10
Wat betreft de voorgestelde grondprijs van f 135,- in het amendement. Beide voorstellen beogen
hetzelfde te bereiken alleen de wegen er naar toe lopen niet parallel. Bij het opzetten van een bedrij
venterrein moet het uitgangspunt zijn werk, werk en nog eens werk. Dit kan worden bereikt door
een aantrekkelijke prijs neer te zetten. Men moet in de concurrentieverhoudingen met de regio mee
kunnen. De VVD moet eerst nog zien of de geplande gronduitgifte gehaald wordt. De VVD zou dan
erg content zijn. Zij wenst het college daar alle succes mee.
De VOORZITTER wijst er op dat het bedrijventerrein bedoeld is tot 2003, maar vol is vol. In het
belang van de Steenbergse bedrijven wordt er niet gefaseerd.
Het college heeft niet gedacht aan fondsvorming. Momenteel is het rijksbeleid dat de markteconomie
zorgt voor een stuk werkgelegenheid.
Het college denkt met deze regeling een rechtvaardige regeling neer te leggen die voor Steenbergen
schrikken is maar waarvan de opzet zoals die hier in structuur ligt goed is. Het college ontraadt het
amendement van D66.
De VOORZITTER brengt het collegevoorstel in stemming.
Wethouder REIJNDERS legt een stemverklaring af. De vorige raadsvergadering is het voorstel door
het college teruggenomen. De bal is opgeworpen naar D66 toe om een aangepast voorstel hier op
tafel te brengen. Gezien de reacties die in de vorige raadsvergadering toch door diverse fracties naar
voren zijn gebracht zou het geen recht doen aan de indieners van dit amendement om dit amende
ment niet opnieuw op zijn waarde te taxeren. Dat is ook binnen het college gebeurd. De WETHOU
DER heeft daar duidelijk zijn mening gegeven. Hij heeft gezegd dat de prioriteit zou moeten liggen bij
een bedrijventerrein. Hij deelt mede dat hij terugkomt op zijn besluit. Hij zal het amendement van
D66 ondersteunen en stemt tegen het collegevoorstel.
Vóór stemmen:
Baartmans, A. van Elzakker, Gorissen, Lambers, Maas, De Neve, Van Nieuwenhuijzen,
Onland-van Haaren, IJzermans.
Tegen stemmen:
Baselier-Hamers, H. van Elzakker, Flameling, Rasenberg, Van Reijen, Reijnders.
De VOORZITTER stelt vast dat het collegevoorstel met 9 stemmen vóór en 6 stemmen tegen is
aangenomen.
VOTERING KREDIET AD f 110.000,- INCL BTW VOOR DIVERSE VOORZIENINGEN AAN DE
PANDEN KAAISTRAAT 11, KAAISTRAAT 47 EN WESTDAM 22 IN HET KADER VAN DE TIJDELIJKE
HUISVESTING PER 1 JANUARI 1997 (24E WIJZIGING BEGROTING 1996)
De heer LAMBERS wijst op de beleidslijn dat alvorens voorstellen worden uitgevoerd daarover eerst
democratische besluitvorming moet plaatsvinden. Dat is in het verleden ooit fout gegaan. Nu
gebeurt hetzelfde en volgende maand gebeurt het weer, het krediet van f 28.000,- voor een
onderzoek van het Regionaal Centrum. Het college tart de raad.
Dat is ook aan de orde met het voorliggende voorstel voor de inrichting van het pand Kaaistraat 11
In het voorjaar heeft de heer LAMBERS aangegeven dat de raad niet betrokken was bij het aangaan
van een huurcontract voor met name Kaaistraat 11. Dit zou geen zaak geweest zijn voor de raad. Er
lag een delegatie aan het college. Er was geen sprake van aanschaf van panden. Formeel heeft het
college gelijk maar als dit soort dingen worden gesteld staat men op de tenen van raadsleden.
In de stuurgroep is gesproken over offertes en dergelijke die ten grondslag hebben gelegen aan het
besluit dat de stuurgroep in deze heeft genomen. De heer LAMBERS neemt aan dat er tenminste drie
offertes zijn geweest en dat een keuze is gemaakt. Het is de raad en niemand anders die moet
oordelen over zaken die worden aangeschaft ten behoeve van de gemeente Steenbergen. Het staat
buiten twijfel dat de ambtenaren op een fatsoenlijke en adequate wijze gehuisvest dienen te zijn.
Maar voor een krediet van f 72.000,- daar dient de raad vooraf in te worden gekend. Het argument
tijdsdruk is gebruikt. Op het moment van het aangaan van het huurcontract en het vragen van de
offertes aan de diverse aannemers had ook de raad of de commissie kunnen worden ingelicht
omtrent de ontwikkelingen. De raad moest het doen met de Nieuwsbrief. In de commissie heeft de
heer LAMBERS gevraagd of er een offerte met lease-prijzen en dergelijke beschikbaar was. Hij vraagt
nu of de raad eerst kan worden geïnformeerd omtrent de offertes en die ook ter inzage kan krijgen.
Hij vindt dat democratisch moet kunnen worden beslist over deze aanschaf.