I 4 8 Verder denkt het college dat de relatie die gelegd is tussen grond voor woningen elders in Steenbergen niet geheel conform de werkelijkheid is. De gemeente heeft hele dure grond moeten verwerven van CSM. Die grond wordt nu voor f 240,- per m2 verkocht. Maar er is ook grond van f 150,- en f 160,- in Kruisland. Die prijzen zijn niet vergeleken met de marktwaarde. Gekeken is naar de opbouw van de kosten zoals die hebben geleid tot de grondprijs die daar gevraagd wordt. En zoals bekend mag de overheid geen winst maken op grondkosten. Ten aanzien van de onduidelijkheid over de CBS-index. De grondprijzen van f 56,75 en f 66,75 zijn door de provincie veranderd. De gemeente zou veel te kort hebben afgeschreven en rente toe hebben gerekend. De prijs van f 40,- die onder een vermeend oppervlak van een huis zit zal jaarlijks met de CBS-index worden verhoogd. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Flameling om het amendement aan de raad kenbaar te maken. De heer FLAMELING deelt mede dat er een amendement voorligt namens de heer Rasenberg en hem zelf en grote delen van fracties. De stellingname tegen de gemaakte keuze in het voorstel van het college is de volgende. Kijkend naar Reinierpolder I en II zijn een aantal zaken die op I aangetroffen worden niet wenselijk op II. Primair is een industrieterrein bedoeld om arbeid naar Steenbergen te halen. Wenselijk is een kwalitatief hoogwaardig industrieterrein. Om dit te bereiken zijn daar een aantal instrumenten. Eén daarvan is de grondprijs. Op Reinierpolder I wordt onder andere een wildgroei van woningbouw aangetroffen. Woningbouw op een industrieterrein dient er alleen te zijn als dit per se noodzakelijk is. In het voorliggende voorstel wordt woningbouw niet onmogelijk gemaakt. Voor dié firma's waarvoor wonen en sociale controle noodzakelijk zijn kan dit voor de door het college vastgestelde prijs, zij het dat zij inpandig moeten bouwen. In het geval van uitpandig bouwen wordt een gematigde grondprijs voorgesteld van f 135,-. Die prijs is een compromis en afgeleid van de berekening voor de onroerendgoedbelasting. De meerwinst wordt geherinvesteerd in faciliteiten ten behoeve van startende ondernemers. Op die manier wordt de kwaliteit van de toekomst enigszins veilig gesteld. En wat betreft de bedenkingen van de provincie. Dit is deels terug te voeren op het ontbreken van een indexering in het verleden. De heer VAN NIEUWENHUIJZEN stelt vast dat het amendement uit twee delen bestaat. In techni sche zin wordt de grondprijs geamendeerd en nieuw is de voorgestane herinvestering in een bedrijfsverzamelgebouw. De VVD heeft de vorige raadsvergadering gezegd dat zij het collegevoorstel weloverwogen en zinvol achtte. Met dat voorstel kan zijn fractie leven. Dat is vandaag de dag nog zo. De VVD ziet er geen verder heil in om het amendement van D66 te steunen. In het alternatief komt een zichtlocatie uit op 40.500 en een niet-zichtlocatie op 30.000. Dat vindt de VVD veel te hoog. Wat betreft de financiering van een bedrijfsverzamelgebouw. Dit dient te gebeuren uit de portefeuille economische zaken stimuleringsprojecten en niet door een toeslag op de grondprijs te berekenen. Het is verder een goede zaak dat er op een industrieterrein een aantal bedrijfswoningen staan voor de sociale controle. Dit steunt de VVD van harte. De VVD schaart zich achter het collegevoorstel. Mevrouw BAARTMANS ziet geen verschil in de doelstelling van het collegevoorstel en het alternatieve voorstel. Zij vraagt of D66 de ervaringen met een bedrijfsverzamelgebouw in andere gemeenten nagegaan heeft. Verder vindt zij sociale controle op een industrieterrein heel belangrijk. En vindt zij het belangrijker om grond te verkopen in het kader van de doelstelling werkgelegenheid dan de grond steeds hoogdrempeliger te maken. De heer RASENBERG is mede-ondertekenaar van het amendement. Hij voert nog een belangrijk argu ment aan. Op Reinierpolder I ziet men dat er veel woningen naast de bedrijfspanden staan. Dit ontneemt heel veel extra meters waar bedrijfsgebouwen zouden kunnen staan. Door het duurder maken van de grond zal er meer terrein over blijven voor het vestigen van bedrijven en zal de werk gelegenheid toenemen. Wat betreft de herinvestering waar de heer Flameling over sprak. De intentie is om die tot uiting te brengen in het aanbieden van een lagere grondprijs voor een bedrijfsverzamelgebouw.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1996 | | pagina 94