50.
weggegaan naar Gedeputeerde Staten.Zoowel by den Gemeenteraad als bij
Gedeputeerde Staten zyn bezwaren tegen het plan ingebracht.By Gedepu
teerde Staten behalve door ingezetenen dezer Gemeente nog door den Stedebouw
kundigen Raad.Deze had bezwaar in het plan op te nemen het zuidelyk gedeelte
omdat daarmede van de landzyde het gezicht op het Oude Vestingstadje voor
een groot gedeelte zou worden benomen.Burgemeester en Wethouders hebben het
bezwaarschrift om bericht en raad ontvangen en Gedeputeerde Staten medege
deeld, dat zy zich konden vereenigen met het laten vervallen van het Zuide
lyk gedeelte van het plan,als door den Stedebouwkundigen Raad bedoeld.
De Heer J.A.MARIS,merkt op,dat het bouwplan dus zoowat voor de helft is
ingekrèmpeltln welk stadium verkeeren we nu,vraagt SPREKER.Hy vraagt dit
in verband met aan spreker gedane mededeelingen,als zoude de Gemeente thans
kunnen worden verplicht om in het plan voor plantsoen geprojecteerde terrein
op den eigendom van spreker en den Heer C.Dane,Gzn,te onteigenen.Het is
niet onmogelyk,dat een aanvraag tot onteigening wordt gedaan en is het daar
om niet wenschelyk,alvorens we het plan accepteeren,deze aangelegenheid eens
nader te bezien en ter kennis van Gedeputeerde Staten te brengen.Spreker zal
nog nader by deskundigen ter zake informeeren,en wilde een en ander daarom
thans maar aanhouden.
De VOORZITTER zegt,dat van onteigening geen sprake kan zyn.
Weet U dat goed,vraagt de Heer J.A.MARIS,waarop de VOORZITTER toestemmend
antwoordt.
De Heer J.L.MARIS merkt op,dat het uitbreidingsplan is aangenomen in ver
onderstelling,dat de uitvoering geen cent aan de Gemeente kost.
De Heer J.A.MARIS wil den Raad even waarschuwen alvorens het plan volle
dig wordt geaccepteerd.Spreker zal nader informeeren of er geen verplichtin
gen op het dak der Gemeente kunnen worden geschoven,welke der Gemeente geld
kosten.
Daar is geen sprake van,zegt de VOORZITTER,trouwens de Raad heeft ook
niets te accepteeren.Het uitbreidingsplan is goedgekeurd,waarvan by deze
mededeeling aan den Raad geschiedt.
RAADSCOMMISSIE.
De Voorzitter zegt,dat,zoo de heeren weten hy vernietiging gevraagd heeft
van het Raadsbesluit waarby werd opgeheven de opschorting der werkzaamheden
van de in de vergadering van 19 December 19^7 benoemde Raadscommissie.Deze
zaak heeft echter niet dien gang gehad,welke hy reeël had moeten hebben.
Spreker heeft n.l.de desbetreffende aanvrage tot vernietiging ingetrokken.
Zy is.niet doorgegaan,zulks naar aanleiding van met hoogerhand gevoerde
correspondentie.Het desbetreffende besluit is derhalve niet vernietigd.
Mogelyk heeft men daarbij ook de overweging laten wegen „laten we den Raad
terwille zyn .Niettemin kan deze Commissie naar sprekers meening nog steeds
51.
niet door den beugel
Aan de desbetreffende,van hooger hand ontvangen,mededeelingen is echter
de verwachting vastgekoppeld,dat de Oommissie een bescheiden gebruik van
haar mandaat maken zal en zich niet op een terrein zal begeven waarop zij
niet thuis hoort.
Mocht dit onverhoopt toch plaats vinden,dan moet spreker daarvan bericht
zenden.
Het schijnt voor verschillende personen nog niet recht duidelijk te zyn
geweest op welke wijze de Commissie weer in werking kon komen er werd
o.a.de meening gehuldigd,dat de Commissie na dertig dagen haar werkzaamheden
weer automatisch kon hervatten.Daar is echter geen sprake van.
De Burgemeester heeft het besluit uit te voeren.Aan die uitvoering kon hy
echter geen gevolg geven zoolang hy zich niet gekweten had van zijn opdracht
om aan de Raad de mededeelingen van hoogerhand te doen.
Spreker heeft daarom de Raadscommissie ook nog niets kunnen laten doen.
Men heeft spreker gevraagd om afschrift en inzage van raadsbesluiten en
om het gebruik van de RaadzaalSpreker heeft aan die aanvragen practisch
niet kunnen voldoen,omdat hy toch niet kon en mocht vooruitloopen op zyn
van hoogerhand ontvangen opdracht en tevens om te voorkomen,dat de Commissie
onbedacht,mogelijk misbruik van haar vrij mandaat zoude kunnen maken.Spreker
zal nog eens nader informeeren binnen,welke grenzen de Commissie zich mag
bewegen en deelt nog eens mede de verschillende Commissiën,welke volgens
de Gemeentewet bestaanbaar zijn.
De bestaande Commissie is een Commissie ad hoe.
Men heeft spreker van hooger-hand opgedragen nader mede te deelen,wanneer
de Commissie van haar opdracht onbescheiden gebruik maakt en hy zal nog
eens informeeren,welk terrein de Commissie mag betreden en haar dan ter
zake een vingerwyzing geven.
Met inachtneming van deze mededeelingen kan de Commissie dan hare werk
zaamheden hervatten.
Dus we kunnen aan de gang,zegt de Heer C.DANE,Gzn.
De Commissie mag een bescheiden gebruik van haar mandaat maken,zegt de
VOORZITTER.
Indien de Heer J.A.MARIS,Wzn.den Voorzitter goed begrepen heeft is deze
begonnen met vernietiging van het desbetreffende Raadsbesluit aan te vragen,
doch hij heeft die aanvrage ingetrokken naar aanleiding van gevoerde Corres
pondentie.
Na de intrekking was er derhalve geen toestand meer mogelijk,dat de Commis-
sie zou vernietigd worden.
Is deze stelling juist,vraagt de heer J.A.MARIS.op welke vraag de VOORZIT-
TER toestemmend antwoordt.