18 Ik heb meerderde malen denk ik in het openbaar tot uitdrukking gebracht dat ik het instituut Konink lijke Onderscheidingen nou niet zo hoog in mijn vaandel heb en dat is nog zo. Vooral in de tijd dat er onderscheid werd gemaakt tussen brons, zilver en goud waarbij de directeur goud kreeg en de putjesschepper brons, terwijl ze allebei voor hun arbeid betaald waren en allebei hun best hadden gedaan. Daar was ik dus tegen. Van de andere kant heb ik heel snel na moeten denken wat u net zei van, het is een geschenk, het is eigenlijk een stuk waardering van uw zijde uit om die moeite te doen, om dat aan te vragen en ondanks het feit dat me die Orde niet al te veel zegt, ik hoop niet dat u me dat kwalijk neemt, zal ik hem toch accepteren om u niet teleur te stellen om u de eer te geven waarvoor u het gedaan hebt. Dat wilde ik er eigenlijk aan toevoegen." De VOORZITTER merkt in dit verband op dat de heer Van Reijen heeft gewerkt bij een organisatie waar het een automatisme was. Nu, in het nieuwe decoratiestelsel is er geen automatisme meer. Er is ook geen onderscheid meer in brons, zilver en goud. Als de heer Van Reijen begrijpt dat uit deze onderscheiding de waardering spreekt vanuit de samenleving en de gemeente is de VOORZITTER toch gelukkig. De VOORZITTER reikt de Koninklijke Onderscheiding uit aan de heer Van Reijen. De VOORZITTER geeft gelegenheid aan de raadsleden om het woord te voeren. Hij geeft het woord aan de heer H. van Elzakker. De heer H. VAN ELZAKKER spreekt als volgt: "Voorzitter, Op de eerste plaats moet ik u bedanken voor deze onderscheiding. Hare Majesteit ook natuurlijk, want die moet er toch wel over beslissen. Ik ben er gewoon beduusd van, want ik heb het niet meer gevoeld altijd als mijn plicht om, als er aan mij iets gevraagd wordt om hier of daar aan deel te nemen en het is voor de gemeenschap, dan ben ik daar echt niet te beroerd voor om daar in aan te treden. Nogmaals, ik ben er beduusd van. Toen mijn familie zo binnenkwam daar straks, toen dacht ik bij mezelf, nou ze hebben er nogal werk van gemaakt. Dat was ik met de verkiezingen ook wel gewend daar gaat het niet om, maar dat er zo een onderscheiding uit zou rollen dat had ik niet gedacht. Nogmaals mijn dank daarvoor. Ik wil ook nog een klein dankwoord in zijn totaliteit spreken. Geacht college, leden van de raad en dames en heren, De laatste vergadering uit mijn raadsperiode. De laatste ook van de huidige gemeente Steenbergen. Aan de vooravond van de herindeling waar niemand om heeft gevraagd. Ook aan de vooravond van een geheel nieuw begin. Ruim 17 jaar heb ik deel uit mogen maken van uw raad, ook diezelfde periode in een coalitie. Oppositie is mij vreemd gebleven zodat ik eigenlijk niet kan zeggen dat ik alle facetten van de politiek heb mogen ervaren. Het zegt wel wat over de partij die ik heb mogen verte genwoordigen. Wie doet ze dat na zou ik zo zeggen. Dames en heren, kort geleden in een bestuursvergadering elders werd mij gevraagd, nu heb je toch zeker wel goed in die keuken kunnen kijken van de gemeente waar men de gerechten gereed maakt die aan de burgers worden voorgezet. Mijn antwoord was, ja, ik heb de koks leren kennen, ik heb de chefkoks leren kennen en ook de meesterkoks. Van de meesterkoks zijn er maar een paar geweest en van de chefkoks iets meer en van de koks een heleboel. Ook maar twee secretarissen heb ik mogen meemaken, op een haar na drie, maar dat ligt niet aan mij. Zo zie je toch dat de meesterkoks en ook de chefkoks bij de gemeente Steenbergen vrij honkvast zijn. Wel een wisseling van wethou ders en raadsleden, maar hier heeft juist de kiezer een hand in zoals we dit jongstleden ook weer hebben kunnen zien. Maar ik heb wel geleerd, dat men alles grotendeels moet klaarstoven met ingrediënten welke aangeleverd worden door de rijks- en de provinciale overheid. Men wil er wel eens zo graag hier of daar en ook ik wilde dat, een beetje zout bij doen, zodat het voor de burger wat hartelijker werd, of wat meer suiker zodat het niet al te bitter overkwam. Helaas lukt dat in vele gevallen niet. Ook de invloeden van buitenaf zijn heel bepalend voor een beleid. Toen ik pas in de raad had plaatsgenomen stond er in Noord-Oost nog niet één woning. De eerste fase lag gereed, maar geen enkele activiteit. Ik kaartte dat aan in de commissie financiën en het toenmalig hoofd van die afdeling ging hier nogal diep op in, zodat ik deze materie terugbracht in de raad met de achtergrond om de toenmalige burgemeester achter zijn bureau vandaan te krijgen, om deze zaak eens flink onder de aandacht in 's Hertogenbosch te brengen. De pers in die tijd omschreef dit met een zin van, gaat dat naar Den Bosch toe zoete lieve Gerritje? met een vraagteken, omdat de burgemeester niet van zins was om zo'n reis te ondernemen. Wij wisten toen nog niet dat Gerritje in Oss woonde, dan had het misschien anders uitgepakt, maar misschien ook niet.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1996 | | pagina 123