L 2 Maart 1932- Aanvr.los land. Subsidie actie brug Willem stad. rBenoeming Je j Ambt.Burg. Stand. Instructie Gem.Geneesh 280. De Heer J .A.Maris gelooft,dat deze kwestie zeer eenvoudig is,want de Raad heeft destijds al een positief besluit genomen n.l.om Gedeputeerde Staten te beriohten,dat hy niet in de gelegenheid is geweest om de aanvragers te helpen. Er is toen nog aan toegevoegd,dat wanneer de aanvragers er niet mede tevreder waren,dat zy by Gedeputeerde Staten in beroep konden gaan. Spreker zou Gedeputeerde Staten dit nogmaals willen mededeelen. De Heer O.A.van Gend vraagt,of Burgemeester en Wethouders nog nader met de aanvragers hebben geconfereerd, hetgeen door den Voorzitter ontkennend wordt beantwoord. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten Gedeputeerde Staten overeenkomstig het voorstel van den Heer J.A.Maris te antwoorden. Hierna komt ter tafel een adres van het Comité tot behartiging van Verkeers- en andere belangen in Z.W.Nederland te Bergen op Zoom houdende verzoek 1 cent per inwoner toe te kennen tot steun aan een te voeren actie om een brug op een goede plaats te krygen. De meerderheid van Burgemeester en Wethouders stellen voor aan dit verzoek te voldoen.. Na breedvoerige discussies wordt besloten dit verzoek aan te houden om eerst nadere gegevens te verzamelen omtrent de zekerheid,dat 'de kans bestaat,dat de brug by Willemstad komt. Tot 3en Ambtenaar van den Burgerlyken Stand wordt met stemmen benoemd den Heer C.Dane Gzn. terwyl op den Heer J.L.Maris Lzn. 2 stemmen werden uitgebracht De Voorzitter feliciteert den Heer C.Dane met zyn benoeming en spreekt de hoop uit,dat deze betrekking hem nog veel voldoening mag schenken. De Heer C.Dane zegt,den Voorzitter voor zyn vriendelyke woorden alsmede de leden die tot zyn benoeming hebben medegewerktdank. Vervolgens deelt de Voorzitter mede,dat Dr.J.M.van Rossum eenige bezwaren heeft tegen de vastgestelde instructie. Belanghebbende heeft het ontwerp ter inzage gehad,doch waar niets daaromtrent weid vernomen,werd aangenomen,dat hy geen bezwaren had. Thans geeft hy te kennen,dat de tyd voor hem te kort was om die instructie te bestudeeren,want hy heeft nu nog wel bezwaren. Hy heeft een nieuw ontwerp bygesloten. Burgemeester en Wethouders hebben deze aangelegenheid ook besproken,doch zyn van meening,dat het hier een eigenaardige zaak betreft omreden Dr.van Rossum zyn partculiere practyk heeft overgegeven en nog maar een paar dagen per week in de gemeente komt,terwyl hy toch nog Gemeente-Geneesheer is. Het College zou dan ook nog eens nader willen overwegen zoo noodig met hem in overleg,wat hier moet gebeuren. De Heer J.A.Maris stelt de vraag of Dr.van Rossum nu nog als gemeente-arts kan gehouden laart 1932. rkversohaf- ng. eunregeling. 281. kan gehouden worden,omdat^iooveel dagen per week uitstedig is. De Voorzitter zegt,dat dit ook door Burgemeester en Wethouders overwogen is. De Heer J.A.Maris vraagt of hy dan nog geen ontslag heeft gevraagd. Opk spreker vindt het een eigenaardigen toestand,want een andere dokter neemt de praktyk waar. Tot op zekere hoogte kan ons dat onverschillig laten,maar er zyn toch ook weer instructies en het is toch wenschelyk dat er een overleg wordt gepleegd. De Voorzitter zegt,dat dit ook de meening van Burgemeester en Wethouders is. De Heer J.A.Maris heeft de instructie eens doorgelezen en gelooft wel dat er een en ander in gewijzigd moet worden. De Voorzitter zegt,dat daar ook over gesproken moet worden. Er is van Gedepu teerde Staten een schryven ingekomen,waarin bezwaren zyn gemaakt ten opzichte van de verlaging der jaarwedde. Ook de inspecteur van den Geneeskundigen dienst, in deze de adviseur van Gedeputeerde Staten maakt bezwaar tegen dit Raadsbesluit. De Heer J.A.Maris zegt dat het hem treft,dat Ged.Staten zoo eigenaardig optre den. Het blykt dat de heeren niet veel van de zaak afweten. Er is een groot verschil tusschen den tyd dat Dr.van Rossum kwam met nu. Het zou wel aanbeveling verdienen om de Heeren nog eens in te lichten. De Voorzitter gelooft wel dat die salariskwestie in orde zal komen. De Heer J.A.Maris merkt op,dat we met gelooven in deze zaak niet klaar komen. Het schynt dat de inlichtingen niet erg duidelyk zijn geweesthoewel het besluit' toch duidelyk genoeg is genomen. De Heer B.Oosters vraagt,wat nu de bedoeling is van Burgemeester en Wethouders«j De Voorzitter zegt met belanghebbende te willen spreken. Dr.van Rossum gaat nu 4 dagen per week weg en die toestand is niet goed. De Heer B.Oosters vraagt of Burgemeester en Wethouders dan willen dat Dr.van Rossum ontslag vraagt. I De Voorzitter zegt,dat te zullen bespreken. De handelingen zyn niet in stryd met de instructie. De Heer J.van Sliedregt zou toch spoedig willen afwerken. De Voorzitter zegt toe met belanghebbende in onderhandeling te zullen treden. i Hierna wordt punt 3 der agenda n.l.„Bespreking werkverschaffing en vaststel ling nieuwe steunregeling", aan de orde gesteld. De Voorzitter zegt dat Burgemeester en Wethouders eerst willen overgaan in geheime zitting teneinde de leden eenige nadere toeliohting te geven. De Heer Oosters zegt daar tegen te zyn. De Voorzitter zegt dat Burgemeester en VJethouders het wenschelyk vinden. Er hebben besprekingen plaats gehad met de Menno van Coehoorn stichting. De Heer J.A.Maris acht het ook niet noodig om in geheime zitting over te gaan als dat voor die^espreking is. De Voorzitter

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1932 | | pagina 7