90.
is toch geen extra uitgaaf noodig.Spreker begrijpt niet,dat de
Stadsarbeider dat niet zou kunnen doen. Zijn werkzaamheden zijn toch
veel minder dan vroeger geworden,of zijn er misschien andere werkzaam
heden bygekomen Vroeger moest de Stadsarbeider by zijn ander werk
vroeg
nog 's avonds alle straatlantaarns aansteken,deze 's morgens/weer
uitdoen en de lantaarns overdag schoonmaken.Bovendien 's avonds nog
klokluiden.Al die werkzaamheden zyn vervallen.Tegenover deze vermin
derde werkzaamheden kan toch zonder bezwaar gesteld worden het vuil
een keer per week meer te laten weghalen.
Spreker is dan ook tegen verhooging van dezen post.
Is het geven van proces-verbaal niet een goed middel om het werpen
van vuil in de slooten tegen te gaan
De VOORZITTER zegt,dat de menschen veelal geen raad weten met hun
vuilnis en dat is oorzaak,dat ze er zich van ontdoen door het in de
waterleidingen te gooien.Politioneel optreden lykt spreker niet de
gewenschte oplossing.
De heer J.A.MARIS zegt,dat men het vuil toch op den stadsmestput
mag brengen.
De VOORZITTER zegt,dat Burgemeester en Wethouders deze zaak nader
zullen bekijken en zullen trachten een bevredigende oplossing,zonder
extra kosten voor de Gemeente,te vinden.
VOLGNUMMER 120 t/m 12J. De heer J.A.MARIS vraagt inlichtingen over
deze volgnummers,welke hem op voor hem bevredigende wijze worden ver
strekt.
Op een vraag van den Voorzitter of een der heeren het woord nog
over de Begrooting verlangtzegt de heer J.A.MARIS,dat hy een heele
redeneering over salarissen gehoord heeft.Spreker wilde daarover in
besloten zitting spreken.De een zal mogelijk voor vermindering in aan
merking komen, een ander wellicht niet. Daar bij zullen waars chijnlyk
dingen ter sprake komen,welke beter niet in openbare vergadering
behandeld kunnen worden.
De VOORZITTER vraagt of een der leden nog het woord over de Be
grooting verlangt.
Aangezien zich niemand aanmeldt en ook geen der leden daarover
stemming verlangtpasseert zy zonder hoofdelijke stemming ongewijzigd
den hamer.
RONDVRAAG.
De heer J.A.MARIS vraagt of er naar aanleiding van den aan Gede
puteerde Staten uitgeganen brief ter zake van een ambtswoning al be
richt is ingekomen en of de Voorzitter het bekend is,dat de Raad
antwoord op dat schrijven ontvangt.
De VOORZITTER zegt,dat wanneer een schrijven voor den Raad besterad
91.
binnenkomt het in de Raadsvergadering ter tafel wordt gebracht.
De heer J.A.MARIS zegt,dat de Begrooting nog niet is geaccepteerd.
Spreker wilde eerst in besloten zitting de salariskwestie behandelen.
De VOORZITTER zegt,dat hij uitdrukkelijk gevraagd heeft of nog een
der leden het woord over de begrooting verlangde,doch niemand meldde
zich daarvoor aan,waaruit spreker de conclusie trok,dat zy ongewijzigd
werd geaccepteerd.Heeft spreker ten dezen mis-verstaan en wil de heer
Maris de salariskwestie in verband met de Begrooting behandelen dan
kan dat nog,doch dan alleen in openbare zitting,aangezien in besloten
zitting niet over de Begrooting mag worden beraadslaagd.
De heer VAN GELD zou een en ander gerust in openbare vergadering
willen behandelen.
De heer A.OOSTERS vraagt of Burgemeester en Wethouders soms een voor
stel hebben om over te gaan tot verhaal van pensioensbijdragen op de
G eme ent eambt enaren
De VOORZITTER antwoordt ontkennend.De Begrooting wordt door Burge
meester en Wethouders aangeboden zooals zij daar ligt,derhalve zonder
verhaal van bydragen voor pensioen.
De heer C.DANE Gzn. vraagt of bij het ongewijzigd accepteeren van de
Begrooting ook het salaris van den Gemeente-geneesheer ongewijzigd
wordt gehandhaafd.
De VOORZITTER antwoordt ontkennend.Het salaris van den Gemeente-ge
neesheer wordt los van de Begrooting behandeld,gelijk ook in Memorie
van Toelichting by volgnummer 140 is vermeld.
De heer J.A.MARIS vraagt of het de bedoeling van den heer Oosters is
de volle 8-g te verhalen.
Spreker wil bij deze aangelegenheid nog eens teruggaan tot 19^3 toen
betreffende deze zaak een circulaire van Gedeputeerde Staten is ver
schenen. Dit schrijven was nu wel niet direct commandeerend of eischend
om tot verhaal over te gaan,doch spreker meende er toch voldoende uit
te kunnen begrypen,dat Gedeputeerde Staten den tyd aangebroken achtten
om tot verhaal van 3Ï\l over te gaan. Toen is echter zijn voorstel tot
verhaal verworpen,doch daarom bestaat er nog geen aanleiding deze zaak
verder te laten rusten.Het is billijk dat ook de ambtenaren mee omlaag
gaan.Deze meening is gebaseerd op den algemeenen toestand in den lande.
Vrywel alles is in verschillende vormen minder geworden.Kon men als
kapitalist vroegr 6 l van zyn geld maken,nu slechts 4-§- l meer.De be
dienden zijn algemeen omlaag gegaan.De eenheidspryzen zyn minder gewor
den en ook de inkomens zyn algemeen gedaald.Alleen de genoemde circu
laire van Gedeputeerde Staten is aanleiding,dat spreker dit punt heeft
willen aanroeren.Oosters heeft er nu ook zyn idee over laten gaan en
iaarom bestaat er alle aanleiding thans deze zaak te bespreken.Wat by