i0 April 1952.
Kasgeldleening
Bijdrage onder
houd Hoogeweg.
300.
besluit uit te reikenals onderwjzeres bj het vervolgonderwijs
Haar aanleiding van een verzoek van Gedeputeerde Staten oin inlichtingen om
trent de geldleening ten behoeve der werkverschaffing deelt de Voorzitter mede,
dat deze inlichtingen aan de Heide Mj. zjn gevraagd en vraagt of de heeren het
kunnen goedvinden dat,zoo noodig ter bestrijding der kosten van werkverschaffing
een kasgeldleening aangegaan kan worden.
Zonder hoofdelijke stemming wordt tot dit laatste besloten.
De Voorzitter deelt mede,dat de Genie den Hoogeweg voor het verkeer weer
open wil stellen,indien de Gemeente een bijdrage van ƒ.100.- geeft in de onder
houdskosten van dezen weg.
Op voorstel van den Heer J.A.Maris wordt besloten de beslissing hierop aan
t e houden.
Dempen sloot ^p een verzoek van den Provincialen Waterstaat om de kosten te betalen der
.aan den Steenweg/
steenweg. rioleering voor de demping van een gedeelte slootv ten einde de bocht te kunnen
verruimen wordt met algemeene stemmen afwijzend beschikt.
Toelage Adminis- Naar aanleiding van een verzoek van den Administrateur van het Vleeschkeuringa-
trateur V.D. bedrjjf om een vergoeding voor het voeren van die administratie wordt na eenige
discussies overeenkomstig zijn verzoek besloten een toelage van .30.- per jaar
te verleenen.
30 April 1932.
üitponden in
het Noodslach-
tingsgebouw.
Verlaging Keur-
loonen.V.D.
De Voorzitter deelt vervolgens mede,dat in het College van Burgemeester en
Wethouders stemmen zijn opgegaan om de keurloonen te verlagen. Hierover is het
advies van het Hoofd van den Vleeschkeuringsdienst gevraagd.
Burgemeester en Wethouders hebben hieromtrent nog geen voorstel en zouden
deze zaak nog eerst eens nader moeten bekijken.
De Heer J.L.Maris zegt,dat de zaak z.i.zeer eenvoudig is en daarom voorstelt
om het maar af te handelen.
Met algemeene stemmen wordt besloten deze aangelegenheid af te handelen.
De Voorzitter zegt,dat het feitelijk moeilijk gaat deze zaak nu af te handelen,
omdat Burgemeester en Wethouders nog geen gelegenheid hebben gehad om dit nader
te bekjken.
De Heer B.Oosters vraagt hoe het advies van den Keuringsveearts luidt.
De Voorzitter zegt,dat deze adviseert het niet te doen.
De Heer J.A.Maris zou er voor zijn,dat de keurloonen dezer gemeente verband
houden met die van andere gemeenten.
De Voorzitter vraagt of wanneer de Raad wat voor verlaging gevoeltBurgemees
ter en Wethouders niet kunnen maohtigen de zaak verder af te werken.
Er moet toch immers eerst nog worden nagegaan of verlaging wel mogelijk is in
verband met de bedrijfsuitkomsten-.
De Heer J.van Sliedregt zegt,dat de slagers door de hooge keurloonen hier
===niet
Landarbeiders
Wet.
301.
niet oonourreerend kunnen werken met de slagers van elders.
De Voorzitter zegt,dat verlaging der keurloonen practisoh geen versohil
zal opleveren.
De Heer C.Dane stelt voor om voor 1 jaar te probeeren met een verlaging
der keurloonen voor een rund met ƒ.1.- en voor een varken met ƒ.0.30.
Met algemeene stemmen wordt hiertoe besloten.
De Voorzitter doet vervolgens nog mededeeling van een adres vein een 3 "tal
j slagers i.z. het üitponden in het noodslachtingsgebouw.
De Voorzitter deelt even in het kort de bedoeling van adressanten mede.
De Heer J.A.Maris vraagt of hiervan geen grenzen zjjn.
De Voorzitter zegt,dat de Raad juist verzocht wordt om hieraan paal en perk
te stellen.
De Heer J.A.Maris zegt,dat vroeger toen men willekeurig kon slachten de
prjjzen ook zoo ongeveer gelijk waren,maar nu dit niet meer mogeljk iszjjn de
prjzen van het vleesoh dikwjjls abnormaal. Volgens spreker zouden de slagers
j hieraan zelf een eind kunnen maken door de prjzen ook in overeenstemming te
I brengen met de werkeljkheid.
De Heer B.Oosters is van meening,dat hierdoor de onzuivere concurrentie in
de hand wordt gewerkt. De slagers hebben zich hoogere uitgaven moeten getroos
ten en nu kan ieder willekeurig persoon toch nog slachten.
De Voorzitter zegt,dat hier altjd een rem op is. Van üitponden zal wel geen
sprake zjjn,als de vleeschprjzen even laag zjn als bj de slagers. Bovendien
i moeten de uitponders in het noodslachtingsgebouw ook huur betalen.
De Heer J.van Sliedregt merkt op,dat de Gemeente op deze wjze de concurren
tie in de hand werkt
De Heer J.A.Maris vraagtwaarom de slagers hun inrichting hebben laten ver
anderen. Louter uit eigen voordeel,want ook zj hadden in het noodslachtings
gebouw kunnen slachten.
De Heer J.van Sliedregt zegt het met den Heer Maris niet eens te zjn,want
j eerst hebben we de slagers door verlaging van keurloonen bevoordeeld en nu
zouden we ze weer nekken.
De Heer J.A.Maris zegt alleen rekening te houden met de prjzen.
De Heer C.Maris zegt een ander voorstel te hebben,n.l. om de huur van het
noodslachtingsgebouw met 30$ Le verhoogen,indien het geen noodslaohtingen zjn.
Zonder hoofdeljke stemming wordt hiertoe besloten.
De Voorzitter deelt mede,dat Gedeputeerde Staten een definitief besluit wil
hebben omtrent de aanvragen van los land in pacht.
De Heer J.A.Maris zegt,dat in een van de vorige vergaderingen tooh een be
slissing is genomen.
De Voorzitter vraagt of de Raad dus afwjzend beschikt op de aanvragen,het
geen toestemmend wordt beantwoord.
===Een_