t 8 Een bestemmingsplan 'Buitengebied' is een mogelijkheid om dat vast te leggen, maar wat de heer FLAMELING in de discussie gemist heeft en dat is het enige minpuntje, is dat niet met z'n allen is afgesproken wat men eigenlijk wil met deze gemeente over 10 of 20 jaar. Hij noemt zaken als het aanwijzen van een speerpunt van beleid, een bioindustriecentrum en de glastuinbouw. Die zaken zijn in dit plan matig geregeld. Dit laat onverlet, dat binnen de mogelijkheden die er op het ogenblik zijn, het toch zo is dat men met het bestuurlijke- en ambtelijke apparaat niet meer dan dit voor elkaar kan krijgen en dat dit het best haalbare is. In die zin is hij erg gelukkig met het bestemmingsplan. Hij maakt complimenten ten aanzien van de commissie, die twee voorzitters heeft gekend en waarbij dit ambtelijk prima gecontinueerd is. Hij is ook blij dat alle belanghebbenden die bij het plan betrokken zijn geweest de mogelijkheid hebben gehad om hun bezwaar en of inbreng naar voren te brengen. De heer H. VAN ELZAKKER spreekt namens het CDA als volgt: "Voorzitter, Wij beseffen dat dit plan veel tijd heeft gevergd, denk maar aan de voorbereidingen, de inspraak, de bezwaarschriften. Onze dank daarom ook aan diegenen die deze klus geklaard hebben. Wij komen tot de conclusie dat zelfs heel veel is gehonoreerd van de bezwaren welke zijn ingediend en dan voornamelijk waar het betreft de aanpassingen van de bouwkavels. Voor wat betreft de lintbebou wing zijn wij enigszins teleurgesteld, maar wij hebben tevens begrip voor uw opvatting vermeld in dit plan. Wij zijn en blijven voorstander van een opvulling van de zogenaamde gaten, maar de rijks- en provinciale overheid is nog niet zover en wij hopen dat daar in de toekomst meer armslag aan zal worden gegeven. Wij hopen ook dat als er serieuze en goed onderbouwde plannen ingediend worden en ik denk hierbij aan de Welbergsedijk, de Molenweg dan verwacht ik dat uw college een plan herziening daarvan overweegt. Verder verwijs ik u naar de notulen van de commissie ruimtelijke ordening. Ondanks dat deze zaken vooralsnog niet in dit plan tot zijn recht komen kunnen wij toch instemmen met dit ontwerpplan, daar wij ervan overtuigd zijn dat dit plan anders wel eens niet zou worden goedgekeurd, waardoor vele anderen dan weer in hun belangen worden aangetast. Nogmaals, wij hopen dat in de toekomst het provinciaal beleid inzake de lintbebouwing soepeler zal worden, zodat er toch aan onze wens en die van vele anderen kan worden voldaan. Voorzitter, voor de rest kunnen wij akkoord gaan met dit bestemmingsplan." Wethouder ONLAND bedankt alle sprekers voor de complimenten en de waardering die zij hebben uitgesproken. Zij zal deze zeker doorgeven aan de ambtenaren, die aan het plan hebben meegehol pen. Ook in de commissie is dit reeds gezegd en toen heeft mevrouw Niemantsverdriet het zelf kunnen horen. De raad heeft hard aan dit plan gewerkt en ook op het gemeentehuis is hieraan hard gewerkt. Soms kwam wel eens de vraag naar voren hoe met de materie om te moeten gaan. Het is een bijzonder moeilijke materie met vele kleine lettertjes, veel uitzonderingen en veel voorwaarden. Nu, na drie jaar, ligt er een totaal nieuw haalbaar plan. 1 Vi jaar geleden heeft de WETHOUDER de portefeuille van de voorzitter mogen overnemen. Dit was de periode waarin de inspraak aan de orde kwam en de bezwaren kwamen. Het college is erin geslaagd een naar zijn idee haalbaar plan op tafel te leggen. Haalbaar houdt in dat niet alle wensen vervuld zijn kunnen worden. Een van die wensen was de lintbebouwing. Tot tweemaal toe is de gemeente bij de Raad van State geweest voor een paar plaatsen in de gemeente om woningbouw te krijgen in een gat met lintbebouwing. Het zou erg zijn om dit voor een derde keer te gaan proberen. Op enkele plaatsen is lintbebouwing in het plan verwerkt. Het college hoopt dat het wordt geaccepteerd. Hierna gaat de WETHOUDER in op de vragen gesteld door de VVD. Het regulier overleg met het bedrijfsleven. Dit overleg was in het verleden gebruikelijk, bij het opstellen van het plan is het ook gedaan en het overleg zal in de toekomst worden gecontinueerd, 1 of 2 keer per jaar. De wijzigingsbevoegdheid. Deze is inderdaad aan het college, maar kan uitsluitend onder bepaalde voorwaarden. De WETHOUDER vindt het zinvol om 1x per jaar aan de raad door te geven waar wijzigingen zijn aangebracht. Mochten er wijzigingen doorgevoerd worden die van essentieel belang zijn, dan zullen die in de commissie vrom tussentijds worden voorgelegd. De evaluatie. Normaal wordt na 10 jaar een bestemmingsplan opnieuw bekeken. In dit bijzondere geval, waarbij een herindeling aan de orde is, verwacht de WETHOUDER dat vooral op ambtelijk gebied regelmatig knelpunten zullen voorkomen, met name in de oude grensgebieden. Zij verwacht, dat het college zelf ook na 3 4 jaar naar de raad zal komen om de zaak gelijk te trekken cq bij te stellen, om met een herziening op dat moment weer over een nieuw plan te beschikken.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1996 | | pagina 113