- 1?4 Wethouders niet met een behoorlek voorstel zyn gekomen.Spreker vindt de reden ering van den Voorzitter een eigenaardige redeneering en had verwacht,dat hjy meer de belangen der gemeente zou hebben bepleit,doch de Voorzitter spreekt hier speciaal voor het belang van Dr.van Rossum. In 1922,toen Dr.Heller ontslag nam als Gemeente-Geneesheer moest de vacature met spoed worden aangevuld en dat was oorzaak,dat als het ware per force een salaris van 1^00.= werd toegekend.. De motieven,welke toen voor dit bedrag pleitten,gelden thans niet meer.Het laatste benoemingsbesluit is voldoende gemotiveerd gesteld en we zjjn thans verplicht hierover te spreken,zegt Spreker. De Voorzitter acht nog geen aanleiding aanwezig om in de salaris-re geling wijziging te brengen. De heer J.A.Maris zegt, dat het feit,dat de accoucheuse de praktijk heeft neergelegd,aan Dr.van Rossum ook voordeel heeft bezorgd.Dr.He]1 er bezoekt als dokter nog slechts bij hooge zeldzaamheid een patiënt ,zoo-: dat het practisch voor komt,dat we hier ook slechts één geneeskundige hebben,Er practiseeren ook nog andere doktoren in deze gemeente,zal men zeggen,doch deze kwestie moet buiten beschouwing blijven. We kunnen Dr.van Rossum toch niet gaan beloonen naar hjj al of niet te doen heeft. De heer van Gend heeft begrepen ,dat Dr. Heil er voor goed de praktijk heeft neergelegd. Spreker weet althans zeker,dat hy patiënten heeft weg gestuurd. De Voorzitter vraagtwaarom Dr.Heller zyn praktijk niet neerlegt. Hy' had het indertijd beloofd en 't is dus gebleken,dat men op zijn zeggen geen staat kan maken. We moeten zoeken waar het zit. In 1922 riepen de menschen om een hieuwen dokter.Laat ze er dan nu ook heen gaan. De Heer J.A.Maris zegt, dat onze gemeente voor 2 doktoren veel te klein is.Om echter een jongen dokter te krijgen en in verband met het feit,dat spoedige aanvulling der vacature noodzakelijk was,is een tege moetkoming van 1500.= gegeven. Dit bedrag heeft de Gemeente-Genees heer echter nooit verdiend aan de armlastige patiënten, Enn speciaal voor de armenpraktijk moeten we hier een dokter hebben. De heer Oosters zegt,dat onze gemeente niet buiten een dokter kan. Omdat de praktik niet groot is,moeten we feitelijk meer geven dan we kunnen. De Voorzitter is voor het afwashten van een stabielen toestand. De heer C.Dane,Gzn,zegt,dat we deze kwestie moeten willen zien,zooals ze is. Ontegenzeggelijk is Dr.van Rossum in praktijk vooruit gegaan,want Dr.Heller heeft zoo goed als geen patiënten meer.Aan het openleggen ier boeken door Dr. van Rossum hebben we niots.Stel b.v. het geval,dat Dr.van Rossub 25 October 19^9 -135- Dr van Rossum 100 patiënten aan den dijk had en er gaan er 50 naar Dr. de Visser te Fijnaart,dan zouden de boeken zeker een lagere uitkomst dan voorheen aangeven en hiervoor tooh kan de gemeente geen bijdrage geven. De Voorzitter zegt,dat Dr.Heller laatst een patiënt aan Dr. van Rossum! had overgegeven. Den volgenden dag bezocht Dr.Heller dien patiënt ech- ter weer.Dr.van Rossum zegt, dat hij tot verlaging van zijn salaris niet kan medewerken,zoolang nog geen stabiele toestand is ingetreden. De heer J.A.Maris zou het salaris willen terugbrengen tot 1000.=. De heer C.A.van Gend zou de jaarwedde liever zien bepaald op het bedrag,dat Dr.Heller vroeger genoot,zijnde f.6ö0. De Voorzitter zegt,van een besluit tot verlaging van het salaris nog geen gevolg te zien. Wat bedoelt U daarmee,vraagt de heer C.Dane,Gzn,soms dat U er zich niet bij neerlegt 1 De heer J.A.Maris,stelt voor de jaarwedde van Dr.van Rossum,als Ge meente-Geneesheer, ingaande 1 Januari 1930»terug te brengen van 1^00.=.|i op ƒ.1000. De heer A.Oosters was met een idee tot verlaging op ƒ.1200.= van huis ju gegaan. De heer J.L.Maris kan zich by dit laatste oyfer niet neerleggen. 't Vorig jaar werd zijn voorstel tot verlaging op ƒ.1200.= verworpen. Wel kan Spreker accoord gaan met een verlaging tot 1000.=. Het voorstel van den Heer J.A.Maris wordt hierop in omvraag gebracht en met tegen 1 stem aangenomen. Tegen stemde de heer A.Oosters. De Voorzitter zegt vervolgens,dat er geen bezwaar bestaat tegen het I idee van den Heer Oosters om niet meer over te gaan tot vernieuwing van het ijzeren hek aan de Kerkring. Ook met het voorstel van den Heer A.Oosters om aan de spuisluis een windwerk aan te brengen kunnen Burgemeester en Wethouders accoord gaan. Voor het gebruik van een gedeelte van de voormalige centrale is het aanbrengen van een paar deuren wenschelyk. Ten.aanzien van de verniewing van de ramen op de Secretarie is geen post op de Gemeente-Begrooting uitgetrokken.Burgemeester en Wethou ders willen eerst het rapport afwachten van Monumentenzorg. De heer J.A.Maris zou de noodzakelijke vernieuwing willen doen aan brengen. De Voorzitter zegt, dat Burgemeester en Wethouders liever eerst het rapport van Monumentenzorg afwachten. De Gemeente-Architect acht blijkbaar aanschaffing van een dommekracht noodig..

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1929 | | pagina 20