lSept.1931, 'Vethouder ste no em ing C.Dane Gzn. J.L.Maris 228 ook aller toewijding gevraagd. 1 Se Ik wil nog de leden die hier niet meer terugkeerden en dat is in de eerste plaats de nestor van ons vorig College de Heer A. Oosters met de heeren J.H.Dane en J.A.Knook,mijn dank betuigen voor hetgeen zij tot opbouw der gemeente hebben gedaan. Verschillende leden zagen weer eirtelijke jaren aan hun zittings periode toegevoegd.Ik heb hier v.n.l.het oog op den.Heer J.A.Mariel die bijna al 30 jaren in den Raad heeft zitting gehad. Ook mijn ambtsvoorganger welke in de afgeloopen periode is over leden moeten we gedenken en dankbaar terugzien op hetgeen hij hier in dat 8 jarig tijdvak voor de gemeente heeft gedaan. Thans staan we dan ook voor een nieuwe Bestuursperiode. Aan U wordt veel gevraagd en ik hoop dat gij in Uw pogingen om de gemeente mede op te bouwen mag slagen.Laten wij echter bij het be- handelen van zaken niet te kleinzeerig zijn.Het moet in de eerste plaats gaan om de hoofdzaak. mogen Ik hoop op een aangename wijze met U samen te werken. De Voorzitter stelt voor om thans tot benoeming van Wethouders over te gaan. De Heer C.Dane vraagt naar aanleiding van het thans aan de orde gesteld wordende punt der agenda het woord en zegt dan het vol gende; Mijnheer de Voorzitter .Waar wij heden staan voor de verkiezing van) voor Wethouders gaan wij daarmede een niet belangrijk deel aangeven de richting, waar in wij wenschen^ dat onze gemeente de komende zittings periode zal worden bestuurd. Om hier zijn stem te bepalen is thans niet zoo gemakkelijk als dat voorheen het geval was. Immers in te genstelling met vroeger heeft de verkiezing ditmaal een verschui ving naar links gebrachtzoodat wij deze nieuwe situatie zullen hebben te overwegen. Immers een zoo belangrijke beslissing als thans moet niet genomen worden, zonder dat openlijk van deze beslis sing verantwoording wordt afgelegd. Deze verantwoording is te meer noodzakelijk om dat ik als lid van het Dagelijksch Bestuur dezer gemeente van nabij deovgang van zaken heb kunnen beschouwen. Terstond moge ik dan opmerken,dat deze vele malen niet mijn in stemming 229 i instemming hebben gehad. Moge ik herinneren aan de veel te royale wijze waarop gemeente gelden gebruikt zijn voor den bouw der nieuwe Bijzondere School. Moge ik herinneren aan den ongemotiveerde» grooten invloed die wordt toegekend aan de in deze gemeente bestaande stichting tot behoud van Mooi Willemstad,waardoor een onzer gemeenteleden bij den bouw van een garage den voet op ergerlijke wijze dwars werd gezet. Moge ik herinneren,dat ter gelegenheid van de besprekingen over de restauratieplannen van het Raadhuis',de in de vergadering van Burgemeester en Wethouders verkregen overeenstemming in den Raad terzijde werd geschoven. Genoeg voorbeelden om te doen begrijpen,dat ik vele malen tever geefs in de vergadering van Burgemeester en Wethouders een waar schuwend geluid heb laten hooren,doch echter zonder resultaat. De gevolgen daarvan zijn niet uitgebleven en het is niet toeval lig, dat de oppositie versterkt uit de stembus is gekomen. Wanneer ik thans op de oude voet doorga,wil dit zeggen,dat een offer van mij wordt gevergd. Immers opnieuw zou ik vrijwillig kie zen,de plaats waar mijn bezwaren niet al te zeer geteld zullen wor den en wanneer het gemeentebeleid hetzelfde zou blijven,dan zal speciaal mij de critiek niet gespaard worden. Waar mij een gelegenheid gegeven wordt mede door mijn stem uiting te geven en het verleggen naar een andere richting,is de beslis sing wel zeer moeilijk. Twee groote bezwaren ontmoet ik daarbij. Ie.Wanneer opnieuw de heer J.A.Maris Wzn.wethouder zou worden, dan zou dat een kiezen in reactionairen zin,immers in de lange ja ren van zijn Wethoudersschap hebben wij hem leeren kennen als een conservatief man en ik heb reden,te vreezen dat aan sociale voor zieningen niet die belangstelling betoond zouden worden als in overeenstemming is met den tegenwoordigen tijd. 2e.Ik zou als Christelijk Historisch man mijn beginsel geweld aan moeten doen indien ik thans een linkschenWethouder zou prefereeren boven een rechtschen. Dieze twee bezwaren zijn mij te groot .Hoeveel bezwaren ik tegen den gang van zaken heb,ik vrees,dat een linkschen wethouder andere bezwaren met zich mede zou brengen en boven alles zou ik mijn be ginsel

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1931 | | pagina 21