22 DECEMBER 1Q27.
NABESCHOUWING OVER BE
NOEMDE RAADSCOMMISSIE.
28.
plaats gehad.Het is glad verkeerd onderwerpen van belang plotseling
in den Raad te brengen en hals over kop te behandelen en spreker doet
ook een beroep op den Raad om dat mede tegen te gaan.Dit kan nooit
goede gevolgen hebben.Laten Burgemeester en Wethouders er eerst prae-
advies over uitbrengen,dat kan binnen enkele dagen.Geef de leidende
macht in handen van Burgemeester en Wethouders,zegt spreker,deze kun
nen een en ander kalm bekijken en bespreken en den Raad de h.i. beste
oplossing aan de hand doen.
Het is ons bekend,dat,hoewel de heer van Gend het voorstel in den Raad
heeft gebracht,dit door een Wethouder is uitgebroed,die liep er al
lang mee rond.Spreker had het roialer gevonden,indien hg die zaak eerst
in een Wethoudersvergadering had behandeld,in plaats van cp een minder
waardige wijze den gevolgden weg te kiezen.
De voorsteller heeft mogelijk niet alles overzien in zijn ijver om wat
te doen.Dat gaat echter zoo maar niet,'t geen wel gebleken is.
Ook van de resultaten van een Commissie moet men de verwachting niet
zoo hoog stellen.
Spreker heeft thans z.i. voldoende het verkeerde van 't Raadsbesluit
aangetoond en heeft gemeend dit te moeten doen voor behoud van een goe
den gang van zaken,welke gevaar liep. Hij zou het dan ooi" hoogelijk waar-
deeren, indien de Raad nog eens rgpelgk over deze Commissie zou willen
denken.Ook zou het wenschelgk zgn,dat de voorsteller daartoe werd ge
bracht. Spreker heeft dan gelegenheid ook in de vergadering van Burge
meester en Wethouders een en ander eens nader onder de oogen te zien
en met den voorsteller te bespreken.Het gevaar is niet denkbeeldig,dat,
indien met Commissies wordt gewerkt,het Bestuur der Gemeente wordt on
dermijnd, althans wordt benadeeld.
De heer J.A.MARIS heeft met genoegen de mededcelingen van den Voor
zitter aangehoord en wel speciaal de aanhaling uit van Loenen.Spreker
is ook meermalen met aanhalingen uit dat of soortgelijk boek in den
Raad gekomen,en dan kreeg hg niet eens de gelegenheid een en ander be
hoorlijk naar voren te brengen.
De Voorzitter brengt thans de geest der wet,welke nog zeer is aan te
vechten,zoo bijzondernaar voren.De ingestelde Commissie is een zeer
eigenaardige Commissie,zegt spreker en niet eene als in de wet genoemd.
Het heeft hem verwonderd dat de Voorzitter niet onmiddelljk enthusiast
voor die Commissie was en zijn voldoening niet heeft uitgesproken over
het feit,dat thans,waar de Voorzitter reeds zooveel moeite voor een
en ander heeft gedaan,er ook eens andere menschen de handen aan den
ploeg willen slaan. Spreker twgfelde er ook -niet aan,dat de Commissie
wettig tot stand was gekomen. Al wat de Commissie kan doen in het
versterken
29.
versterken van den aandrang van onze Gemeente te helpen.Spreker acht
dan ook niet de minste aanleiding aanwezig om in het genomen besluit
verandering te brengen,doch ook al zou dit wel gebeuren dan zou spre
ker er nog niet tegen op zien om toch als lid van den Raad naar den
Haag te gaan en 't een en ander mede te deelen.Hg is er dan ook voor
om stappen te blgven te doen.
De heer J.L.MARIS merkt,naar aanleiding van het door den heer J.A.
Maris gesprokeneop,dat hij met de instelling van een Commissie wel ac-
coord had kunnen gaan,indien het voorstel daartoe uit anderen boezem
was voortgekomen en niet uit den boezem van den eersten Wethouder.
Hieruit spreekt toch een wantrouwen tegenover Burgemeester en Wethou
ders en de gevolgde weg is niet vooruitstrevend, en niet in 't belang
der Gemeente.
De heer J.H.DANE is het volkomen met den vorigen spreker eens.
Se heer J.L.MARIS zegt,laat ons toonen wie we zgn. We zitten voor
het algemeen belang en moeftfi niet met achterommetjes werken.
De heer OOSTERS beseft dat volkomen en daarom heeft hg het raadslid
maatschap ook aanvaard.De instelling der commissie acht spreker een
belang voor de gemeente,laat het dan zgn ter verlichting van de taak
van Burgemeester en Wethouders.Spreker is van meening,dat uit de ver
richtingen der commissie wel voordeel,doch nooit nadeel voor de gemeen
te kan voortspruiten. Van daadzaken toch zien we tot heden nog weinig.
We moeten trachten te halen wat er te halen is. Onze gemeente be
weegt zich.in dalende lgn en we moeten daarom met kracht werken om
haar weer op te bouwen en spreker zal dan ook de laatste zgn om aan
de opheffing der commissie mede te werken.
De heet C.A.VAN GEND heeft.deze zaak werkelgk met den heer Dane oor
spronkelijk besproken,doch tevens geinformeerd bg hooge autoriteiten,
die mededeelden,dat we al veel te lang gewacht hadden en anders mis
schien nog wel een uitkeering in geld hadden kunnen krggen.Veel hoog
geplaatste personen zgn bereid hun medewerking te verleenen.Spreker
heeft het voorstel gedaan in het belang der Gemeente,doch geenszins
om den Voorzitter daarmede te beleedigen,dat heeft spreker,voor zoo
ver hg weet,nog nooit gedaan.
De heer J.A.MARIS merkt op,dat de heer J.L.Maris een redeneering
geeft,welke hg niet kan nalaten op een sterke manier aan te vechten.
We zitten hier voor de belangen der gemeente en dan is het onze plicht
aan de behartiging van die belangen, mede te werken en. mag,naar spre
kers meening geenszins het verleenen van medewerking afhangen van het
feit, of een of ander voorstel al of niet uitgaat van een persoonlijk
heid,die niet naar den zin van den Voorzitter of den Voorzitter en
Wethouder Maris is opgetreden.De hoofdzaak is of het desbetreffende
-voorstel