bijeenkomst.
De heer LAMBERS leest de motie voor. Deze luidt alsvolgt:
De raad van de gemeente Steenbergen bijeen in openbare vergadering op 25 april 1996,
kennis nemende van de mededelingen van het college van burgemeester en wethouders, gedaan
tijdens de openbare raadsvergadering op 25 april 1996, met betrekking tot het gebruik van de
burgerzaal,
overwegende, dat de burgerzaal tot zeer recente datum een belangrijke ontmoetingsplaats bood
voor vele geledingen uit de Steenbergse samenleving,
overwegende, dat uit de mededelingen van het college van burgemeester en wethouders tot
heden niet is gebleken, dat de burgerzaal in belangrijke mate noodzakelijk uitsluitend dient te
worden gebruikt voor het openbaar bestuur en de ambtelijke dienst,
overwegende, dat in beginsel kandidaatgebruikers van de burgerzaal, niet zijnde het gemeentebe
stuur of de ambtelijke dienst, een beroep dienen te doen op andere lokaties in de gemeente
Steenbergen,
overwegende, dat in bijzondere gevallen niettemin moet worden vastgesteld, dat het gebruik van
de burgerzaal voorkeur geniet voor belangrijke maatschappelijke ontmoetingen,
overwegende dat juist ten behoeve van het hier laatst genoemde doel de burgerzaal na verleende
goedkeuring door de raad omstreeks 1980 werd gesticht,
overwegende, dat het gebruik van de burgerzaal is geregeld in de "Regeling inzake gebruik
tarieven burgerzaal", welke als zodanig door de raad is gesanctioneerd,
spreekt uit dat de burgerzaal in beginsel beschikbaar dient te blijven voor sociaal-culturele
en maatschappelijke activiteiten, voor zover geen andere geschikte locatie in de gemeente Steen
bergen beschikbaar is en het gebruik het openbaar bestuur alsook de ambtelijke dienst niet
onaanvaardbaar in haar taakuitoefening verstoort,
verzoekt het college van burgemeester en wethouders indachtig deze motie dienovereenkomstig
te handelen,
ondertekend door de fractievoorzitters van het CDA, Lijst Baartmans, Werknemerspartij en VVD
De VOORZITTER zegt dat de motie voldoende is ondertekend en kan deel uitmaken van
beraadslagingen.
De motie is erg mild. Bij iedere overweging moet men zich afvragen hoe het uitgelegd moet
worden.
Het bestuur moet duidelijkheid verschaffen. Deze motie wordt meegenomen, alsmede de ge
sproken woorden van de heer Flameling.
De vergadering wordt om 20.46 uur geschorst zodat het college zich kan beraden.
De vergadering wordt heropend om 21.00 uur.
De VOORZITTER zegt dat wanneer de motie zou worden aangenomen door het college, dit zou
betekenen dat weer opnieuw dezelfde discussie naar voren zou komen.
Het college heeft zich meer gericht naar de invalshoek zoals hij door de heer Flameling naar voren
is gebracht.
Punt 2, pagina 3, tweede en derde zin: "stellen wij u voor om de burgerzaal alleen nog maar te
gebruiken voor die activiteiten waarbij de gemeente betrokken is".
Het woord "eigen" gaat er af. Met "die activiteiten waarbij de gemeente betrokken is" wordt de
wisselwerking met de samenleving aangegeven. Dit betekent dat bijvoorbeeld Brandts Corsius
Duikerprijs, cultuurprijs, sportman/vrouw van het jaar, waarbij men direct de relatie ziet tussen de
gemeente als orgaan, vertegenwoordiger van, en de maatschappelijke organisaties zichtbaar hebt.
De heer LAMBERS denkt dat de wijziging die de voorzitter aanbrengt in de mededeling toch
onvoldoende waarborg biedt om bepaalde activiteiten, waarbij het gemeentebestuur niet primair
betrokken is maar die wel wenselijk zijn voor de Steenbergse samenleving, te laten plaatsvinden
in deze burgerzaal.
De motie bevestigt het bestaande beleid van de gemeente Steenbergen wat gewaarborgd is in de
regeling. De motie doet veel meer recht aan de gewenste situatie.
Het college zal binnen de kaders van de motie kunnen afwegen of er een aanvraag gehonoreerd
wordt en of de ambtelijke dienst wordt verstoord.
Hij denkt dat de motie meer recht zou doen aan de wensen Steenbergse bevolking dan de
beperkte voorgestelde wijziging.
Hij stelt voor de motie in stemming te brengen.