y&/-
oA*
21_Maart_1922.
MEDEDEELINGEN.
BEGR00TINGS1WZIGINGEN
VERMENIGVULDIGINGS
CLJFER 1929/1930.
108.
me en en, dat het billik is,dat een kleine bijdrage wordt verleend.
De heer J.A.Maris vraagt of degene,die daar sohool gaat ook sohool
geld betaalt, zoo ja,dan vindt Spreker geen aanleiding om te subsi
dieeren.
Werd een subsidie voor de oprichting van een sohool gevraagd,dan stond
de kwestie nog iets anders.Hoe meer leerlingen er sohool gaan,hoe bete
het voor de sohool is.Spreker kan niet zeggen,dat met het bestaan dier
school een Gemeentebelang gemoeid is.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierop besloten het verzoek af te
wijzen.
Vervolgens worden voor kennisgeving aangenomen s
a.Een verslag van de Commissie van Toezicht op het Lager-Onderwys over
1928.
b.Idem van de Commissie tot wering van Schoolverzuim.
c.Een mededeeling van Gedeputeerde Staten,dat de Gemeente-Begrooting
voor het dienstjaar 1929 is goedgekeurd.
Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt ongewijzigd vastgesteld
een tweetal ontwerp-besluiten tot Wijziging der Gemeente-Begrooting
voor de dienstjaren 1928 en 1929
Gelijke vaststelling vindt plaats van een ontwerp-verordening tot aar
vulling van de Verordening op de Keuring van Waren, ingevolge de Warer
wet.
Vervolgens stelt de voorzitter aan de orde de vaststelling van het
vermenigvuldigingscijfer voor het belastingjaar 1929/193° en in verbant
daarmede het voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging van
de Verordening tot heffing van een Gemeentelijke Inkomstenbelasting.
De Voorzitter zegt,dat,om het voor het dienstjaar 1929 aan Gemeente'
ljjke Inkomstenbelasting benoodigde bedrag te kunnen verkrijgen,het maxi
mum-vermenigvuldigingsgetal van 1,9 tot 1,7 moet worden opgevoerd. De
Verordening op de heffing van een Gemeentelijke Inkomstenbelasting ver
meldt echter als maximum cijfer 1,9»zoodat dit cijfer onder Koninklijke
goedkeuring moet worden gewijzigd.
De heer A.Oosters vraagt of het niet beter is,dat het vermenigvuldi-
gings cijfer op 1,9 werd gehandhaafd en dat het te kort komende bedrag
werd gehaald uit opcenten op de hoofdsom der vermogensbelasting.
De voorzitter zegt,dat met de belastingen dikwerf eigenaardig wordt
omgesprongen en dein stelt men zich ook dikwijls de vraag, waarom de een
in verhouding meer betalen moet dan den ander. Dit idee is echter lan|
zamerhand naar voren gekomen.Van de hooge inkomens wordt ook hier in
verhouding al veel meer betaald dan van de lagere.
In Willemstad is de progressie vrij sterk en in de gegeven omstandig
heden heeft het dan ook weinig zin de vermogensbelasting ook nog aan tl
pakken.
109.
Er is eohter nog iets wat het minder wensohelipc doet zijn verandering
in den bestaanden toestand te brengen,n.l. het wetsontwerp tot regeling
van de finantieele verhouding tusschen Rijk en Gemeenten,dat binnen een
paar jaren een geheele ommekeer in het Gemeentelijk belastingstelsel te
weeg zal brengen.
Afgescheiden nog van de genoemde factoren gaat het z.i. ook niet aan
staande een vergadering wijziging te brengen in een bestaand stelsel.
De heer Oosters zegt,dat op vele plaatsen opcenten op de hoofdsom der
Vermogensbelasting worden betaald.Spreker komt voornamelijk op voor den
middenstand,welke hier te zwaar belast is.De hoogere inkomens kunnen
het veel beter missen.
De voorzitter zegt,dat het best mogelijk is,dat door de heffing van
opcenten op de hoofdsom der vermogensbelasting,de hoogere inkomens
minder zullen betalen,dan bij opvoering van het vermenigvuldigingsoijfer
tot 1,7» vanwege de sterke progressie.
De heer J.A.Maris zegt,dat het,om in casu tot een juiste beoordeeling
der kwestie in staat te zjjn,noodig is te weten,wat voor de hooge inko
mens aan belasting moet worden betaald.
De heer Oosters schijnt daarmede eohter niet voldoende op de hoogte
te zijn.Het gaat niet aan om klakkeloos de vermogens zwaarder te belas-
I ten. Er zijn grenzen.
De heer Oosters heeft in het feit,dat in zooveel gemeenten opcenten
j op de hoofdsom der Vermogensbelasting worden geheven,aanleiding gevon-
I den deze zaak ook hier te bespreken.
De heer J.A.Maris zegt,dat we hier altijd een eigen hoofdelijken omslag
j gehad hebben.In verband met wijziging van het belastingstelsel is den
Raad gevraagd wat hjj wilde hebben een eigen Inkomstenbelasting of op-
oenten op de hoofdsom der Rijksinkomstenbelasting.
Er gingen stemmen op om Opcenten op de hoofsom der Ryksinkomstenbe
lasting te kiezen,doch aangezien het geval zich dan zou kunnen voordoen,
dat met de opbrengst dier opcenten niet zou kunnen worden volstaan en
alsdan een niet progressieve inkomstenbelasting zou moeten worden ge
heven heeft de Raad een eigen progressieve Inkomstenbelasting.gekozen,
j waarvan de progressie aanmerkelijk boven het tarief van de Rijksinkomsten
belasting uitging. Van het vermogen wordt in versohillende vormen be
taald. Spreker geeft den Heer Oosters in overweging zich,alvorens met
een voorstel tot heffing van»opoenten op de hoofdsom der vermogensbe
lasting te komen,van een en ander eens terdege op de hoogte te stellen.
Spreker zal gaarne de moeite doen den heer Oosters in te lichten.
De Voorzitter vindt een onderwerp als thans aangesneden beter thuis
by behandeling van de Gemeente-Begrooting.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierop besloten het in de verordening