16 De heer LAMBERS begrijpt dat het project onderaan de SSG lijst terechtkomt mocht de gemeente niet financieel bijdragen. Kennelijk is er dan helemaal geen hoge prioriteit. Hij zegt dat de 15e plaats op de lijst van de Provincie een lage plaats is. Er is nergens aangetoond dat er sprake is van een onaanvaardbaar risico voor de volksgezondheid. Hij vindt het jammer dat er nu geld uitgegeven wordt voor een project, waarvan hij niet inziet dat er zo'n grote aanslag moet worden gedaan op de algemene middelen. Hij mist het advies van het Hoogheemraadschap. Deze is juist belast met de controle van het grondwater c.q. drinkwater. Volgens de heer LAMBERS kan het niet zo zijn dat A&P een schadeclaim gaat indienen. Zij hebben zelf om medewerking gevraagd om de winkel te veranderen. A&P wordt nu financieel ondersteund door deze sanering. De nieuwe ondernemer (huurder) zal toch bij de overname in 1991 hebben geïnformeerd of er sprake zou kunnen zijn van vervuilde grond. Verder vraagt hij aan de fractie D66/Gemeentebelangen of het juist is dat deze partij de standpunten van de VVD wat betreft onaanvaardbaarheid steunt. Zoja, dan wil hij graag stemverklaring afleggen. Wethouder ONLAND reageert op de opmerking van de heer Lambers: Uit het bodemsaneringsprogramma van 1996 van de Provincie blijkt dat het volgnummer loopt van 1 tot 6000, waarbij volgnummer 1 de hoogste en volgnummer 6000 de laagste prioriteit heeft. Advies van Hoogheemraadschap: Hier heeft de gemeente zich niet mee bemoeid. Er wordt vanuitgegaan dat SSG deze zaak goed geregeld heeft. De schadeclaim van de A&P heeft zij alleen genoemd als er gesaneerd zou worden zonder de medewerking van A&P. Na deze deal zal er geen schadeclaim komen. De heer GORISSEN meldt dat de D66/Gemeentebelangen niet mee kan gaan met de VVD fractie. Stemverklaring: De heer LAMBERS zegt dat de VVD-fractie van mening blijft dat hier sprake is van een overdreven reactie op belangrijke ontwikkelingen op milieugebied. De VVD-fractie zal zich niet verder meer verzetten tegen het standpunt van het college en niet tegen de opvatting van de raad. De heer FLAMELING denkt dat het een goed doortimmerd verhaal is. De fractie D66/gemeentebelan- gen is het eens met het standpunt van het college. De heer VAN REUEN heeft in de commissie gezegd dat hij met het voorstel geen probleem had wanneer zijn vragen beantwoord zouden worden. De wethouder heeft dit alsnog gedaan. Toch blijft hij wat vrees houden dat er een addertje onder het gras kan zitten, echter zal hij zich niet verzetten tegen het voorstel. De RAAD besluit met discussie en zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel. VOTERING KREDIET AD f 56.355,- VOOR ÉÉMALIGE AANSLUITKOSTEN VOOR ELEKTRA EN WATER OP PARKEERTERREIN WESTDAM EN PARKEERTERREIN IJZEREN PUT TEN BEHOEVE VAN DE STEENBERGSE KERMIS (17e WIJZIGING BEGROTING 1996) Wethouder IJZERMANS geeft een aanvulling. In de commissie gemeentewerken is dit uitvoerig aan de orde geweest. Er is toen gevraagd overleg te plegen over de offerte van de PNEM. De PNEM had oorspronkelijk telefonisch een opgave gedaan betreffende de kosten die gemaakt zouden worden aan de IJzeren Put en aan de Westdam. De PNEM heeft de offerte gedaan naar aanleiding van een andere situatie als de offerte van de PNEM zelf zou aangeven. Van te voren is er overleg gevoerd om deze aansluiting te realiseren. Ook over de mogelijkheden waar vandaan die aansluiting gemaakt zou kunnen worden. Oorspronkelijk was de bedoeling dat die aansluiting gemaakt zou worden van het trafostation aan de Kromme Elleboog. Dit station had echter onvoldoende capaciteit om aan de Westdam de nieuwe aansluiting te leveren. Er is besproken een transformatiestation bij te plaatsen met name voor de kermisaansluitingen en voor de nieuwbouw uitbreiding aan de Noordwal. Hier is uitgekomen dat aan Nieuwstad een nieuw trafostation geplaatst zou worden. Bij een vermogen van 3x500 ampère wordt gebruikelijk een directe aansluiting vanuit het trafostation wordt gemaakt. De PNEM heeft bij hoge uitzondering deze

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1996 | | pagina 59