2 1. OPENING De VOORZITTER opent de vergadering en heet allen van harte welkom. 2. RONDVRAAG PUBLIEKE TRIBUNE Van de rondvraag wordt geen gebruik gemaakt. 3. RONDVRAAG (DEZE BEGINT BIJ DE HEER C.H. VAN REUEN) De heer H. VAN ELZAKKER vraagt of de wethouder van VROM bereid is een gesprek aan te gaan met de tegenstanders van het Uitbreidingsplan 'De Waterlinie'. Dit over het verkeerstechnische aspect. De VOORZITTER zegt dat wat dit onderwerp betreft, in dit stadium zowel wethouder Onland als wethouder IJzermans betrokken zijn. Wethouder ONLAND meldt dat tegen de bewoners van de Arnold van Lieropstraat enige malen is gezegd, dat er rekening wordt gehouden met de problemen die zij hebben met de ontsluiting van 'De Waterlinie', en dat dit zorgvuldig bekeken wordt. Voor hetgeen wat buiten het bestemmingsplan ligt geldt dat dit doorgesproken wordt met WETHOUDER IJZERMANS. De heer MAAS was verlaat en neemt vanaf 19.33 uur deel aan de vergadering. De heer FLAMELING heeft een vraag aan wethouder IJzermans aangaande de knotwilgen aan de Canadezenweg. Is het bekend dat deze allen zijn gerooid? Bent u ook van mening dat het verstandig zou zijn om in de toekomst het beleid, in of aangaande bijzondere landschapselementen, zo te sturen dat er een deel van het Natuurfonds kan worden aangewend. Kan er bekeken worden of bijzondere landschapselementen beschermd zouden kunnen worden. Is het mogelijk om in het beleid op een redelijk kort termijn enige sturing aan te geven? WETHOUDER IJZERMANS zegt dat de eigenaar van de knotwilgen vorig jaar heeft aangevraagd of hij deze mocht rooien. Op verzoek van de gemeente heeft hij deze een aantal maanden laten staan. Als gemeente is er contact geweest met een drietal instanties. Deze waren geenszins bereid hieraan geld c.q. zorg te besteden. In het college is besproken of het mogelijk was deze strook grond met knotwilgen aan te kopen doch de eigenaar was enkel bereid het hele stuk groter stuk te verkopen. Er is toen besloten om de knotwilgen te rooien. Hij betreurt dit. Wethouder IJZERMANS is bereid om te kijken of dit een volgende keer via het natuurfonds mogelijk is en zal dit in het college meenemen. De heer FLAMELING zegt dat de bedoeling van het Natuurfonds is, dat men als gemeente met behulp van een soort adhoc-beleid (beleid op korte termijn), middelen hebt om sturend op te treden. Middels een eenvoudige regelgeving moet het mogelijk zijn om zulk soort zaken, in dit geval knotwilgen, te beschermen, zonder dat men de boeren tegen staat. Hij vraagt wanneer hij hierop antwoord krijgt. De VOORZITTER geeft aan dat hierop moeilijk snel antwoord kan worden gegeven, gezien de druk waar het gemeentelijk apparaat nu onder staat. De spelregels zullen namelijk moeten worden ontwikkeld. De suggestie zal bij dit soort zaken iedere keer in de tussentijd worden meegenomen. De heer FLAMELING vraagt of het mogelijk is dat hij vraagt of de Bomenstichting contact opneemt met de gemeente teneinde op een zeer korte termijn wel tot een beleid te komen. De VOORZITTER zegt dat dat het probleem niet is. De heer FLAMELING vraagt of de brandweer in deze droge tijd zo weinig mogelijk water wil gebruiken tijdens het blussen. De VOORZITTER geeft dit door. De heer MAAS wil zich verontschuldigen dat hij iets te laat was vanwege de wegafsluitingen tussen Kruisland en Steenbergen. De heer GORISSEN heeft deze week geconstateerd dat er een aantal verkeersborden te veel stond. Onder andere bij de Burgemeester van Loonstraat stond dat de Fabrieksdijk was afgesloten terwijl deze al een aantal dagen open was. Tevens de borden aan het begin van de Kaaistraat 'doorgaand verkeer afgesloten'. Is het zinvol aan te geven wat wél bereikbaar is?

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1996 | | pagina 35