I 244. 1 29 Ootober 1931bekend,dat er misbruik van gemaakt wordt. De Heer J.A.Maris resumeert nog even den oorsprong van het betalen van dit bodeloon door de gemeente. De Heer O.Dane Gzn.aoht zich by het intrekken van deze vergoeding niet verantwoord tegenover z^jn buitenmensohen. Het voorstel van den Heer C.Marls Ozn.wordt in stemming gebracht en met *5 tegen 1 stem aangenomen. Voor stemden de Heeren O.Maris Czn.;B.Oosters;C.A.van GendjJ.A.Maris en J .van Sliedregt. Tegen de Heer C.DaneGzn.,terwyl de Heer J.L.Maris Lzn.blanco stemde. Volgno1De Heer B.Oosters vraagt,of in de vacature van ^en Ambtenaar van den Burgerlijken Stand niet wordt voorzien en zoo neen,waarom dan dit bedrag niet met die jaarwedde verlaagd .wordt i De Voorzitter zegt,dat het altyd nog in de bedoeling ligt,een derden Ambte naar van den Burgerleken Stand te benoemen. i Volgno.^8. De Heer J.A.Maris zegt,dat waar het Ryk voorgaat om de salaris sen te verlagen,wy als Gemeente nog achteraan komen. Wij zijn altyd zoo goed geweest de pensioensbijdragen voor de ambtenaren te betalen. Drie jaar geleden hebben wy ook al een circulaire van Gedeputeerde Staten ontvangen,of het niet gewenscht was de bijdragen door de ambtenaren zelf te laten betalen. Spreker heeft er toen lang voor gesproken,doch zijn redeneeringen vonden geen ingang. De tijdsomstandigheden zyn thans zeer slecht. En waar de Rijksambtenaren te- gen de plannen om hun salaris te verminderen,inbrengen dat de jaarwedden van de gemeenteambtenaren hooger zijn,is het voor ons een reden te meer om de I pensioensbijdragen door de ambtenaren zelf te laten betalen. De Voorzitter zegt,dat hetgeen de heer J.A.Maris aanvoert omtrent de Rijks ambtenaren, hi er niet op zijn plaats is. Ieder jaar is er by de behandeling van de Begrooting over het pensioenver- haal gesproken. Een paar jaar geleden is een besluit genomen,dat op de ambte naren die op dat moment in dienst der gemeente waren,geen pensioensbijdragen zouden worden verhaald en nu wil men dat besluit weer ongedaan maken. Wat betreft het verschil tusschen de jaarwedden der Rijksambtenaren en die j van de Gemeenteambtenaren merkt spreker op,dat het Ryk beter betaalt dan de i Gemeente Willemstad. Bovendien is het nog lang niet zeker,dat de verlaging by het Rijk doorgaat. Waar men op het standpunt staat,dat van de ambtenaren behoorlyk werk wordt verlangd,moet men hen ook een behoorlijk salaris willen geven. De salarissen zyn hier nooit op peil geweest,dus moet men nu daaraan ook niet I 24j5". niet knabbelen door pensioenverhaal. De Heer J.van Sliedregt zegt,dat ze vroeger tooh ook zelf moesten betalen. De Voorzitter ontkent dit. De gelegenheid is er wel geweest,maar men heeft er nooit gebruik van gemaakt. De Heer J.A.Maris zegt,dat de levensstandaard toen zoo was,dat er alleB voor was om die bijdragen voor Gemeenterekening te nemen. Al zyn nu de salaris sen laag,we moeten ook niet vergeten.dat we hier in Willemstad leven. De Voorzitter zegt,dat men de salarissen van Willemstad niet met grootere plaatsen moet vergelijken,doch met die van gelijksoortige gemeenten. De Heer J.A.Maris zegt,dat hetgeen hy altyd heeft gezegd,nooit misplaatst was,daar getuigt de destyds van Gedeputeerde Staten ontvangen circulaire van. Spreker acht het met het oog op den algemeenen toestand dan ook beslist noodig. De Heer C.A.van Gend zegt in beginsel wel wat voor pensioensverhaal te gevoelen,dooh waar destyds het besluit genomen is om op de in dienst der ge_ mennte zynde ambtenaren geen verhaal toe te passen,is spreker er voor,dat besluit te eerbiedigen. Wanneer spreker nagaat,wat de menschen verdienen en men daarvan nog pensi- j oenbydragèn moet betalen,dan blijft er byna niets meer over. Pensioenverhaal j beteekent salarisverlaging en daar is spreker voor Willemstad tegen. Men moet dat dan maar verhalen op de ambtenaren,die hoogere inkomsten hebben dan in deze gemeente. De Voorzitter zegt,dat omtrent deze kwestie reeds een besluit is genomen. De Heer J.A.Maris is van meening.dat dat besluit niets beteekentwant men kan er altijd op terugkomen. De Heer O.Dane stelt voor,om Gedeputeerde Staten te vragen,of zy het noodig oordeelen.dat omtrent deze aangelegenheid een regeling wordt getroffen. De Voorzitter zegt,dat de salarissen van Burgemeester,Secretaris en Ontvan ger door Gedeputeerde Staten worden geregeld en wanneer nu de gemeenten nog pensioensbijdragen gaan verhalen,dan krygen we weer ongelykheid. De Heer J.A.Maris vindt de vraag van den Heer C.Dane hier misplaatst. Wat betreft het eenige jaren geleden genomen besluitmerkt spreker op,dat toen de toestand ook anders was. Na eenige discussies wordt besloten (zonder hoofdelijke stemming).Gedeputeer- de Staten de vraag van den Heer O.Dane Gzn.voor te leggen. Voleno.41Naar aanleiding van dit volgnummer vraagt de Heer J.A.Maris,of van de hierop betrekking hebbende geldleeningen er niet voor conversie in ,i aanmerking kunnen komen. De Voorzitter zegt toe hieraan de aandacht te zullen sohenken. Volgno51De Heer B.Oosters vindt dezen post onnuttig. De Voorzitter

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1931 | | pagina 29