23 Mei 1932.
Intrekking ver
laging Keur-
loonen.
Sohrobverbod
straten
Kindertoeslag
J.de Rooy.
308.
de betrokkenen wensoht te laten betalen,moge worden aangenomen,daar aan dit
schrijven niet door U wordt gerefereerd.dat aan het genomen besluit geen uitvoe
ring is gegeven.
Dit schrijven zoude ongeveer de volgende motiveering moeten inhouden:
1e.dat vele anderen in dienst van het Rijk en Gemeenten hun pensioen ook zelf
betalen,
2e.dat de verhouding van den levensstandaard van thans met dien van eenige jaren
terug,toen men de salarissen vaststelde van dien aard minder is geworden,
dat die 8§r 1» mindere ontvangst geenszins een vermindering behoeft te brengen
in de levenswijze van toen en nu.
3e.dat,behalve misschien enkele uitzonderingen,alle particulieren door de alge
meens slechte toestanden zwaarder getroffen worden in hun inkomsten dan 8&
en dat de meest vooraanstaande personen op dit gebied in de eerste jaren
nog geen verbetering in die toestanden verwachten.
Spreker vervolgt: Dit is in hoofdzaak wat ik in die vergadering bedoelde. Ik
vind het noodig dat Gedeputeerde Staten hiermede in kennis worden gesteld.
De Voorzitter vraagt,of de heeren met dit sohrjjven accoord kunnen gaan.
Na eenige discussies wordt hiertoe besloten.
De Heer C.A.van Gend zegt hiermede niet accoord te kunnen gaan.
De Voorzitter zegt,dat het besluit tot verlaging der keurloonen,zooals dit
in de vorige vergadering genomen is,tot gevolg zal hebben dat het bedryf zich
niet zal kunnen bedruipen.
Burgemeester en Wethouders geven dan ook in overweging het genomen besluit
weer in te trekken.
De Heer B.Oosters zegt het jammer te vinden dat dit in de vorige vergadering
niet bekend was.
De Voorzitter merkt op,dat door hem er toen ook op aangedrongen is om deze
zaak nog even aan te houden,om gelegenheid te krijgen de noodige gegevens te
verzamelen. De Raad besloot tot afhandelen en zie hier de resultaten.
De Heer J.A.Maris vindt het niet gewensoht om het bedrijf met een nadeelig
slot te laten werken en hoewel spreker het jammer vindt nu deze bezwaren te
hooren,vindt spreker het tooh beter het genomen besluit wederom in te trekken,
waartoe z.h.s. wordt besloten.
Een ontwerp besluit tot wijziging der Politie verordening dezer Gemeente,
waarby het verboden is de klinker- en keibestrating met stoepen te schuren
wordt na schrapping van het woord „stoepen" z.h.s. vastgesteld.
Besloten wordt ook aan J.de Rooy,als werkloos timmerman en die voor de Ge
meente werkt op dezelfde voorwaarden kindertoeslag te geven als de werklooze
arbeiders in de Rykswerkversohaffing.
====Be Heer J.A.Maris
23 Mei 1932.
Benoeming
G.Knook en
O.Dane Kzn.
tot lid der
Gomm.van Toe-
zioht op het
L.O.
Werkverschaf-
fing,
309.
De Heer J.A.Maris vraagt of al iets naders bekend is omtrent de uitbetaling
van de toelage aan P.Lukas Spreker heeft zoo iets gehoord dat dit ook niet
uit de Burgerlek Armbestuurkas kan.
De Voorzitter zegt,dat het advies van Gedeputeerde Staten is gevraagd,doch
waar nog niets hierop is ontvangen,kan hij nog niets naders mededeelen.
Vervolgens vraagt de Heer J.A.Maris,of al iets naders bekend is omtrent de
zaak van den Gemeentegeneesheer.
De Voorzitter zegt,dat nog geen nieuwe gezichtspunten zyn gekomen,hoewel
spreker vermoed,dat deze zaak: wel spoedig practisch opgelost zal zjjn.
In verband met het overladen van den Heer M.van Dis,merkt de Voorzitter op,
dat door dit overlijden een vacature is ontstaan in de commissie van loezicht
op het L.O.
Spreker wil van deze plaats nog wel een woord van dank brengen voor hetgeen
door wijlen M.van Dis als zoodanig is gedaan.
Namens Burgemeester en Wethouders stelt spreker voor om G.Knook,die doordat
hy geen kinderen meer op school heeft,feiteiyk ophoudt lid te zyn,als neutraal
lid der commissie te benoemen.
Met 3 stemmen wordt hy als zoodanig gekozen.
Op de Heeren J.van Sliedregt en Joh«Boertjes werden elk één stem uitgebraoht.
In de plaats van G.Knook werd met 6 stemmen gekozen de Heer C.Dane Kzn.,
terwyi 1 stem blanco werd uitgebracht.
Hierna brengt de Voorzitter het punt waarvoor de vergadering is aangevraagd
ter tafel.n.l. „Bespreking omtrent de werkloosheidsvoorziening".
De Voorzitter zegt,dat Burgemeester en Wethouders aanvoelen dat nog niet
den tyd is gekomen om met de werkverschaffing te eindigen.
Spreker vraagt wat de Raad dan nu wil doen. Intusschen is de werkverschaffing
Rykswerkverschaf fing geworden. Burgemeester en Wethouders willen een ander
werkobject nemen,dat meer ten goede van de Gemeente komt. Het oog is hiervoor
gevallen op stratenverbetering en v.n.l, van de hoofdroute n.l.de Landpoort-
s traat
Het College hoopt,dat haar plan ook resultaten zal mogen hebben.
De Heer J.van Sliedregt vraagt.wanneer aan de straten wordt begonnen,of dan
die bagger op den Singel biyft liggen.
De Voorzitter zegt,dat dat werk inmiddels Rykswerkverschaffing is geworden
en dit tooh doorgaat met de arbeiders vein andere Gemeenten.
De Heer J.A.Maris merkt op,dat destyds met dit werk is begonnen met voorbe
houdt van het reoht.dat opgehouden kan worden weinneer men wilde.
Wat er blyft liggen,vinden zy automatisoh.
Spreker vraagt of hy nu precies kan te weten komen wat de Gemeente per ar
beider kwyt is. a=De Voorzitter