6 Zodra er afdoende middelen zijn die qua kostenbesparing in de richting zitten van Diuron zal Steenbergen daar direct toe overgaan. De RAAD besluit de ingekomen stukken voor kennisgeving aan te nemen. B. Mededelingen 5. Nota b&w betreffende de uitspraak van de Arrondissementsrechtbank Breda inzake het beroep van de heer J. van Hooijdonk tegen de weigering van de bouwmelding voor een tuinhuisje achter de Pastoor Ermenstraat 18. De heer LAMBERS heeft kennisgenomen van de ambtelijke nota die ter inzage heeft gelegen en de verzonden brieven aan de belanghebbende. In de correspondentie naar belanghebbende toe is de tekst van de nota letterlijk overgenomen. Die tekst stelt dat de gemeente alles overziend en wikkend en wegend in het gelijk is gesteld. Nu is het zo dat de gemeente Steenbergen door de rechter veroordeeld is tot kostenbetaling. Ook zijn er een aantal belangrijke elementen in de uitspraak omtrent niet-ontvankelijk verklaring etcetera die aanleiding geven tot enige bescheiden heid. De gemeente had zich hier, wat de heer LAMBERS betreft, wat terughoudender en bescheidener op mogen stellen. Dit zou de gemeente hebben gesierd. Hij vraagt het college in voorkomende gevallen wat bescheidener te reageren. De heer FLAMELING heeft bij de algemene beschouwingen reeds zijn zorg uitgesproken over de juridische onderbouwing van bepaalde besluiten binnen de gemeente Steenbergen. Deze kwestie is hiervan een voorbeeld. Waar is op welk moment de beleidsbeslissing genomen om met deze burgers zo om te gaan? Hij kan zich niet aan de indruk onttrekken dat het beleid in deze gemaakt is door de ambtenaren en niet door het college. De heer FLAMELING vindt het naar de burgers toe navrant dat zij zo lang op antwoord hebben moeten wachten. Hij vindt dat de gemeente in haar omgangsvormen en de correspondentie naar de burger toe een aantal steken heeft laten vallen. Hoe denkt het college de uitkering aan de burgers te dekken? Wethouder ONLAND antwoordt de heer Lambers dat de gemeente destijds heeft geprobeerd van de agrariër die aan de zuidzijde van dit plan grond in bezit had grond aan te kopen. Dat is gelukt. Daarom zijn de tuinen van de percelen dieper dan oorspronkelijk mogelijk was. Wat blijkt nu naderhand. De agrariër gaat zelf extra grond verkopen aan de nieuwe eigenaren. Waar is dan het einde. De bestemming is agrarisch. Waar moet de grens worden gelegd. De gemeente heeft meteen neen gezegd. Wordt de gemeente dan door de rechter teruggefloten dan legt zij zich daarbij neer. Wat betreft het gestelde door de heer Flameling. Het college heeft wat langer tijd genomen voor het interpreteren van de uitspraak. Dit in tegenstelling tot één van de mensen die naar de rechter is gegaan. Die concludeerde meteen dat de gemeente verkeerd was en zij in het gelijk stonden. Misschien is daarom de brief in eerste aanleg ook wat minder vriendelijk gesteld. De gevolgtrek king was niet terecht. De rechter heeft gezegd dat de gemeente juist is geweest met haar eerste beslissing. Maar het college heeft vanwege het wederopbouwplan en andere zaken gemeend om in dit speciale geval de bestemming te moeten veranderen in erf vooruitlopend op het nieuwe bestemmingsplan buitengebied. De beleidsbeslissing is genomen in het college. De datum waarop zou in de stukken moeten worden nagegaan. De dekking van de kosten bestaat uit het betalen van de proceskosten ad. f 200,-. Daarbuiten wordt verder niets betaald. Dit is een normale gang van zaken. De heer LAMBERS gaat niet meer in op de inhoudelijkheid van de rechterlijke uitspraak. Dat is voor hem een gepasseerd station. Het enige wat hij gevraagd heeft is, om na de uitspraak van de rechter richting cliënten van de gemeente Steenbergen een terughoudend standpunt in te nemen. De VOORZITTER antwoordt dat het signaal duidelijk is. De heer FLAMELING stelt dat de rechter voorbij is gegaan aan het gelijkheidsbeginsel, omdat het in dit geval helemaal niet nodig was. De discussie in de rechterlijke nota is maar een deel van het verhaal. De rechter heeft de andere overwegingen duidelijk niet meegenomen. Het gelijkheidsbe ginsel is echter een deel van de kern van wat de burger beweegt. De heer FLAMELING zou graag zien dat het gemeentebestuur daar heel zorgvuldig mee omgaat. Hij doet verder de suggestie om de eigen juridische zaken extern te checken. 