i 12 Een ruime meerderheid van de fractie D66/Gemeente Belangen, aldus de heer GORISSEN, kan zich vinden in het voorliggende voorstel. Het voorstel doet goed aan de wensen van de school. Het is erg zinvol voor de kinderen die er gebruik van moeten maken. Alles zoveel mogelijk bij elkaar is zeer goed voor het onderwijs meent zijn fractie. De heer RASENBERG spreekt als volgt: 'Voorzitter, De onderliggende stukken bestuderend staat het voor het CDA vast dat de uitbreiding van de Maria Reginaschool noodzakelijk is. Het bevreemdt ons dat u met dit voorstel op een erg laat moment komt. In de stukken lezen wij dat op 13 maart overleg heeft plaatsgevonden tussen gemeente en schoolbestuur en in een vertrouwe lijk rapport zijn de plannen geschetst en besproken. Waarom is de commissie welzijn niet in een vroeger stadium ingelicht omtrent de plannen? U suggereert dat de 4 lokalen in de Jacinthaschool voor andere gebruikers ter beschikking komen. Als toekomstmogelijkheid noemt u het Regionaal Centrum, geeft zelf aan dat over het zelfstandig blijven opereren van het Regionaal Centrum pas na 1 oktober meer gegevens bekend zijn. Om deze reden laat het CDA deze toekomstmogelijkheid buiten beschouwing. Onderwijskundig en organisato risch zijn dislocaties niet bevorderlijk voor het onderwijs. Onze leus is: Alles zoveel mogelijk onder één dak. Dat wij hieraan geen gevolg kunnen geven betreuren wij. Met de door u omschreven 5 opties kan het CDA niet instemmen. Het CDA stelt u voor de Jacinthaschool volledig vrij te maken voor de Maria Reginaschool. Tot voor korte tijd was dit ook de wens van het schoolbestuur. Naar onze mening zouden hierin de groepen 1 en 2 ondergebracht kunnen worden. Het standpunt van het Ministerie van Onderwijs en Welzijn enkele jaren geleden dat kleutergroepen ondergebracht moeten worden in het hoofdgebouw komt met de bekostiging die per 1 januari 1997 naar de gemeente komt te vervallen. Deze dislocatie is voor het CDA niet zwaarwegend omdat het op een korte loopafstand van het hoofdgebouw is. Hierdoor komen 6 lokalen ter beschikking. Gebruik van de Gummarusschool levert 3 lokalen op. Naar onze gegevens zou dit met ingang van het schooljaar 1997 - 1998 terugvallen op 2 lokalen. Dit zou betekenen dat de huidige Maria Reginaschool uitgebreid moet worden met 2 lokalen. Hierbij komt de afbraak van de gymzaal te vervallen. Hiermee vervalt een nieuwe dislocatie. In het advies aan uw college lees ik dat door de vervanging van de gymzaal van de Maria Reginaschool door een aantal nieuwe permanente lokalen het absolute en relatieve ruimteprobleem wordt opgelost. Wat wordt verstaan onder het absolute en relatieve ruimteprobleem? Het advies vermeldt verder: In tegenstelling tot andere opties wordt met deze oplossing geen investering gedaan voor een relatief korte termijn. Naar de mening van het CDA zal het gemis van een gymzaal zich snel aandienen. Denkt u aan de lesuitval bij slecht weer of andere omstandigheden. Het bevoegd gezag draagt hiervoor wel verantwoording. Een landelijke teneur is om kinderen meer te laten sporten. De gymzaal wordt uiteraard gebruikt voor gymlessen maar tevens is het een multifunctionele ruimte. Verwacht u binnen enkele jaren niet een verzoek om de Maria Reginaschool uit te breiden met een nieuwe gymzaal. Zou bij een wisseling van het bestuur geen andere visie kunnen ontstaan op onderwijsbeleid ten aanzien van de school. Het CDA betreurt het dat naar aanleiding van de commissievergadering het college halsstarrig vasthoudt aan het voorstel. Nog een financiële opmerking; Als u de begroting 1995 er op naslaat en u bekijkt de boekwaarde van de Jacinthaschool dan moet herinrichting veel voordeliger zijn dan nieuwbouw. Bent u het met deze stelling eens of oneens? Concluderend stelt het CDA voor: - Herinrichting van de voormalige Jacinthaschool; - Instandhouden van de bestaande gymzaal; - Uitbreiding van de Maria Reginaschool met 2 lokalen; - Noodgedwongen gebruik te blijven maken van de dislocatie in de Gummarusschool. Dank u.' De heer VAN REUEN spreekt als volgt: 'Voorzitter, U noemt in uw voorstel niet minder dan 5 verschillende opties voor een oplossing van het vraag stuk. U spitst zich echter toe op optie 5. Kennelijk is dat hetgeen het schoolbestuur voorstaat. U stelt voor die optie 5 verder uit te laten werken. Met uw voorstel instemmen betekent straks bij het definitieve planvoorstel dat er helemaal geen keuze gemaakt kan worden.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1996 | | pagina 82