99.
Januari 1P.Q,
98.
In de tweede plaats geven Gedeputeerde Staten in overweging het J
I 9 Januari 19^9»
de Politieaohool te Hilversum toegekende jaarljjksche subsidie,als-I
mede het lidmaatschap van den Provincialen Brarxïweerbond ook in de
toekomst gestand te doen,met het oog op het feit,dat daarmede een
algemeen belang wordt gediend en er sleohts een gering bedrag mede
is gemoeid.
De heer J.A.MARIS,zegt,dat de Raad ook in de vorige vergadering
met dat belang op de hoogte was.Sedert dien zijn echter geen nieuwe
gezichtspunten in dat opzicht geopend en spreker heoft ook geen
andere zienswijze gekregen.
De heer A.OOSTERS zou maar bü het gebomen besluit willen blijven.
De heer J.A.MARIS begrijpt niet wat Gedeputeerde Staten met hun op
merking bedoelen.Er is toch besloten de bedragen voor 1929 te hand
haven.
De VOORZITTER zegt als de bedoeling van den Raad te hebben begre
pen, dat de bedragen wel worden gehandhaafd doch niet mochten worden
uitbetaald.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hieromtrent besloten de geraamde!
bedragen voor 1929 te handhaven en ook uit te betalen.
Burgemeester en Wethouders worden zonder hoofdelijke stemming ge
machtigd een en ander nader af te doen.
De volgende ingekomen stukken worden voor kennisgeving aangenomen:!
Een drietal besluiten tot wijziging van de Gemeentebegrooting en der
Begrooting van het Gemeentelijk Eleotriciteitsbedrijf voor 1928,voor-1
zien van het bewijs van goedkeuring door Gedeputeerde Staten.
Een circulaire van de Hollandia Drukkerij te Baarn omtrent aanbie-I
ding van een verzameling geschriften over het Wetsontwerp tot rege
ling van de finantieele verhouding tusschen Rijk en Gemeenten.
Een Koöininkljjk Besluit van 13 December 1928,No.4,houdende goed
keuring van de verordening op de heffing van keurloonen en van rech
ten voor het gebruik van het noodslaohtingsgebouw.
Een proces-verbaal van kasopname bij den Gemeente-Ontvanger.
De VOORZITTER brengt vervolgens ter tafel een verzoek van de Ko
ninklijke Nederlandsche Politiehondvereeniging om toe te treden als
lid dier Vereeniging.
SPREKER zegt,dat enkele jaren geleden ook van de zijde der hier
gestationneerde Maréchausseebrigade nog al actie ten aanzien van po-I
litiehonden bestond.Zelfs was hier een plaatselijke afdeeling.Men be-|
schouwde het gebruik van politiehonden nogal van belang voor het plat
te land en de Gemeenteraad gaf aan deze plaatselijke afdeeling dan
ook enthousiast ƒ.29.- subsidie.
Spreker hoeft echter gehoord,dat deze afdeeling is opgeheven en
lubsidie 'on. Tied. Politie
hond Vereeniging.
Recognitie palen elec-
trisch net.
[Vergoeding Bijz.Scholen
art.101 L.O.Wet 1920.
-Af l//f
daardoor blijft ook de subsidie in de Gemeentekas.De Kapitein der
MaréohauBsee zou het ook op prys stellen,indien de Raad tot het
toetreden als lid zou kunnen besluiten.Politiehonden bewijzen,naar
die Kapitein mededeelde,nog steeds uitstekende diensten bij de op
sporing van misdadigers.
Burgemeester en Wethouders kunnen echter geen vrijheid vinden den
Raad tot toetreding te adviseeren.
Zonder hoofdelijke stemming wordt het verzoek hierop voor kennis-
ving aangenomen.
Verder stelt de VOORZITTER aan de orde een adres van M.van Kal en
anderen om hun alsnog een recognitie van ƒ.0.25 per op hun eigendom
staanden paal van het electrisoh net uit te betalen over de jaren
dat betaling vanaf 1921 achterwege bleef.
De VOORZITTER zegt,dat indertijd van Gemeentewege een advertentie
werd geplaatst,dat belanghebbenden,die voor vergoeding van ƒ.0.25
per paal per jaar in aanmerking wenschten te komen,zich daarvoor ter
Secretarie konden aanmelden.
Enkelen hebben zich opgegeven en die zijn ook betaald,dooh anderen,
onderteekenaars zelfdvan het adres,hebben niets van zich laten hoo-
ren.
Hoe kwam de Gemeente er toe een advertentie te plaatsen,de menschen
willen het toch allemaal wel hebben,zegt de heer J.H.DANE.
De VOORZITTER zegt,dat die advertentie werd geplaatst,omdat er twij
fel bestond of de palen van 't net op grond van .particulieren dan
wel van de provincie stonden.
De heer A. OOSTERS vindt het al aardig,dat degenen,die het gevraagd
hebben betaald zijn.
De heer J.A.MARIS zou degenen,die het indertijd gevraagdjhebben ook
het achterstallige bedrag willen betalen.De anderen niet.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hiertoe besloten.
Vervolgens wordt aan de Besturen der Hervormde Christelijke Schoolver-
eeniging aan den Stadsohendijk en aan „de School met den Bijbel" op de
Voorstraat een voorschot op de Gemeentelijke vergoeding,ingevolge arti
kel 101 der Lager Onderwijswet 1920,voor 1929 toegekend van respectie
velijk ƒ.1031.80 en ƒ.686.40.
De VOORZITTER brengt hierop de schoolkwestie ter sprake en memoreert
daarbij nog een en ander.
Het slot van de zaak is, 'at het Schoolbestuur de medewerking van den
Inspecteur van het Lager Onderwijs heeft ingeroepen,die met den Bouwkun
dig Inspecteur,een onderzoek in loco heeft ingesteld,met als resultaat
een aan het Gemeentebestuur gericht schrijven,waarin de verbouw der Bij-