1 Sept.1932.
Reclame Veer
dienst.
324.
De Voorzitter zegt,dat thans tot de benoeming van een opvolger over te
zullen gaan.
Na gehouden stemming blijkt dat Dr.M.G.Schiphorst met algemeene stemmen als
zoodanig is benoemd.
Het salaris van den Gemeente-geneesheer wordt z.h.s.vastgesteld op f.1000.-
en wel verdeeld alsvolgt? f.500.- als Gemeente-geneesheer en f.500.- als
standplaatstoelage
De Voorzitter deelt mede,dat Burgemeester en Wethouders van meening zijn,
dat de aanstelling op de oude instructie kan- geschieden.
De Heer J.A.Maris zegt deze instructie ook gelezen te hebben en hij heeft
dan ook gedacht,dat bij art.7 onder b achter de woorden op voorstel van Bur
gemeester en Wethouders" moet worden ingevoegd "de Raad of van" en in art. 9
in den tweeden zin moet z.i.het woord "onmiddelijk" worden vervangen door een
bepaalden tijd-.
De Voorzitter vraagt of de heeren goed kunnen vinden,dat dit nog eens door
Burgemeester en Wethouders nader wordt bekeken,waartoe z.h.s. machtiging wordt
verleend
De Heer J.A.Maris vraagt of het niet noodig is,dat in art.8 een bepaling
wordt opgenomen,dat bij ziekte voor de vervanging van Gemeentewege een vergoe
ding wordt gegeven.
Na eenige discussies blijken de heeren hier niet voor te zijn.
De' Voorzitter vraagt of de heeren het goed kunnen vinden,dat de benoeming
geschiedt op vastgestelde pf nader vast te stellen instructie.
Z.h.s» wordt hiertoe,alsmede tot vaststelling van de instructie besloten.
RONDVRAAG.
De Voorzitter zegt,dat van Gemeentewege destijds de officieel® opening van
den veerdienst heeft plaats gehad.
Burgemeester en Wethouders waren van meening,dat nog een stapje verder moest
worden gegaan en wel h.l. door de aandacht van het verkeer op de route over
Willemstad te vestigen-
Zij hadden gedacht daarvoor borden te plaatsen o.a.bij Barendrecht en bij
Brachaat. Hieraan zijn natuurlijk kosten verbonden en daarom wilden wij als
Gemeentebestuur gaarne machtiging hebben om daartoe te kunnen overgaan.
De Heer J.A.Maris zegt zeer sympathiek tegenover de veerverbetering te staan
en is een voorstander van alle geoorloofde middelen tot propaganda maar het
is de
1 Sept.1932.
Overbrenging
batig slot
1931 op 1932-
325-
is de vraag of het idee van Burgemeester en Wethouders wel het goede is.
&al de tegenpartij de propaganda niet kwalificeeren als ten bate voor de
gemeente Willemstad t
Spreker juicht de activiteit van Burgemeester en Wethouders toe maar het is
misschien beter dat hiervoor de hulp ingeroepen wordt van de A.N.W.B.,de K.N.A.
C en de B.B.N. Dat zal misschien moer inslaan.
De Heer C.Dane zegt,dat er een vertegenwoordiger van de A.N.W.B. is geweest
maar spreker gelooft dat zij er niet veel voor zullen doen.
De Heer C.A.van Gend acht het noodig dat er reclame wordt gemaakt. Er zijn
wel menschen uit Rotterdam die niet eens weten,dat er deze verbinding is.
De Heer J.A.Maris meentjdat de wind toch uit een verkeerden hoek zal waaien.
Spreker vraagt of er niet beter ook reclame in de couranten kan worden gemaakt.
De Heer C.Dane zegt,dat de pers het ook niet opneemt.
Na eenige discussies worden Burgemeester en Wethouders gemachtigd deze borden
van Gemeentewege te laten plaatsen.
Vervolgens deelt de Voorzitter mede,dat van den Minister van Binnenlandsehe
Zaken bericht is ingekomen,dat het Rijk 90^ toeslag wil geven voor polderwerk.
Het Rijk geeft dan 36/T en 54/£ komt voor rekening van de Gemeente.
Bovendien deelt de Voorzitter mede,dat men voor de begrooting 1932 op den
bodem zit-
Nu verkeeren we in deze gelukkige omstandigheden,dat het dienstjaar 1931 ®e"k
een batig slot van ruim f.éOOO.- sluit.
Dit batig slot komt echter ten bate van den dienst 1933*
Het zou kunnen gebeuren,dat we in 1932 nog wat noodig hebben om steun uit te
keeren en daarom stelt spreker- voor Gedeputeerde Staten machtiging te vragen,
om reeds een gedeelte van dat batige slot ten bate van den dienst 1932 te
mogen brengen.
De Heer J.A.Maris zegt,dat daardoor de belasting van 1933 weer verhoogd zal
moeten worden. Spreker acht dit batig slot echter maar een denkbeeldig voordeel.
Z.h.s. wórdt besloten Gedeputeerde Staten deze machtiging te vragen.
De Heer J.A.Maris vraagt of nog geregeld controle wordt gehouden op hooi-
broei,hetgeen door den Voorzitter toestemmend wordt beantwoord.
Verder vestigd de Heer J.A.Maris da aandacht op de borden op de Voorstraat,
omreden verschillende automobi—listen hierdoor-in twijfel worden gebracht.
Da Voorzitter