VjA 266. 2 67. 3 Beeember 1931* grondeigenaren,wanneer daar gewerkt wordt en dat vindt spreker wel een 3 december 1931 Spreker kent den heer Lenoir te goed om te weten dat hij niet zoo is. b ezwaar Spreker zou dan ook willen,dat de Voorzitter zyn woorden terugtrekt. Met de graohten is het volgens hem nog wel iets anders,omreden deze werken De Voorzitter zegt daar niet over te denken. anders niet zouden worden uitgevoerd. De Heer B.Oosters zegt,dat hij met de woorden van den Voorzitter absoluut De Voorzitter zegt,dat deze aangelegenheid nog nader in den Haag besproken niet acooord gaat. moet worden. De Heer J.A.Maris merkt op,dat hy het er mee eens is. De Heer C.A.van Gend geeft in overweging om dan ook oontaot te houden met De Heer O.A.van Gend vindt dat een kwestie tusschen de^Burgemeester en d«^ de organisaties,omdat die ook veel gedaan kunnen krijgen. architect. De Voorzitter zegt toe met de wensohen van de heeren zooveel mogelijk reke De Voorzitter zegt,dat die man eerst is gekomen met een laag cyfer en ning te zullen houden. later weer met een hooger cijfer. Dat ik dus daaruit opmaak^dat hij met twee Vervolgens vraagt de heer J.A.Maris,of al bericht is ontvangen van Gedepu monden spreekt is dunkt my duidelyk. Wat wilt U nog meer vraagt spreker. teerde Staten omtrent de restauratie van het Gemeentehuis,alsmede het ver De Heer J.A.Maris meent te constateeren,dat de Voorzitter er goede grond haal der pensioensbijdragen,hetgeen door den Voorzitter ontkennend wordt voor heeft,maar het is de vraag of de leden daarmede instemmen. tfe antwoord. De Heer O.Dane zegt ook de architect hoog te achten,doch houdt zich buiten De Heer J.A.Maris dringt er op aan om wat betreft het laatste punt nog deze kwestie. eens te vragen om antwoord. De Heer B.Oosters stelt voor,dat de Raad een besluit neemt,dat zy niet De Voorzitter zegt,dat dit met de Begrooting wel zal komen. accoord gaat met de woorden van den Voorzitter. De Heer J.A.Maris merkt op nog een vervelend punt te hebben. Dit voorstel wordt in stemming gebracht. Spreker merkt op,dat de Voorzitter in de vorige vergadering over de kwes Tegen stemde de heeren O.Dane,Gzn.;J.L.Maris»Lzn.en O.A.van Gend. tie van de ramen op de Secretarie heeft gezegd,dat de architect met 2 monden Voor de heeren J.A.Maris;B.Oosters en J.van Sliedrechtterwijl deh heer praat. De Voorzitter heeft tegenover den architect niet direct vleiende C.Maris,Ozn. zich van stemming onthielt. woorden gezegd. Hierop niets meer aan de orde zynde en niemand meer het woord verlangende Hu is van den architect een schrijven verschenen en spreker weet natuurlijk sluit de Voorzitter de Vergadering. niet,hoe hij spreekt tegen den Voorzitter of tegen ons,maar nu hij zoo schrijft De Secretaris, De Voorzitter, moeten we daar toch notitie van nemen. Spreker vraagt ;of dep Voorzitter het niet een beleediging op zijn zachts uitgedrukt vindt. De Voorzitter zegt daar reden voor te hebben. Die man is eerst gekomen met een lage begrooting en later heeft hij een veel hooger cijfer genoemd. Er is dus wel reden om dat te zeggen. De Heer J.A.Maris meent,dat zoo'n man als dat waar is geen architect kan blijven. Waar hy echter zoo schrijft in de krant en we hooren het anders in de raad,weet ik niet wat ik er van moet denken. Spreker zou wel willen weten wat de andere heeren er van vinden. De Heer G.Dane vindt het een persoonlijke kwestie. De Heer J.A.Maris zegt,dat wat hetgeen hier gebeurt als raad geschiedt. f Spreker heeft niet gehoord,dat hij met 2 monden spreekt. De Voorzitter vraagt wat den heer Maris eigenljjk wil^. De Heer J.A.Maris zegt,dat hij bekend zou willen maken,wat de opvatting in deze van den Raad is. Spreker is het er niet mede eens. De Heer B.Oosters zegt het er ook niet mede eens te zyn. Spreker r

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1931 | | pagina 40