13 HOOFDFUNKTIE 4 ONDERWIJS tweede termijn Wethouder REIJNDERS gaat over tot antwoorden. 4.1 Huisvesting onderwijs Het college kan op dit moment niet de gevraagde garantie geven inzake het vrijkomen van ruimte in de voormalige Yacinthaschool. Het college heeft op deze materie volop zijn aandacht gespitst. Onmiddellijk nadat de telling van 1 oktober binnen was heeft de WETHOUDER het bestuur uitgenodigd voor een gesprek. Deze maand is daarop een vervolggesprek. Het college heeft een aantal voorstellen gedaan. Het college kan niet naar de gebruikers toe, zonder deze te raadplegen, een garantie afgeven dat het college hen gewoon buiten zet. Het lijkt het college onkies om zo met zijn huurders om te gaan. HOOFDFUNKTIE 5 KULTUUR EN REKREATIE tweede termijn Wethouder REIJNDERS gaat over tot antwoorden, met uitzondering van punt 5.11. Dit wordt beantwoord door de voorzitter. 5.1 Monumentenbeleid Zoals in eerste termijn door het college gesteld is het wenselijk om pas na de gemeentelijke herindeling met een dergelijke commissie van start te gaan. Voordat van start wordt gegaan dient het college zich wel te beraden met betrekking tot de financiering van de gemeentelijke wensen. Dit dan met name ten aanzien van panden welke in het bezit zijn van derden. Aanwijzing als monument zal er namelijk ongetwijfeld toe leiden dat er bijvoorbeeld in geval van verbouw qua welstand zwaardere eisen gesteld zullen worden. Het is niet onze bedoeling om deze zonder de mogelijkheid van enige vorm van compensatie op te leggen. 5.2 Onderhoud van sportaccommodaties Het college zal met de betreffende verenigingen overleggen op welke wijze deze behulpzaam kunnen zijn bij bijvoorbeeld het beregenen van de sportvelden. Ook privatisering kan van dit gesprek onderdeel uit maken. Er zijn accommodaties in de gemeente waar een vorm van privatisering thans geldt. 5.5 Kunstfonds De omvang van het opgezette kunstfonds is op dit moment nog vrij summier; f 10.000,- is niet zo een groot bedrag. Als dit bedrag aangewend wordt moet er duidelijk iets voor terugkomen met een meerwaarde. Zodra er mogelijkheden zijn dient daarop ingespeeld te worden, maar er moet wel een volwaardig produkt uit voort komen. 5.7 Volkstuinen Het probleem bij kontakten met huurders is het grote aantal. In eerste instantie zal het college nogmaals een poging doen om te komen tot een vereniging, omdat dit naar het inzien van het college de enige mogelijkheid biedt tot een reële communicatie. Het zou bijvoorbeeld mogelijk zijn om de huurders een brief te sturen als op een gegeven moment de huur geïnd moet worden. Dit zou overwogen kunnen worden. 5.8 Groenfonds De stelling met betrekking tot het aktief inzetten van middelen voor behoud van landschapselemen ten kan het college onderschrijven. Het college merkt hierbij evenwel op, dat in geval het gaat om beheerszaken, zijn voorkeur uitgaat naar instanties als Staatsbosbeheer, Brabants Landschap en Natuurmonumenten, omdat deze hiervoor beter zijn toegerust. Het college moet wel alert blijven, maar moet ook heel goed kijken bijvoorbeeld naar inkadering in bestemmingsplan Buitengebied als mogelijkheden zich daar voordoen. Niet proberen met hele kleine projektjes snel de gelden te verbruiken, maar een wezenlijke bijdrage te leveren aan datgene waar het fonds voor bedoeld is. 5.9 Rekreatieve paden Het college kan de wens om te komen tot de genoemde wandelroute onderschrijven. Het college zal in overleg met de betrokken beheerders treden. 5.10 Kulturele accommodatie Het geld voor de kulturele accommodatie was opgenomen op de investeringsstaat. Dit betekent, dat de gelden in principe gereserveerd zijn, maar zeker niet geoormerkt. Als de investering namelijk niet doorgaat en wordt afgevoerd vloeien de gelden vanzelf terug naar de algemene middelen. Bij de antwoorden op de algemene beschouwingen hebben wij al aangegeven, dat de gelden zijn teruggevloeid naar de algemene middelen. In de commissie welzijn is door de WETHOUDER hierover heel duidelijk een mededeling gedaan. In de commissie welzijn is daarop niet gereageerd en ook niet in de daaropvolgende raadscommissie. Het college is er van uitgegaan dat op een gegeven moment de raad daar zijn instemming betuigd heeft. Het college wil nog wel aangeven dat op basis van de eerder aangegeven overwegingen, het college geen medewerking verleend aan een podium met ongeveer 300 zitplaatsen.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1996 | | pagina 13