1 Sept 1932-
Ingekomen
stukken.
Werkverschaf
fing.
314.
De Heer J.A.Maris vraagt of er al iets bekend is omtrent het pensioenverhaal;
over de restauratie van het Raadhuis en of aan P.Lukas de toegezegde uitkeering
mag v/orden gegeven.
De Voorzitter zegt,dat betreffende de twee eerste vragen nog niets bekend is,
doch aan Lukas mag geen uitkeering voorden gegeven.
Voor kennisgeving worden aangenomen!
1.een besluit tot wijziging van de üemeente-BegrootIng over 1932,voorzien van
het bewijs van goedkeuring door Gedeputeerde Staten.
2.de verordening tot heffing en invordering van vergunnings- en verlofsrecht
voorzien van het goedkeuringsbewijs door de kroon5
3.een tweetal mededeelingen van Gedeputeerde Staten inhoudende de verdaging
der beslissing resp.op het Ambtenarenreglement en de verordening als bedoeld
in artt7 der Woningwet; en
4.een proces-verbaal van kasopname bij den Gemeente- Ontvanger en Administra
teur van den Vleesckkeuringsdienst,waaruit blijkt,dat het vereisehte bedrag
in kas aanwezig was en de boeken regelmatig waren bijgehouden.
Op voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt eveneens voor kennisgeving
aangenomen een verzoek van de R.K.Blindenzorgvereeniging "St.Antonius van
padua"
Vervolgens deelt de Voorzitter mede,dat Gedeputeerde Staten de geldleening
aangegaan om ter bestrijding van de werkloosheid de v.m. vestinggrachten
schoon te maken,alleen willen goedkeuren tot een bedrag,wat betreft de norma
le kosten
Deze beloopen volgens advies van de Ned iHeidemaatschappij f.3é00
Burgemeester en Wethouders stellen voor om het reeds genomen besluit in
dien geest te wijzigen.
De Heer B.Oosters begrijpt dat niet.
De Voorzitter zegt,dat Gedeputeerde Staten onderscheid maken tusschen nor
male en abnormale kosten. Nu mogen alleen de normale kosten uit een geldleening
worden bestreden.
De Heer J.A.Maris vraagt waaruit dan. de abnormale moeten worden bestreden.
De Voorzitter zegt,dat dit moet gevonden worden uit overschrijvingen in de
begrooting.
De Heer J.A.Maris stelt de vraag wat dan de Rijkswerkverschaffing zal kosten
De Voorzitter zegt,dat er 60/C voor rekening van de Gemeente blijft.
Nu wordt
1 Sept.1932.
Financieels
steun aan de
Had act ie van
"Ons Nederland"
Verpleegkosten
dames van der
Hooft.
315.
Nu wordt er echter door het Rijk ook subsidie gegeven voor werken in den
polder.
De Heer J.A.Maris vraagt,of als er vandaag of morgen werkloozen komen,wij
als Gemeente kunnen zeggen waar ze heen moeten.
De Voorzitter zegt,dat dit nog niet bekend is,maar de Inspecteur zal dat wel
beslissen.
De Voorzitter doet mededeeling van een verzoek van den uitgever van ons
Nederland om voor het uit te geven extra nimmer,dat alleen aan Westbrabant is
gewijd,een subsidie van f.150.- te geven.
Spreker zegt,dat Burgemeester en Wethouders het wel gewenscht vinden om een
financieele bijdrage te geven-
De Heer C.Dane zegt,reeds gelezen te hebben,dat dit nummer dezer dagen al
is verschenen.
De Voorzitter zegt,dat dit niets wil zeggen. Het komt wel meer voor dat al
iets genoten is,terwijl de betaling nog moet volgen.
De Heer B.Oosters zegt,dat het blad hem niet bekend is-
De Voorzitter zegt,dat Burgemeester en Wethouders de inrichting hebben ge
zien en aanleiding hebben gevonden om met gemeld voorstel bij den Raad te
komen -
De Heer J.A.Maris stelt voor,het verzoek nog even aan te houden,om ieder de
gelegenheid te geven zich van den inhoud op de hoogte te stellen,teneinde te
kunnen overwegen of er reden bestaat financieelen steun te verleenen.
Hiertoe wordt z.h.s.besloten.
De Voorzitter brengt hierna ter tafel een schrijven van het Diaconessenhuis
te Breda,aangevende de betaling van de verpleegkosten van de dames van der
Hooft
Spreker deelt mede,dat de dames van der Hooft,toen zij bemerkten,dat het een
langdurige ziekte werd,een beroep hebben gedaan op het Burgerlijk Armbestuur.
Het Burgerlijk Armbestuur heeft echter geen beslissing willen nemen voordat
bekend was,wat de totale kosten zouden kunnen zijn.
Het Burgerlijk Armbestuur heeft echter niets toegezegd.
Later toen de dames thuis waren heeft het Burgerlijk Armbestuur deze zaak
verder afgehandeld en kon geen aanleiding vinden,om de verpleegkosten van de
dochter van J.van der Hooft voor haar rekening te nemen,doch voor de echtge-
noote van