330. deze gemeente kunnen vinden,dan zou dit tot gevolg hebben,dat hy vertrok en om dit te voorkomen,wordt hem een toelage van f,500,- gegeven. Wanneer de practyk minder wordt zal het de vraag worden of de Gemeente hem geen grootere toelage moot geven. De Heer B.Oosters begrypt niet,dat waar belanghebbende met alles genoegen neemt,delnspecteur nog bezwaren kan hebben. De Voorzitter merkt op,dat het niet gebruikelyk is,dat een arts op arbeids contract wordt benoemd. Zoo iemand wordt meer als ambtenaar beschouwd. De Heer J.A .Maris merkt op, dat aanstelling op arbeidscontract wel meer voorkomt. Verder bestaat de kans,dat by uitbreiding der Gemeente de toelage geheel kan vervallen. De Heer B.Oosters merkt op,dat er dan ook wel meer liefhebbers voor gratis geneeskundige behandeling zullen komen. De Heer J.A.Maris zegt,dat dit wel veel van de menschen zal afhangen. Na eenige discussies wordt besloten eerst nog nadere toelichting te vragen alvorens deze zaak verder af te handelen. De Voorzitter stelt vervolgens wederom de kwestie van de dames van der Hooft aan de orde. Spreker wil hiervan weinig meer zeggen,omreden de vorige keer hierover lang genoeg gesproken is. Spreker vindt het echter jammer,dat derge- lyke gevallen,waarby van betrokkenen hunne namen worden genoemd in het open baar worden behandeld. Het Burgerlyk Armbestuur heeft,zooals de heeren hebben kunnen zien,medege deeld,dat zy deze keer nog eens aan het verzoek van den Raad wil voldoen,doch. verzoekt den Raad daarby tevens zich in den vervolge buiten de zaken van het Burgerlyk Armbestuur te willen houden- Verder deelt het Burgerlyk Armbestuur mede,dat zy t.o.z. van deze dames geen enkele verplichting op zich heeft ge nomen. De Heer J.A.Maris vraagt,of we dan het rapport nog wachtende zyn. De Voorzitter zegt,dat het rapport by de stukken heeft gelegen en in het kort door hem is medegedeeld. De Heer J.A.Maris had verwacht,dat heel de behandeling dezer zaak op papier zou zyn gesteld. De Voorzitter merkt op,dat de zaak geheel buiten den Raad omgaat. De Heer C.Dane zegt,dat de Raad toch zedelyk verplicht zal zyn te betalen. De Voorzitter merkt op,da.t de Raad niet kan betalen. Het is een zaak van het l 27 Octb:1932« Zaak dames tTQ vi A /:i v» T-T/^ r. -P+ 27 Cctb.1932. 331. het Burgerlyk Armbestuur. De Heer J.A.Maris vraagt of wy als Gemeente die het Burgerlyk Armbestuur subsidieertgeen enkel recht hebben om te weten,hoe met het geld wordt omge sprongen- De Voorzitter merkt op,dat wanneer de Heer Maris er meer uit kan halen,hy dat maar moet zeggen. De Heer J.A.Maris zegt,zich niet te kunnen indenken,dat wy als Raad,die de leden benoemen,absoluut niet het recht hebben ons omtrent de een of andere aangelegenheid op de hoogte te mogen stellen. De Voorzitter zegt niet te weten,waar dat recht of die bevoegdheid staat be schreven. De Heer C.Dane zou er dan voor zyn hun bevoegdheid op financieel gebied,zoo danig te willen beperken,dat zy niet veel kunnen uitvoeren. De Heer J.A.Maris zou het op het laatst beter vinden maar geen subsidie meer te geven.Spreker zegt,dat eerst de dochter van J.van der Hooft naar Klundert is gegaan naar een dokter en die heeft ze toen naar een specialist in Breda gestuurd,welke opname in een ziekenhuis noodzakelyk vond. Ze is er niet direct gebleven,maar den volgenden dag is ze teruggegaan,aangezien by dé vrouw van A.vun der Hooft ook symptonen werden waargenomen en ook die is naar den speci alist in Breda gegaan,die voor haar eveneens opname in het ziekenhuis noodzake lyk vond Zy zyn er heen gegaan maar konden het niet betalen. Toen schynt van der Hooft den Burgemeester hierover te hebben gesproken en wel op het stembureau in te genwoordigheid van de heeren H.H.Harmsen en J.A.Knook. Er is toen door den Burgemeester gezegd "je gaat er maar naar toe,je moet geholpen worden". Het Diaconessenhuis is nog nooit iets aan de Gemeente te kort gekomen. Spreker vraagt of dit juist is- Zyn dit uitdrukkingen die gebezigd zynT De Voorzitter zegt, geen enkele verplichting voor het Burgerlyk Armbe- bestuur op zich te hebben genomen- De Heer J.A.Maris merkt op,dat wanneer dergelyke uitdrukkingen zyn gedaan, de stand van zaken anders wordt.en vraagt of het dan leugens zyn welke hy ver telt De Voorzitter zegt hiermede niets te maken te hebben. De Heer J.A.Maris zegt,dat van der Hooft nog heeft medegedeeld,dat iedere week betaald moest worden en de Burgemeester heeft toen gezegd,dat dit rplet noodig

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1932 | | pagina 33