w
9
11. VERORDENING BEHANDELING AANVRAGEN OM BIJSTAND 1994
De RAAD besluit zonder discussie en hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel.
12. AANWIJZEN MARKTTERREINEN
Zes weken na de verhuizing van de weekmarkt van de Markt naar de Westdam heeft reeds een
evaluatie plaatsgevonden. Mevrouw BASELIER stelt voor om na ongeveer een jaar wederom een
enquête te houden. Dan is het ook een keer herfst en winter geweest met alle gevolgen. Zij vraagt
er verder op toe te zien dat de Westdam woensdagmiddag autovrij is.
Het autovrij houden wordt momenteel met de politie besproken. Ook de marktmeester let daar op.
Wat betreft de evaluatie. Die is zo snel gehouden omdat er signalen van tevredenheid het college
bereikten, zowel van de marktlieden als de consument. Verder is het zo dat de inrichting van de
Markt in het kader van de herstructurering, het houden van de weekmarkt op de Markt bemoeilijkt.
Vanavond wordt dan ook besloten dat in verband met die veranderde inrichting geen teruggang naar
de Markt meer mogelijk is.
De RAAD besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel.
13. VASTSTELLING MINIMUMVERKOOPPRIJZEN REINIERPOLDER II
De prijzen die gerekend worden voor de verkoop van de grond bevreemden de heer FLAMELING. Hij
heeft moeite met het gestelde dat de gemiddelde bouwgrondwaarde in Steenbergen f 100,- per m2
zou zijn. Voor het wonen op een industrieterrein in een vrijstaande villa dient een normaal geldende
grondprijs te worden betaald. Is het wonen bij een bedrijfspand noodzakelijk dan zou dat op een
verdieping kunnen of inpandig. In dat geval kan een aangepaste grondprijs worden gerekend. Hij
vraagt het college het gedeelte van de toeslag, fictieve bouwkavel etcetera aan een grondige
heroverweging te onderwerpen en met een nieuw voorstel te komen.
Omdat het voorstel niet in de commissie middelen is behandeld komt ook de heer VAN REUEN
hierop nog terug. Hij vraagt zich af hoe het college aan een gemiddelde bouwgrondwaarde van
f 100,- per m2 binnen Steenbergen komt.
De heer VAN NIEUWENHUIJZEN vraagt hoe de heer Flameling wil toetsen of al dan niet een
bedrijfswoning bij een bedrijfsloods geplaatst dient te worden. Via welke criteria zou dat moeten.
Nadat het bestemmingsplan Reinierpolder II definitief is geworden begint het college met de
grondverkoop. Hij vraagt of het college genegen is om te zijner tijd de raad periodiek te informeren
over het verloop van de gronduitgifte.
De heer LAMBERS vraagt of het college kan aangeven op welke wijze de criteria worden vastgesteld
ten behoeve van de besluitvorming inzake de splitsing van percelen.
De VOORZITTER zegt toe dat alle gronduitgiften in de commissie algemeen bestuurlijke en
economische zaken komen. Tegen die tijd zal hij ook de lijst met bedrijven die er zijn aan de
commissie overleggen.
De prijs van f 100,- per m2 dient gezien te worden in relatie tot de prijs van industriegrond zoals die
hier in de regio ligt. Het is een toeslag zoals het college die ziet voor bedrijventerreinen. Als de prijs
te ver wordt opgedreven komt men in een spanningsveld. Men moet ook maar op een bedrijventer
rein willen wonen. Het college vindt het wonen op een bedrijventerrein waardevol gezien in het licht
van de sociale controle.
Wel hoopt het college via de af te geven vergunning te regelen dat eerst het bedrijf wordt neergezet
en daarna de woning.
De VOORZITTER brengt vervolgens in herinnering dat de raad bij Reinierpolder I nog erg terug
houdend was met het meer vragen voor woningen. Het college vindt het al heel wat dat de raad
akkoord gaat met de toeslag van f 40,- zoals genoemd in het voorstel.
Wat betreft de splitsing van percelen. Dat is de vorige keer duidelijk afgesproken. Een bedrijf
verkoopt grond. Op het moment dat een bouwvergunning ingediend wordt voor die grond moet er
f 12.000,- worden betaald.