29 October 1930* TOESTEMMING SECRETARIS BEKLEEDEN NEVENBETREK KINGEN. no. \7'k* De VOORZITTER deelt mede,dat van den Secretaris een verzoek is ingekoni om,overeenkomstig artikel zijner Instructie,toestemming tot het bekleedi van een tweetal nevenbetrekkingen,n.l.Secretaris-Penningmeester van het Waterschap „de Ruigenhil" en Secretaris-Ontvanger der Ned.Herv.Kerk. De heer A.OOSTERS heeft er geen bezwaar tegen de gevraagde toestemming te verleenen,mits de Gemeente er geen schade belijdt,b.v.door het perBone ter Secretarie uit te breiden. De VOORZITTER merkt op,dat de Gemeente altijd bevoegd is een andere reg ling te treffen. SPREKER kan echter ook niet inzien,dat er een Gemeentebelang mede geba is,maar het schjjnt moeilijk te gaan voor deze betrekkingen andere geschik krachten te kragen. De heer J.A.MARIS zegt,dat hij bjj het lezen van dit verzoek zich onwil lekeurig de vraag heeft gesteld,zullen de werkzaamheden ter Secretarie h toelaten,dat de Secretaris dergelijke bijbetrekkingen bekleedt. SPREKER wil dan ook beginnen met Burgemeester en Wethouders te vragen of de werkzaamheden van den Secretaris van dien aard zijn,dat bij het be- kleeden van de genoemde b^betrekkingen de Secretariewerkzaamheden niet vastloopen. SPREKER doet deze vraag ook,omdat het salaris van den Secretaris,zonde deze bijbet rekkingen, van dien aard is,dat zij een menschwaardig bestaan opf 1 evert Burgemeester en Yv'ethouders weten toch zeker ook wel ofdat met de hulp j van een schrijver op de Secretarie alles op t^jd kan gebeuren. De VOORZITTER deelt den heer Maris mede,dat hij geen enkele reden tot l| gen heeft.Alles marcheert naar wensch. Op Uw vragen kunnen we nog geen definitief antwoord geven,maar wanneer het noodig is kunnen we altijd de toestemming nog intrekken. De heer J.A.MARIS vraagt of reeds een besluit genomen is,waarbij het aantal werkkrachten ter Secretarie nader is geregeld. De heer C.DANE zegt,dat de omstandigheden daartoe geen aanleiding hebb gegeven. De heer J.A.MARIS zegt,dat Burgemeester en Wethouders toch zeker wel kunnen beoordeelen of de bezigheden Van dien aard zijn,dat combinatie toj laatbaar is. SPREKER stemt er in toe,dat door den Secretaris pogingen worden aange wend om een betere positie te verkrijgen,maar we moeten niet vergeten,da we hier zitten voor de Gemeente. Kan op de Secretarie met tfan Breda Als hulp de zaak toch goed marchee: vraagt Spreker. <\73- De VOORZITTER zegt,dat het thans goed gaat,maar de toestand is nog van te recenten datum om er een definitief oordeel over te kunnen vellen. De heer J.A.MARIS zegt,dat er altijd iemand op de Secretarie moet zijn,die het publiek te woord kan staan,maar mijn vraag is of de werkzaamheden in het algemeen genomen naar behooren kunnen worden verricht. De heer C.DANE zegt,dat het thans uitstekend gaat. De heer J.A.MARIS merkt op,dat dit geen antwoord op zijn vraag is. SPREKER bedoelt de werkzaamheden in het algemeen genomen,want hij is bang, dat één persoon te zwaar belast wordt.Wanne er de Secretaris op zyn plaats is, dan ligt het in de reden,dat hij ook thuis studeert. SPREKER weet persoonlijk te goed,hoeveel tijd dergelijke administraties in beslag nemen. De VOORZITTER merkt den heer J.A.Maris op,dat volgens het desbetreffend artikel van de instructie de toestemming altijd nog zou kunnen worden inge trokken wanneer de ondervinding mocht leeren,dat het niet goed gaat. SPREKER zegt,dat,wanneer het nu goed^ gaatwaarom moeten we den Secretaris dan de gevraagde toestemming onthouden. De heer J.A..MARIS zegt,dat wanneer zijn vragen bevestigend worden beantwoord ;j hij direct in deze zaak toestemt. De heer J.H.DANE geeft den Voorzitter in overweging de Secretaris zelf den 1 heer Maris antwoord op zijn vragen te laten geven. Bovendien vindt de heer J.A.MARIS,dat op de Secretarie te weini-g uren wor den gewerkt .SPREKER zegt,dat 6 uur per dag werken niets te veel is.Op andere ;j kantoren wordt minstens zoolang gewerkt.Ook zou SPREKER het op prijs stellen, wanneer in de middaguren de secretarie ook een half uur Voor het publiek werd opengesteld.Er zyn menschen,die des morgens niet kunnen komen. De VOORZITTER vindt het jammer,dat deze opmerkingen worden gemaakt en vraagt,of het College van Burgemeester en Wethouders of den Raad ooit iets f heeft ontbroken. De heer J.L.MARIS kan zich met de voorstellen van den heer J.A.Maris niet vereenigen.We moeten een Secretaris niet aan banden leggen. De heer J.A.MARIS zegt,dat hij zoo het College bij inwilliging van het ver- i z<ba|c geen achterstand vreest en het voor de Gemeente ook geen extra kosten met zich brengtdirect met de regeling accoord gaat. De heer Q.A.VAN GEND is met administratie niet op de hoogte,doch SPREKER is van meening,dat,wanneer de Secretaris de werkzaamheden van den Polder en van de Kerk in zijn vrijen tijd do et, wij hem de gevraagde toestemming niet mogen onthouden. De VOORZITTER vindt het beter deze zaak zoo te laten loopen,Het jgaat nu toch immers ook goed en wanneer het tot ongewenschte toestanden aanleiding geeft kunnen we er immers toch nog op terug-komen.

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1930 | | pagina 17