7 Wethouder ONLAND merkt op dat de ambtenaren regelmatig informatie moeten vragen bij zaken die niet helemaal duidelijk liggen. Dé adviseur van de gemeente is de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Die kent de problematiek vanuit het hele land. Zij kent juist de uitzonderingsgevallen om te weten hoe daar mee om te gaan. In dit geval is de VNG om informatie en toelichting gevraagd. Als de gemeente niet zeker is van haar zaak informeert zij bij deskundigen. En het is nu eenmaal zo dat voor een rechtbank door twee partijen de wet net iets anders uitgelegd wordt. 6. Verklaring mevrouw Baartmans. Zij spreekt als volgt: 'Ongetwijfeld zult u uit de media begrepen hebben dat de Werknemers Partij Steenbergen verder gaat als zelfstandige lokale partij en niet heeft gekozen voor een samenwerking met de Partij van de Arbeid. Zowel politiek gezien als toekomstgericht gedacht vind ik dit een besluit waaraan ik mij niet kan en wil conformeren. Daarom heb ik na rijp beraad besloten als zelfstandig onafhan kelijk raadslid de periode tot de herindeling vol te maken. Ik stop niet met het raadslidmaatschap omdat meer dan 100 kiezers in 1994 hun vertrouwen in mij hebben uitgesproken. Deze beslis sing is mij niet gemakkelijk gevallen, toch vind ik dat nu voor mij de tijd is aangebroken om kleur te bekennen. Ik dank een gedeelte van het bestuur en de leden van de Werknemers Partij Steen bergen voor het in mij gestelde vertrouwen. Ik dank ook een deel van het college en de raad die met mij mee hebben willen denken, wat mij betreft kunnen we nu overgaan tot de orde van de dag'. De VOORZITTER merkt op dat college en raad haar standpunt respecteren. Tot vanavond 24.00 uur is mevrouw Baartmans nog lid van de Werknemers Partij Steenbergen. Met ingang van 1 maart 1996 zal zij als fractie Baartmans de zesde partij zijn in de raad. 7. Opzegging duo-commissielidmaatschap door de heer Van de Meer. De Raad, aldus de VOORZITTER, heeft de brief van de heer Van de Meer hedenavond aangetrof fen. Hiervan wordt kennisgenomen. Vastgesteld wordt dat de heer Van de Meer geen deel meer uitmaakt van de commissie welzijn. De heer LAMBERS stelt aan de orde de eventuele kandidatuurstelling voor het duo-commissielid maatschap voor de lijst Baartmans. Zijns inziens behoort dit niet tot de mogelijkheid. De lijst Baartmans is geen politieke partij die eertijds gekozen is. De VOORZITTER antwoordt dat dit thans niet aan de orde is. In de commissie algemeen bestuurlijke en economische zaken zal op de nieuwe ontwikkeling teruggekomen worden. De verdeling van de commissies zal ook aan de orde dienen te komen. De RAAD besluit de mededelingen voor kennisgeving aan te nemen. 6. KADERNOTA 1996 VAN HET STREEKGEWEST WESTELIJK NOORD-BRABANT (10E WIJZIGING BEGROTING 1996) De RAAD besluit zonder discussie en hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel. 7. VOTERING KREDIET f 88.000,- TEN BEHOEVE VAN DE VERVANGING VAN DE MAAIMACHINE (11E WIJZIGING BEGROTING 1996) In de commissies, aldus de heer LAMBERS, is gesproken over het overschot van f 27.000,-. Dit bedrag dient terug te komen bij de voorjaarsnota. De VOORZITTER kan dit bevestigen. De RAAD besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1996 | | pagina 14