelijke toastan$-3 Oacb.1933* willan handhaven. De Haar J.A.Mari3 merkt op,dat in het schrijven van Gedeputeerde Staten niet gezegd wordt,dat aanstelling op arbeidscontract niet mogelijk is,maar dat bezwaren bestaan tegen het ingezonden contract. i De Voorzitter stelt voor dit contract eerst maar in te zenden en af te wachten alvorens er nog drukte over de overige aanmerkingen van den Inspec teur wordt gemaakt. Zonder hoofdelijke stemming wordt hiertoe besloten. De Voorzitter deelt mede,dat van van Pruisen,als leverancier van het zand- steenwerk voor de gerestaureerde secretarieramen aan den Raad heeft geschre ven over de uitbetaling van de hem toekomende gelden,maar waar hij in dienst van den aannemer was,hebben wij niets met ham te maken- Hij heeft ook al eens aan Burgemeester en Wethouders geschreven en toen is hem dat ook medegedeeld. Nu heeft hij aan den Raad geschreven,maar wij kunnen veilig dit adres voor kennisgeving aannemen. De Heer J.A.Maris vraagt van wie van Pruisen de orders heeft gehad. Herbenoeming lid CommJtot wering De Voorzitter zegt,dat dit niets ter sake doet,want hij is niet in onzen ivan schoolverz en leden Comm: dienst geweest. Toezicht trager Onderwijs. De Heer B.Oosters merkt op,dat de aannemers alleen van den opzichter opge geven gekregen hebben,hoeveel zij voor het zandsteen moesten uittrekken,dus de metselaar heeft niets met van Pruisen te maken. De Voorzitter meent beter te doen,de zaak maar op zijn beloop te laten De Heer B.Oosters zegt,dat de gemeente het verschil zal moeten betalen. De Voorzitter stelt voor om dan bij stemming uit te laten maken of de meerdere kosten betaald moeten worden of niet. Reiskosten C. Rietmulder be- De Heer J.van Sliedregt vraagt of de architect de zandsteenhouder in het zoeken Lyceum, werk heeft gesteld. De Voorzitter zegt,dat de Rooij door het Rijk is aangewezen en die heeft tferkverschaf fing. dan ook de zaak uitgevoerd. De Heer J.A.Maris vraagt of de Voorzitter dan het standpunt van het Rijk in deze kwestie bekend is. De Voorzitter zegt hiermede niets te maken te hebben. De Heer J.A.Maria veronderstelt, dat waar ha-t Rijk hier opdracht heeft ge geven, zij de meerdere kosten ook wel zal betalen. De Voorzitter |0.D.Mari3 tege moetkoming art; 13 L.O.Wat. 421. De Voorzitter zegt,dat dit practisch weinig beteekent,want de architect is voor de uitvoering verantwoordelijk. Da Heer J.A.Maris zegt,dat volgens mededeeling van den Voorzitter,het Rijk de werkgeefster is en de architect uitvoerder,maar als spreker het schrijven van van Pruisen leest,iw er iet3 bijzonders bij. De Voorzitter zegt,dat er absoluut niets bijzonders bij zit. De Heer J.A.Maris stelt voor om dit schrijven dan maar om advies te zenden naar Monumentenzorg. De Heer J.L.Maris zegt het met de redeneeringen van den Heer J.A»Maris niet eens te zijn. De Voorzitter vraagt of da overige heeren zich met het voorstel van den Heer J.A.Maris kunnen veraenigen,waartoe dan ook zonder hoofdelijke stemming wordt besloten. De Heer P.A.Timmers wordt met meerderheid van stammen herkozen als lid van het Burgerlijk Armbestuur,wegens zijn periodieke aftreding op 1 Januari a;s; Een stam werd blanco uitgebracht. Tot lid van de Commissie van Toezicht op het Lager onderwijs wordt wegens periodieke aftreding op 1 Januari a.s.van den Heer J.Koekkoek,wordt deze met algemeene stemmen herkozen,evenals de op 1 Januari a.s. aftredende leden der Commissie tot wering van schoolverzuim,zijnde de heeren J.C.de Bruin;C.Dane Kzn; j.p.Straver;S.van dar Meer en J.van Sliedregt. Besloten wordt de heer O.D.Maris,alhier voor een leerplichtig kind,dat de U.L.O.School te Zevenbergen bezoekt,overeenkomstig art:13 der L.O.Wet 1920 een vergoeding per maand te geven van de helft der vervoerkosten per autobus tot een maximum bedrag van f»5i-« Op het verzoek van den Heer C.Rietmulder alhier,om een bijdrage in de ver voerkosten verbonden aan het bezoeken van zijn 3 kinderen van het Lyceum te Roosendaal,wordt afwijzend beschikt. De Voorzitter stelt aan de orde da bespreking van werkobjecten voor de werk verschaffing. Spreker zegt,dat deze besprekingen een uitvloeisel zijn van de vorige Raads vergadering. Het is gemakkelijk gezegd om werkobjecten op te zoeken,maar het is niet ge makkelijk dergelijke verlangens altijd uit te voeren- Destijds is gesproken over stratenverbetering- Dit is een moeilijke zaak. Niettemin

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1933 | | pagina 31