a 4 12 hij het er niet mee eens is dat de f 100,- uit het voorstel verdwijnt. De voorzitter ziet graag wat de extra kosten zijn die het totale apparaat moet bijdragen. De RAAD besluit met discussie en zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN HET 'SOCIAAL STATUUT BIJ DE GEMEENTELIJKE HERINDELING' De heer VAN REUEN vindt dat het 'Sociaal Statuut' een goed stuk is dat in goed overleg tussen werkgever en de werknemersorganisaties tot stand in gekomen Hij vindt niet dat er door de raad aan getornd moet worden. Hij begrijpt niet goed waarom de gemeenteraad van Dinteloord wel hier aan gaan tornen en vraagt hoe het nu verder moet gaan. De heer VAN NIEUWENHUIJZEN spreekt eveneens van een goed statuut. De VVD-fractie volgt het voorstel zoals het nu ligt. Artikel 15 spreekt over, kan een psychologisch onderzoek laten uitvoeren". Zij zijn van opvatting dat artikel 15 ook voluit dient te worden toegepast. Hij verzoekt het college in de stuurgroep te bepleiten zo'n onderzoek uit te breiden tot het tweede echelon. Hij heeft kennisgenomen van de raadsopvatting van de gemeente Dinteloord, en vindt het merk waardig dat aanvankelijk na een bereikt akkoord in de Stuurgroep de raad in Dinteloord niet heeft afgesproken om artikel 15 buiten het Sociaal Statuut te laten. De VVD-fractie wil graag weten wat de consequenties zijn, zeker in het tijdsverloop voor de te volgen procedures. De heer GORISSEN zegt dat de fractie D66/Gemeentebelangen het geheel met de woorden van de heer VAN REUEN en de heer VAN NIEUWENHUIJZEN eens is. De heer A. VAN ELZAKKER is van mening dat het artikel 1 5 er in moet blijven. Verder complimen ten. De heer RASENBERG vraagt zich af wat er met het woord 'kan' in artikel 15 bedoeld wordt. Heeft de Stuurgroep nu besloten dit te volgen. De VOORZITTER zegt dat met de vakbonden en de werknemersdelegaties gesproken is over zorgvuldigheid. Er is in de uitgangspunten van de gemeentelijke herindeling vanuitgegaan dat er een adequaat ambtelijk apparaat moet komen. Er ontstaat een volkomen nieuwe situatie van een gemeente met 24.000 inwoners. De juiste man/vrouw op de juiste plaats. Hier zorgt de beoorde lingscommissie (plaatsingscommissie) voor. Deze krijgt een externe voorzitter, en houdt iedere werknemer tegen het licht. Vorig jaar was men het er al snel mee eens wie de beoogd secretaris zou zijn. Dit is unaniem besloten, zonder psychologisch en technisch onderzoek. Gezien zijn kwaliteiten en huidige functie is daar door niemand aan gedacht. In het eerste BGO overleg met de vakbonden zijn er vraagtekens bijgezet. Deze zijn uitgesproken. Wel is er gevraagd of er bij de rest van de managementfuncties objectief bekeken wordt naar de juiste mens op de juiste plaats. Het Sociaal Statuut blijkt heel goed te zijn. In het artikel 15 staat dus dat het psychologisch onderzoek deel uit kan maken van. Dat geldt door de hele organisatiestructuur heen. Wanneer er twee personen op één bepaalde functie terecht moeten komen, en het blijkt door de inpassingscommissie niet duidelijk wie, zal er onder andere gebruik worden gemaakt van dit soort technieken. In de nieuwe gemeente komen er maar drie sectorhoofden. In de Stuurgroep is unaniem afgesproken dat voor de managementteamleden per definitie een psychologisch/assesment onderzoek als onderdeel van de selectieprocedure zal uitmaken. Juist ook om objectief te beoordelen. Vanuit deze gemeenteraad moet er een opdracht liggen aan het college om de raad van Dinteloord te vragen het proces niet verder te frustreren. Dit op basis van argumenten (objectiviteit, kwaliteit, afspraken die zijn gemaakt in het BGO en stuurgroep). Ook zal de voorzitter de drie vakbonden aansturen het hetzelfde beroep te doen op de gemeenteraad van Dinteloord. De gemeenteraad heeft niet de juiste informatie gehad over het waarom van de toepassing van artikel 15. Hij hoopt dat met nadere informatie de gemeenteraad van Dinteloord in de raadsverga dering van juni 1996 hun standpunt over het artikel 15 willen herzien. We komen in tijdnood. Op 6 juni had men verder moeten gaan met de voorlichting ten aanzien van het functieboek in de Stuurgroep. 13 Juni moet het weer naar het personeel toe. Het gevaar bestaat dat dan het geheel over de vakantie heen wordt getild. Dit wordt kort dag.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1996 | | pagina 55