1"Q0.
26 Februari 1931publieke aanbesteding kan geven.
Onderhandsohe aanbesteding is immers veel duurder.
De Voorzitter zegt,dat de heer Maris hiefc niet het verschil bedoelt,dat de
heer Oosters op het oog heeft.
Ook spreker had het mooier gevonden,als de kosten lager waren geweest.
De heer A.Oosters zegt,dat er toch grenzen moeten zyn.Spreker heeft gehoord
dat er ook een brug over de vestinggracht komt, terwijl er een bestaanden uit
j weg is.
De Voorzitter merkt op,dat dit nog lang niet zeker is.
De heer J.A.Maris zegt,dat aan de hand van de wet toch zeker door de tram
I uitweg gegeven moet worden.
De heer A.Oosters vindt het geld weggooien.
De Voorzitter zegt,dat later door het Bestuur der Schoolvereeniging reke-
j ning en verantwoording gedaan moet worden.De Raad heeft alleen de medewerking
te geven en verder behoort de zaak tot de competentie van Burgemeester en
i Wethouders.
De heer J.A.Maris vraagt of dan de heeren raadsleden hun beschouwingen
hierover dan niet te kennen mogen geven?
De heer C.Dane stelt voor om den Raad uitspraak te laten doen of hy al dan
niet gelden wil voteeren voor de brug.
De Voorzitter zegt,dat dit niet gaat.
De heer J.A.Maris merkt op,dat de meerderheid tegen een brug is.
De Voorzitter zegt,dat dit niets geeft.
De heer A.Oosters vraagt waar het dan toch naar toe moet.Dat het geld ge
bruikt wordt vindt spreker goed,maar het moet niet misbruikt worden.
Als wij er toch niets mee te maken hebben dan heeft een raad toch zeker geen
reden van bestaan meer.
j
De heer J.A.Maris vindt de uitgaaf voor een brug niet noodig en stelt voor;
j de Raad uitspraak te laten doen of hy voor dit werk gelden al of niet beschik
I baar wil stellen.
Na eenige discussies wordt dit voorstel met den stem van den heer J.L.Maris
tegen aangenomen.
De heer J.L.Maris zegt,dat hij zich met dezen uitspraak niet kan vereenigen
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van Burgemeesi
en Wethouders besloten een geldleening van ƒ,24000.- aan te gaan.
De heer A.Oosters zegt,dat hij zijn stem aan het geldieeningsbesluit wel kan
I geven maar tot geen hooger bedrag dan van ƒ.16049.- zijnde het bedrag der
eerste begrooting.
te
Tegen het meerder Ieenen bedrag is spreker tegen.
26 Februari 1931'
medewerking aan
schaffing NAAI
MACHINE VOOR
HERV.0HB.SCHOOL.
No.
Afwijzende beschik
king AANSCHAFFING
KACHEL SCHOOL met
pen BIJBEL.
No
BENOEMING P.A.
TIMMERS LID COMM-
WERING SCHOOLVERZ
No.
MACHTIGING AAN
GAAN CONTRACT
DISTRUCTIE VEE
EN VLEESCH MET
N.C.B.
No.
VOORSCHOT GEM.
VERGOEDING BLJZ.
SCHOLEN.1931
No.
Overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt besloten
aan het Bestuur der Hervormde Christelijke Sohoolvereeniging aan den Stad-
schendijk
191
en het Bestuur der Vereeniging „de School met den Bijbel"alhier over 1931 esn
voorschot op de gemeentelijke vergoeding,als bedoeld in artikel 101 der Lager
Onderwijswet Ï92O te verleenen respectievelijk van ƒ.864.14 en ƒ.618.46.
Op een verzoek van het Bestuur der Hervormde Christelijke School
aan den Stadsohendijk om beschikbaarstelling van de benoodigde gelden voor de
aanschaffing van een naaimachine ten behoeve van het handwerkonderwys wordt
zonder hoofdelijke stemming besloten het verlangde bedrag beschikbaar te stel- I
1 en,terwijl op het verzoek van het Bestuur der Vereeniging „de School met den
Bijbel"alhier om gelden beschikbaar te stellen voor de betaling van een reeds j
aangekochte kachelafwjjzend wordt beschikt.
De Voorzitter zegt,dat van de heeren B.van der Linden en C.Maris,Czn bericht j
is ingekomen,dat zij hun benoeming tot lid der Commissie tot Wering van School-
verzuim niet aannemen.
Hierna wordt overgegaan tot benoeming van twee leden.Na gehouden stemming
blijken de heeren A.P.Timmers en C.Dane,Kzn met algemeene stemmen te zijn be
noemd.
Vervolgens worden Burgemeester en Wethouders,zonder hoofdelijke stemming,
gemachtigd met den Noordbrabantschen Christelyken Boerenbond een contract aan j
te gaan omtrent de destructie van vee en vleesch.
RONDVRAAG.
De heer A.Oosters vraagt nog eenige inlichtingen omtrent de aanbesteding der
onderhoudswerken over 1931«^°lêens spreker had het inschryvingsbiljet van den j
aannemer van het metselwerk ter zijde moeten worden gelegd.Het is in strijd met I
de bepalingen der Algemeene Voorwaarden.De aannemer heeft geen bedrag opgegevenji
voor onderhoud van de onderwyzerswoning.
De Voorzitter zegt,dat de Architect den aannemer heeft gevraagd of hij het j,
onderhoud op zich wil nemen voor het bedrag,waarvoor dit geraamd is,welk be
drag dan zou worden afgetrokken van de aannemingssom onderhoud O.L.School.De
aannemer heeft zich hiermede kunnen vereenigen.
De heer A.Oosters vindt dit niet juist.Spreker vraagt ook nog eenige inlich-
tingen omtrent den aannemer van het smidswerk,welke evenals de vragen van den
heer J.A.Maris omtrent de restauratie van het Gemeentehuis en het te laat ver
zenden van een antwoord op de in de vorige vergadering behandelde voorwaarden Ij
van de Stichting „Menno van Coehoorn" door den Voorzitter worden beantwoord.
De heer A.Oosters vraagt of de aannemers van de verbouwing der O.L.School
niet aangezegd kunnen worden,dat zij met den verbouw beter opschieten.
De Voorzitter zegt toe,den architect er op te wyzen,dat hy er voor moet zor- li
gen,dat zy met de verbouwing voortgang maken.
Een vraag van den heer C.A.van Gend of voor een hoofd van gezin,welke op
hooge leeftyd is en by de werkverschaffing werkt,niet door zyn inwonenden zoon |j