r*
13
gezet, omdat hij bang was dat tijdens het notuleren het een en ander niet precies zou worden
weergegeven.
Intussen zijn de vragen naar tevredenheid beantwoord. Zij kunnen zich volledig instemmen met het
huidige voorstel.
De heer LAMBERS wilt het een en ander uit het stuk van de vorige maand citeren.
In de commissievergadering van februari is over deze materie gesproken.
De drugsnota die naar voren is gebracht is eenzijdig gemaakt door het RC. Deze wordt voor 100%
gesubsidieerd door de gemeente Steenbergen. De raad wordt nu geconfronteerd met een rapport
van het RC, tegen de kostprijs van f 5000,--, terwijl over de uitgangspunten, die als grondslag
hebben gediend voor het uitgebrachte rapport, de raad op geen enkele wijze is geraadpleegd.
Waarom is de raad niet gevraagd in te stemmen met de begrootte kosten van het onderzoek.
Wat de betreft de nota zelf, de beleidsvoornemens.
Waarom geeft de nota geen kwalificatie van de grootte van het drugsprobleem in deze gemeen
te. Dit was toch de opzet van het onderzoek.
Op welke wijze richt het RC het door haar genoemde experiment met het CAD, om zodoende
een concreet beeld te krijgen van de hulpvraag. Hier is het rapport onvoldoende duidelijk in.
Wie betaalt de elk jaar terugkomende kosten die aan het project zijn verbonden, door het RC
begroot op f 2500,-. Heeft het college hier al mee ingestemd?
Wat is de impact van het voorgestelde grootschalige onderzoek, uit te voeren onder verantwoor
delijkheid van de NIAD (Nederlands Instituut voor Alcohol en Drugs).
Wat is de rol van de contactfunctionaris van de GGD? Gaat de GGD dadelijk hetzelfde doen als
het RC? Dit omdat ook de GGD wordt aangestuurd door het Streekgewest en tevens dus ook
betaald wordt door de gemeente.
Ligt het niet op de weg van het gemeentebestuur zelf, om in overleg met de politie, de horeca-
exploitanten te benaderen, om 'kennelijke' excessen in drankgebruik tegen te gaan. Welke
bevoegdheden heeft het RC hiervoor?
Welke resultaten zijn bereikt in de contacten met het door de gemeente Steenbergen gesubsi
dieerde café "Big Foot".
De aantallen probleemgevallen zijn relatief laag blijkens het rapport van het RC. Een tegengestel
de opmerking. Hier komt bij dat in het rapport wordt vermeld dat de foutmarge van de inschat
ting hoog is. Als de foutmarge hoog is, hoe moet men dan de conclusies interpreteren?
Als men spreekt van een probleem moet er een oplossing voor gevonden worden. De indruk
wordt nu wel gewekt dat er een probleem gemaakt wordt, door het rapport van het RC.
Staat uw college (in het kader van de openbare ordehandhaving) achter het voorstel van het RC,
om een steunpunt voor het CAD te vestigen?
Komen de financiële lasten voor rekening van de begroting voor het RC, of gaat de gemeente dit
ergens anders zoeken in de welzijnsbegroting, of wordt er een apart krediet gevoteerd?
Bent u thans van mening dat een straathoekwerker moet worden benoemd in Steenbergen?
Moet de suggestie van het RC worden overgenomen?
Voordat de VVD kan instemmen met de nota van het RC vindt zij het gewenst te worden geadvi
seerd door deskundige ambtenaren uit onze gemeente. Dezen mogen best aangevuld worden door
de voorzitter van het RC, of door anderen die verstand van zaken hebben.
De heer LAMBERS vindt dat er nog teveel vragen niet beantwoord zijn, en de VVD kan dus niet
instemmen met deze nota. Wethouder Reijnders heeft, na overhandiging van deze vragen vorige
maand, de heer Lambers verwezen naar een interne nota, die in het dossier is gelegd. Deze nota
geeft onvoldoende antwoord op de door de VVD gestelde vragen. Deze nota moet men in de
openbaarheid behandelen. Vragen zouden volgens het reglement van orde mondeling beantwoord
moeten worden, en zo ook voor de raad en de bevolking beschikbaar moeten zijn.
De VVD-fractie beraadt zich (tenzij er antwoord gegeven kan worden op de vragen die zojuist
gesteld zijn) op haar standpunt, wanneer de voorzitter dit voorstel in stemming wenst te brengen.
De heer VAN REUEN zegt dat het standpunt van de PvdA, dat zij hebben ingenomen in de
commissie Welzijn niet wezenlijk is veranderd. In het toekomstig beleid dient de nadruk te worden
gelegd op preventie.
Uit het rapport klinkt teveel de symptoombestrijding. Zorg voor verslaving kan zijns inziens
beheersbaar blijven als door preventie de omvang ervan beperkt wordt.
Wat betreft de alcoholverslaving pleit hij ook voor overleg met de horeca.
Hij denkt dat het weer opnieuw verdiepen in deze notitie, waar de heer Lambers zojuist over sprak,