c4° 30 OCTOBER 1028. VERGOEDING BIJZ.SCHOLEN BEGROOTING BURGERLIJK ARMBESTUUR. cA'¥/J~ HERBENOEMING GEMEENTE-GENEESHEER 84. De Gemeente is er beter door geworden en 't is daarom billijk, dat daarvoor een tegemoetkoming wordt verleend. Zonder hoofdelijke stemming wordtovereenkomstig het voorstel van Burgemeester en Y.'ethouders besloten,aan ii.A.van Breda een tegemoet koming van 60.- toe te kennen. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierop een tweetal besluiten vastgesteld,houdende bepaling van het totaal bedrag van de uitgaven voor de alhier gevestigde twee Bijzondere scholen,dat voor afrekenip over de jaren 1923 tot en met 1927 ter zake van Gemeente vergoeding ingevolge artikel 101 der Lager Onderwijswet in aanmerking kan komen De Begrooting van het Burgerlijk Armbestuur voor het dienstjaar 1929 wordt vervolgens zonder discussie of hoofdelijke stemming goed gekeurd op een bedrag in ontvangst en uitgaaf van ƒ.400.10. De VOORZITTER stelt verder aan de orde punt 3 der agenda"Herbe noeming Gemeente-geneesheer". Spreker vestigt de aandacht op het feit,dat de Gemeente-geneesheer sedert 1922 telkens voor een tijdvak van 3 jaren is benoemd.Of daar toe veel redenen bestaan betwijfelt spreker en hij vraagt daarom of de Raad niet tot een aste benoeming zou kunnen overgaan. Alvorens tot herbenoeming over te gaan is het noodig het salaris vast te stellen. Burgemeester en wethouders stellen bij meerderheid voor dit terug te brengen tot ƒ.1300.- për jaar.Spreker zelf gaat daarmede niet ac coord.Er ie,naar spreker's meening, geen enkel redelijk motief om met verlaging mee te gaan. De heer A.OOSTERS vraagt welk motief de Wethouders voor verlaging aanvoeren. De situatie is nog net als 6 jaren geleden.Spreker is daarom sterl tegen verlaging. De VOORZITTER zegt,dat in het benoemingsbesluit van 3 Jaar geleder is vastgelegd,dat de jaarwedde kan worden herzien,zoodra Dr.Heller zijn practijk neerlegt. De heer Ü.DANE Gzn.,vraagt of het de bedoeling van Oosters is het salaris altijd zoo te houden. De heer A.006TB8S zegt,dat h'.J hard voor verlaging zou zyn, indien er hier slechts één dokter was.In een plaats van 2000 zielen zit nog geen half brood. In Zwijndrecht, een gemeente van 12000 zielen, zijn nog slechts 2 dokters. De VOORZITTER zegt,dat Dr.van Rossum uit zijn boeken heeft aange- toond,dat de situatie bij 6 jaar terug nog niets is gewijzigd. De heer J.A.MARIS merkt op,dat het Gemeentebestuur 6 jaren gelede 85 bij de benoeming van een dokter,aan handen en voeten gebonden was.Zeer tegen spreker'B zin.Hij heeft daarbj de opmerking gemaakt.dat men de paarden achter den wagen had gespannen, door den ouden dokter zijn oongé te geven,voordat men een ander had benoemd. Men wilde Dr.Heller niet langer hebben.Ook spreker heeft dat mee beaamd.De leeftijd bracht het mee.De Raad is echter veel te laat tot benoeming van een opvolger over ge-gaan.Als Burgemeester en Wethouders en Raad was men verplicht voor een geneesheer te zorgen,en t lag niet op onzen weg.Dr.Heller te vragen nog langer aan te blyven.Men heeft toen vrees elijk geroepen over het feit,dat de Raad be taalde. Dat kwam doordat de stand van zaken niet onder de oogen kon worden gezien,zooals dat van huis uit wel wenschelijk was. Het was toen geen kwestie van wat presteert hij,doch enkel van aan wezigheid.Ook zou spreker het dienstverband niet langer dan voor 3 jaar bestendigen.Na drie jaar zijn gemeente en dokter weer los van elkaar.De dokter heeft dan weer het recht te vertrekken en ook de Gemeente behoudt haar rechten. De heer VAN GEND zegt,dat de dokter thans in veel gunstiger positie is dan voor 6 jaar. preker vindt 1300.- nog hoog voor een dokter. 't Is teveel voor een gemeente van 2000 zielen. De VOORZITTER zegt,dat het noodig is deze kwestie duidelijk onder de oogen te zien.Het salaris mag zijn inziens niet naar beneden of er moet een redelijk motief voor aanwezig zijn. De heer VAN GEND zegt,dat de dokter in die 6 jaren tjd genoeg heeft gehad zich er in te werken. De VOORZITTER zegt,dat het om de resultaten gaat en de boeken wijzen uit,dat sedert 1922 voor den dokter geen verbetering is ingetreden.Dat heeft men er van,wanneer de gemeente aan een ouden dokter blijft hangen. De heer J.A.MARIS vindt het een précair geval.Dr.Heller is hier een sta in den weg.Spreker zou daarom dezen termijn nog laten docrlco- pen,doch dan moeten we absoluut de vroedvrouw niet vergeten en deze weglaten.De ingezetenen zijn gesteld op de aanwezigheid van een vroed vrouw.Dat bewijst wel de sympathie,welke de accoucheuse bij haar -23 ja rige dienstvervulling mocht ondervinden.Mogeljk legde hierbj ook eenigermate de persoon van mejuffrouw de Vries gewicht in de schaal. Spreker beschouwtdat men een accoucheuse hier niet kan missen. De heer C.DANE Gzn. zou deze zaak liever in besloten vergadering behandelen. De man zijn practjk zou er onder kunnen lijden, wanne er alles in open bare vergadering gehandeld werd. De heer VAN GEND is er niet voor.Wat spreker heeft te zeggen mag

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1928 | | pagina 26