4 Juni 1930. 194. Hst gaat eveneens om het recht vh.ii het spel. We gaan geen salaris ver minderen,dooh de toelage,in verband met de aanwezigheid. Laat de seoretarie aan de Commissie een rapport verstrekken,waar de noodige gegevens instaan. De Commissie kan er dan kennis van nemen en trachten het zoo duidelijk mogelijk voor te brengen. Laat de commissie vrj of ze al of niet een deskundige in den arm wil nemen. De heer C.Dane,Gzn zou het wel aardig vinden indien de verdediging aan onzen plaatsgenoot Mr.Burger kon worden opgedragen. Daar komt geen aardigheid bij te pas, zegt de heer J.A.Maris,het gaat e: om de kwestie zoo zakelijk en zoo eenvoudig mogelijk voor te brengen. De heer J.L.Maris is er ook niet voor om een advocaat in den arm te nemen.Het is een eerlijke zaak. De heer J.A.Maris zegt, dat we alleen van de.diensten van een rechts kundige gebruik maken,omdat we wettelijk niet voldoende op de hoogte zijn en dan doet ook'de macht van het woord veel. De Voorzitter acht het in beroep gaan een vechten tegen de bierkaai. De Raad moet het weten of hij a 1 of niet wil doorzetten,doch spreker van zjn kant vindt het veel verstandiger zioh bij de beslissing van Ge deputeerde Staten neer te leggen. De gemeente zou de procedure hoog stens op formeele,gronden kunnen winnen. Dr.van Rossum is indertijd zon der eenig voorbehoud benoemd op een jaarwedde van ƒ.1500»Z^jn inkom sten zijn niet gewijzigd. Het is niet rechtvaardig,dat die jaarwedde nu willekeurig wordt verminderd. Is er bij de eerste benoeming een fout ge maakt,door de bevoegdheid tot vermindering niet voor te behouden,dan moet de gemeente de gevolgen daarvan dragen en.niet belanghebbende. Het begint steeds meer en meer voor te komen,dat de Raad niet altijd even goede wegen bewandelt,waardoor reeds verschillende zaken van hoo- gerhand zullen moeten worden opgelegd.. De Gemeenteraad heeft zich,als vertegenwoordiger der burgerij,daarvoor ernstig rekenschap tegeven. We gaan zoo steeds meer de richting uit in een voor Willemstad ongunstiger zin. Dat is Uw schuld,zegt de heer C.Dane,Gzn.U is aan den kant van Dr. van Rossum gaan staan ;U hebt altijd zelf gezegd dat een bedrag van 1500.= veel te veel was en bij Gedeputeerde Staten beweert U,dat het niet te veel is. Uw opmerking is niet juist,zegt de Voorzitter.Ik heb beweerd,dat er op het oogenblik geen aanleiding bestaat om tot verlaging over te gaan. De heer J.A.Maris zegt,dat het hem verwondert van den Voorzitter de opmerking te moeten hooren,dat de Raad ten aanzien van verschillende zaken een verkeerde positie inneemt. Spreker heeft reeds verschillende Burgemeesters hier meegemaakt en daarbij de ondervinding opgedaan,dat die Burgemeesters altijd hebben getracht den Raad te steunen en te zorgen 4 Juni 1930. Tegemoetkoming inge volge artikel 13 der I.ager-Onderwijswet 1Q20. Gemeenschappelijke rege ling betreffende toela ting van kinderen uit Willemstad op de O.L. school te Oudemolen. ^}6 ggj- 155. zorgen,dat hij op het rechte pad bleef. Sinds U als voorzitter optreedt is daarin verandering jgekomen Het vertrouwen ontbreekt. Uit uw op treden heb ik reeds begrepen,dat U mj' niet vertrouwt,doch ik vertrouw U niet. Eén ding is echter van beteekenis,dat de Raad het unaniem eens is. Dat zegt niets,zegt de Voorzitter. De Gezondheidscommissie Gede puteerde Staten en de Inspecteurs van de Volksgezondheid denken er an ders over. Deze bewering zou waarde hebben,zegt de heer J.A.Maris,indien U die heeren met de Wethouders bezocht hadt. Hu hooren en zien ze alles van één kant en worden ze éénzjdig voorgelicht. U heeft den Raad altjjd tegengewerkt, als zjjn opvatting niet met de Uwe strookte. Hierna wordt met 9 Btemmen vóór besloten tegen het besluit van Ge deputeerde Staten tot niet goedkeuring der Gemeentebegrooting voor 1930,bij de Kroon voorziening te vragen. De heer Oosters onthield zich van stemming. De heer J.A.Maris verzoekt de medewerking van de Secretarie,voor de noodige gegevens. De heer C.Dane,Gzn beveelt den Heer Mr.Jac. Burger négmaals aan. De Voorzitter vindt het 't beste,dat de bestaande Raadscommissie deze zaak maar verder behandelt en daarvoor een blanco crediet krjgt,waar uit zij eventueels kosten van rechtskundigen bjstand kan betalen. Zonder hoofdeljke stemming wordt daartoe besloten. Aan B. Remjn alhier wordt overeenkomstig zjn verzoek over Let school jaar 1930/1931 een tegemoetkoming van ƒ.29.per kind verleend,dat den leerplichtigen leeftjd bezit en op de R.K.School te Fjnaart schoolgaat. j| Vervolgens komt in behandeling een schrjjven van Gedeputeerde Staten betreffende Gemeenschappeljke regeling van de toelating van kinderen uit Willemstad op de door de gemeente Fijnaart te stichten O.L.School te Oudemolen. De Voorzitter zegt,dat Burgemeester en Wethouders zich ten deele met de door Gedeputeerde Staten aangegeven wijzigingen in de dezerzjds op gemaakte overeenkomst kunnen veroenigen,hoewel een regeling van de bj- drage in den schoolbouw overeenkomstig het bjzonder onderwjs nadeeliger j uitkomt,dan de regeling als in ons ontwerp opgenomen. Niettemin willen Burgemeester en Wethouders daarover heen stappen, omdat de rejgeling betreffende de bjzondere scholen door de wet als bil- 1jk is erkend. Burgemeester en- Wethouders kunnen echter niet accoord gaan met het voorstel van Gedeputeerde Staten om ook bj te dragen in de kosten van den bouw der onderwjzerswoning. De bestaande woning is met gemeenschappeljk kapitaal gebouwd,deze woning

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1930 | | pagina 7