34-0. 27 Octfc:1932« Tot plaatsvervanger wordt gekozen den Heer J.L.Maris Lzn. De Voorzitter merkt op,of Burgemeester en Wethouders geen machtiging kunnen "ïferkverschaf-i krygen,om wanneer er weer een behoarlyk aantal werkloozen komen,deze in de 1 werkverschaffing te plaatsen- Er zyn nu 2 werkverschaffingen n«l. de Polder en de Grachten. Voor de polder moet de gemeente 54$ bypassen en voor de grachten 60$. By de eerste komen ook nog eenige onkosten voor het toezicht venwege de Ned. Heide Maatsehappy. De Heer C»A.van Gend zegt,dat de werkzaamheden in de polder dus voordeeliger zyn. De Heer B.Oosters zegt,dat het hem lang niet onverschillig is. Spreker vindt het beter de werkloozen in de gemeente te werlc te stellen,dan in polder of grachten De Voorzitter vraagt waar de heeren het meest voor voelen,n.l. voor werken in grachten of polder of in de gemeente zelf. Spreker merkt op,dat by werken in den polder ook een indirect Gemeentebelang is gemoeid. Bovendien zal het de vraag nog zyn,of voor werken in de Gemeente wel subsidie zal worden gegeven. De Heer B.Oosters vindt het noodzakelyk,dat men in dergelyke omstandigheden eerst de eigen zaken in orde maakt en dan voor een ander. De Heer C.Dane zegt,dat men dan geen subsidie krygt. De Heer B.Oosters vindt dat niet erg. Laat nu de Gemeente alleen hiervoor alle kosten betalen,maar daarvoor krygt ze toch zeker ook iets,waar alle in gezetenen wat aan hebben. Spreker denkt b.v. aan de straten,welke thans over het algemeen er treurig byliggen. De Heer J.A.Maris zegt ongemerkt tydens deze discussies met zyn gedachte naar de plannen der Stichting "Menno van Coehoom" te zyn terug gegaan. Hier aan onze wallen moeten een heeleboel verschillende werken gebeuren. Spreker vraagt zich af olPsoras op den weg van de Gemeente kan liggen om de Stichting met deze aangelegenheid eens op de hoogte te brengen en te vragen of de werkloozen al gedachte werken niet zouden kunnen uitvoeren. Spreker vindt het een verkeerden toestanddat wy als Gemeente den polder zouden gaan steunenrAls de Stichting het voor elkander heeft zouden wy direct kunnen beginnen om de zaak in orde te maken. De Heer 341. De Heer G.Dene vraagt of het idee der heeren is om zonder subsidie te wer ken aan de wallen,want het werk aan den polder gaat toch door. De Heer J.A.Maris merkt op,dat de Gemeente de werkloozen toch nog altyd naar den polder kan zenden wanneer het met de Stichting niets wordt. De Voorzitter zegt,dat voor het idee van den Heer J.A.Maris,wel wat valt te zeggen. De Heer J.A.Maris zegt,dat als de Stichting er toe mee wil werken om daaraan zoo spoedig mogelyk te beginnen en zy wil 60$ en de Gemeente 40$ van de kosten betalen,dan beschouw ik deze zaak wel reeeier dan om den polder subsidie te geven. De Heer C.Dane vraagt,of ook alleen kostwinners daaraan kunnen werken De Heer J.A.Maris vraagt naar aanleiding van de vraag van den Heer C.Dane of wy verplicht zyn,zekere soort menschen steun te geven. Ter voorkoming van een overvloed van liefhebbers zou spreker er voor zyn,dat eenzelfde lyn als by de Rykswerkverschaffing wordt gevolgd- Wanneer aldus spreker er bytyds werk ven wordt gemaakt,dan gelooft hy wel,dat wanneer de Stichting wezenlyk wat werk wil laten verrichten,dat dan ook onder deze omstandigheden wel zal doen. Bovendien meent spreker dat waar de Stichting by Hoogerhand wordt ge waardeerd, zy ook wel moeite zal doen,om voor deze werkzaamheden als bestryding der werkloosheid,een subsidie te krygen. Spreker vraagt of de heeren Raadsleden het goed kunnen keuren,dat hy er met het Dagelyksch Bestuur eens over spreekt. De Heer G.Dane vraagt wat voor arbeid de Stichting wil laten doen,want als dat maar kort duurt,moeten we toch weten waar we dan verder met de werkloozen naar toe moeten. De Heer J.A.Maris merkt op,dat als we met de werkloozen om--hoog zitten,wy ze toch nog naar de andere werkverschaffingen kunnen zenden. De Voorzitter zegt,dat we toch altyd de werkloozen kunnen plaatsen De Heer J.A.Maris zal intusschen moeite doen by de Stichting te informeeren. De Heer J.A.Maris vermoedt,dat de Stichting geen werkloozen zal vragen,maar arbeidskrachten. In het ergste geval kunnen wy overleg plegen met de Stichting om werkloozen te nemen- Is er voor de werkloozen by de Stichting geen voldoende werk,dan kunnen we ze toch in de grachten of polder plaatsen. De Heer

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1932 | | pagina 38