-
26 Octb.l933.
j
J
404.
2
zelf moet bedruipen.
De Heer C.Maris Czn.zegt de slagers wel tegemoet te willen komen.
Spreker wil Burgemeester en Wethouders in overweging geven om met het Gemeen
tebestuur van Fijnaart eens te spreken of de jaarwedde van den Keuringsveearts
niet verlaagd kan worden,teneinde de eacploitatiekosten te verminderen en de
mogelykheid te scheppen,dat de keurloonen verlaagd kunnen worden.
De Heer J.A.Maris vraagt,hoeveel de jaarwedde van den Keuringsveearts bedraagt.
De Voorzitter vindt het beter eerst met Fijnaart overleg te plegen.
De Heer C.Dane zegt,dat dit f.2400,- en 2700,- kan bedragen.
De Heer J.A.Maris zegt niet te willen weten wat het kdn beloopen,of wat over 1
de afgeloopen perioden heeft beloopen,want die bedragen kan men niet tot grond-
slag nemen,maar alléén waar het Hoofd van Dienst recht op heeft.
De Voorzitter zegt,dat de minimum jaarwedde f.2200,)- beloopt.
i
De Heer J.A.Maris vraagt,of het de bedoeling van den Heer C»Maris is om dan
voor 1934 de keurloonen al te verlagen.
De Heer C«Maris zegt van niet,maar voor het a.s.jaar de mogelykheid alvast
1
te overwegen.
De Voorzitter vraagt,of iemand bezwaar heeft tegen het overleg met Fijnaart»
Z.h.s.wordt hiertoe besloten.
De Begrooting wordt overigens z.h.s.vastgesteld op een bedrag aan inkomsten
- en uitgaven van f.4002,47*
Vaststelling
Hierna stelt de Voorzitter de vaststelling van de Begrooting der Gemeente
1
BSgrooting
1
Gem! 1934-
1934 aan de orde.
Volgnummer 17
De Heer J.A.Maris vraagt eenige toelichting omtrent de verdeeling van de
jaarwedde van den bode- schrijver.
De Voorz-itter zegt,dat op volgno.17, f.300,- is verantwoord als jaarwedde
bode; op volgno.18, f«300,- als schrijver en op volgno.21, f.200,- voor het
schoonhouden Gemeentehuis.
VOLGNUMMER 21.
Restauratie
De Heer J.A.Maris vrs-agt,waarvoor in dezen post een bedrag van f.325,- voor
vgorgevel
Gemihuis in
onderhoud van het gebouw is opgenomen.
1934.
De Voorzitter zegt,dat het de bedoeling is in 1934 weer een gedeelte van den
voorgevel van het Gemeentehuis te restaureeren.
1
In de laatste vergadering heeft den Heer J.A.Maris gevraagd hoe of het met
de restauratie
1
405-
de restauratie stond. Toen was Burgemeester en Wethouders hieromtrent nog niets
bekend,maar hedenmorgen is bericht ingekomen ven het Bureau voor Monumentenzorg,
dat zy voor verdere restauratie beschikba arstelling van het Rijkssubsidie zul
len bevorderen.
Spreker merkt op,dat het Gemeentehuis niet kan blyven in den toestand.waarin
het zich nu bevindt. Spreker wil hiermede niet zeggen,dat het nu ineens geres
taureerd moet v/orden,maar ieder jaar wat .Met het subsidie van het Rijk kost
het de Gemeente alzoo niet veel.
De Heer J.A.Maris zegt Wethouder Maris niet te kunnen begrypen,want destyds
heeft hy positief verklaard,tegen verdere restauratie te zyn en nu gaan we
toch maar kalmpjes door.
De Heer B.Costers zegt het erg verdacht te vinden,dat in de memorie van Toe
lichting op de Begrooting,welke overigens zeer uitgebreid is,daarvan niets
wordt vermeld.
De Voorzitter zegt,dat hier niets verdachts inzit,omreden de stukken pas zyn
ingekomen.
De Heer J.A.Maris zegt,dat anders toch al by het opmaken van de Begrooting
op het desbetreffende volgnummer een bedrag is uitgetrokken.
De Voorzitter zegt,dat dit logisch is.
Be Secretaris heeft dit echter zelf geraamd,Burgemeester en Wethouders hebben
omtrent de grootte van het bedrag geen enkele aanwyzing gegeven. Aan de hand
van de stukken van Monumentenzorg blyken de bedragen vrywel overeen te komen.
De Heer J.A.Maris.) merkt op,dat deze manier van handelen niet in de lijn ligt
van het vorige besluit,want toen heeft men tot restauratie van 2 ramen beslo
ten, omdat het op de Secretarie te veel tochtte. Spreker vindt het een eigen
aardige manier van handelen.
De Heer C.Dane zegt de hoeren nog even te willen opmerken,dat de goot nood-
zakelyk vernieuwd moet worden» Dit zou de Gemeente anders f.200,- kosten en
nu met subsidie van het Rijk en Provincie maar èngeveer de helft.
De Hear J.L.Maris, zegt indertyd tegen verder restaureeren geweest te zyn,
maar waar de goot noodzakelyk vernieuwd moet worden en de Gemeente hiervoor
ook subsidie wordt gegeven,sou spreker het toch te dwaas vinden om tegen een
dergelyke manier van werken te stemmen. Spreker is tegen restauratie ineens.
De Heer J.A.Maris zegt,dat ?^ethouder Maris zich destyds met voorstemmen op
glad ijs heeft begeven,want nu wordt de zaak niet ineens maar bij gedeelten
gerestaureerd
