230. "beginsel te zeer geweld aan moeten doen.Ik ben dus bereid het of fer te brengen en opnieuw de Anti-Revolutionairen gelegenheid te gevmn de wethouderszetel te bezetten,doch ik moge het hopen dat zij uit de verkiezing deze les geleerd'moge hebben, dat het, wanneer zij deze gemeente voor rechtsch wenschen te behouden,noodig ié dat zij meer dan tot op heden de aandacht besteden aan de wenschen en verlangens der Ghrietelijk Historischen Ik weet dat mijn beslissing critiek zal uitlokken,dat zou zij ook, wanneer deze anders ware geweest,doch om des beginselswille geloof; -ik niet anders te mogen stemmen dan Anti-Revolutionair. Ik weet,daar zijn fouten gemaakt,ondanks mijn waarschuwingen,doch wie geeft zekerheid dat op andere wijze niet veel ernstiger fouten gemaakt zouden worden rul.beginselfouten.Ik heb gezegd. De Heer J.A.Maris zou den heer G.Dane een kort antwoord op zijn betoog willen geven en dat spreker voor zich zelf feitelijk nooit I heeft geweten, dat hij, zoolang hij al zitting heeft gehad een link- sche persoonlijkheid was. Spreker merkt de heer G.Dane op,dat voor het geval hij^da^^it het feit,dat hij niet voorkomt op een kerkelijke lijst,dit toch on juist heeft uitgedrukt ,daar op zijn candidatenlijst wel defgelijkV menschen voorkomen,die tot de een of.andere kerk behooren en die zx&h met hem ten volle sympatiseeren. De Heer B.Oosters zegt,dat hij gaarne van den heer G.Dane zou willen weten,welke reden hij heeft om hem bij de linksche parij in te deelen. De Voorzitter merkt op,dat de heeren hierover straks nog wel kunnen spreken,daar thans de verkiezing van Wethouders aan de orde is. Spreker stelt voor om eerst in de vacature van den Heer O.Dane te voorzien. Na stemming blijkt,dat op den Heer G.Dane Gzn.,4 en op den Heer J.A.Maris Y/zn.,3 stemmen zijn uitgebrachtzoodat de Heer G.Dane Gzn is herkozen. Na gehouden stemming voor de vacature van den Heer J.L.Maris Lzn blijken op den Heer J.L.Maris,4 en op den Heer J.A.Maris,3 stemmen te zijn uitgebracht, zoodat ook de Heer J.L.Maris Lzn., is herkozen. Een vraag van den Voorzitter of de Heeren zich deze herbenoeming1 laten 1 Sept.1931. Ingekomen stukken Schrijven Gomm.der Kon over restau ratie voor gevel 231. laten welgevallen,wordt bevestigend beantwoord. De Heer G.Dane Gzn.zegt de Heeren die tot zijn herbenoeming heb ben medegewerkt,dank. De Voorzitter zegt de benoeming der Wethouders 4 jaar geleden ook te hebben medegemaakt,doch kan niet zeggen dat het toen zijn volle instemming had. Het was onder die omstandigheden wel de meest gewenschte oplossing. Wij hebben thans 4 jaar samengewerkt en zooals het overal mede gaat hebben wij ook wel eens verschil van meening gehad. We behoeven ons echter geen illusies te maken dat dat zoo zal blijven. In elk geval heeft ieder naar zijn beste weten zoo goed mogelijk gewerkt. Er is in die 4 jaar wel wat in de goede richting gedaan. We waren wel eens scherp doch den laatst en tijd verdwijnen meer en meer de scherpe kanten. Het zal mij verheugen wanneer dat nog beter mag worden,waartoe ik gaarne wil medewerken thans draagt de wethoudersverkiezing mijn volle instemming. De Heer G.Dane dankt ook mede namens zijn collega J.L.Maris voor zijn woorden en hoopt mede te kunnen werken om de gemeente op te bouwen en een steentje tot welvaart te mogen bijdragen. De Voorzitter verzoekt vervolgens den Secretaris de notulen voor te lezen,welke onveranderd worden vastgesteld. Hierna v/ordj^voor kennisgeving aangenomen de volgende ingekomen stukken; a.een mededeeling van den Raad van State,dat voor 5 September a.s. zoonoodig de nadere memoriën en bewijsstukken moeten zijn ingediend i,z, het beroepschrift tegen het gegrond verklaarde bezwaarschrift van den Geneeskundig Inspecteur der Volksgezondheid tegen het be sluit van den Raad tot verlaging der jaarwedde van den Gemeente- Geneesheer, alhier,en b.een schrijven van Burgemeester en Wethouders waarbij de verschil lende rekeningen over 1950 worden aangeboden. De Voorzitter doet hierna mededeeling van een schrijven van den Commissaris der Koningin in Noordbrabant en wel naar aanleiding van zijn bezoek aan deze gemeente verzoekt hij met betrekking tot de restauratie van het Gemeentehuis goed te willen vinden,dat een vertegenwoordiger

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1931 | | pagina 22