12 Ten tweede zou de Steenbergse keuze voor west tot gevolg kunnen hebben dat de aanleg van de Zoomweg Noord vertraging zou kunnen oplopen. Maar de Dinteloordse, Halsterse en Bergse collegae politici hebben ook hun keuze laten afhangen van de minst slechte gevolgen voor hun burgers, dat betekent dat de geachte collegae politici uit omringende gemeenten het de Steenbergse leden van de raad moeilijk kunnen verwijten hetzelfde te doen. Daarom, als vertegenwoordigers van de Steenbergse burgers, gekozen door de Steenbergse burgers, dienen wij onze verantwoordelijkheid te nemen. Na een oprechte afweging van factoren die betrekking hebben op de tracékeuze kunnen wij niet anders dan kiezen voor de westelijke variant, de minst mensonvriendelijke keuze.' De heer VAN REUEN spreekt namens de PvdA als volgt: 'Mijnheer de voorzitter, nu de behandelingen inzake de definitieve tracékeuze in voorbereidend stadium, te weten in de commissie ruimtelijke ordening en economische zaken op 16 maart en 15 juni jl en zijdelings ook nog in de raadsvergadering van 30 maart jl zijn geweest, ligt uw ultieme voorstel thans voor. Omdat u in een eerder stadium hebt aangedrongen op beargumenteerde standpunten, zullen wij uw voorstel op punten nalopen en uw argumenten bevestigen cq met de onze beantwoorden. Onder het kopje 'Algemeen' stelt u terecht dat door de raad nog geen keuze is gemaakt, maar dan wel in strikt formele zin. Als u goed geluisterd hebt dan is u duidelijk geworden hoe de overgrote meerderheid van deze raad erover dacht. En het verbaast ons dus dat u uw eerdere standpunt in uw definitieve voorstel niet hebt bijgesteld. Commissie-overleg is er toch om uw marsrichting aan te geven? Mijnheer de voorzitter, ik heb u dat zelf meermalen horen betogen in de commissie algemeen bestuurlijke zaken. Wat betreft de 'Stand van zaken'. Dat andere gemeenten kiezen voor een tracé oostelijk van Steenbergen, waarbij ze donders goed weten wat de gevolgen voor een groot deel van de bevolking zijn, vinden wij ronduit arrogant. Laten ze zich met hun eigen zaken bemoeien. Dat de aktiegroep Kies Best Kies West argumenten heeft aangedragen om te kiezen voor een westelijk tracé vinden wij een plezierige bijkomstigheid en ondersteunt ons standpunt dat we al in een veel vroeger stadium hebben uitgedragen. En het is dus zeker niet zo dat, zoals dagblad De Stem tot tweemaal toe bij monde van één van haar verslaggevers meende te moeten opmerken, de raad van Steenbergen bang is geworden van de Aktiegroep. Als die verslaggever de moeite had genomen in het archief van zijn krant te duiken, dan had hij die enormiteit niet verkondigd. In het verleden hebben de frakties altijd, evenals het college trouwens, geopteerd voor een westelijke omleiding. Bij 'Beschouwing van de verschillende varianten' zijn wij het met u eens dat voor een autosnelweg moet worden gekozen. In het stukje 'Voor- en nadelen van de verschillende tracés' zwakt u zelf uw eerdere argumenten voor allerlei compenserende maatregelen wel erg sterk af, vinden wij. Op zich is dat, de hogere overheden kennende, wel reëel. Maar waarom dan toch vasthouden aan dat oostelijk tracé? Denkt u heus dat een gedeeltelijk verdiepte autosnelweg, die naar de oostkant wordt opgeschoven, minder nadelig is voor de omwonenden? Wij vinden dat in ieder geval niet. Dat brengt ons dan bij de 'Nadelen van een westelijk tracé', volgens u dan. Over de mening van de andere gemeenten hebben we al het een en ander gezegd. Die houden te weinig rekening met de belangen van een groot deel van onze burgers. En daar staan wij voor. Als wij moeten kiezen tussen de afsnijding van Klutsdorp, die niet persé hoeft bij een westelijke omleiding en die van Welberg bij een oostelijke omleiding zeker, dan is onze keuze niet moeilijk. Dat een westelijk tracé het kassengebied doorsnijdt willen wij niet ontkennen. Maar dat is een puur economisch belang en dat mag nooit worden ingeruild voor het welzijnsbelang van onze burgers. Dat het verkeer op de Kade in de toekomst gaat toenemen is een veronderstelling die we voor kennisgeving aannemen, omdat dat helemaal niet zeker is. En zal zoiets, bij een oostelijke omleiding, niet ergens anders ook gaan voorkomen? En dat is ook een veronderstelling. Het kruisen van de haven met een brug, waardoor passage van zeilschepen onmogelijk zou worden, weegt evenmin op tegen de in het geding zijnde belangen van burgers als het doorsnijden van het kassengebied. Ook dat is economisch belang versus welzijnsbelang. Ook al wordt het een brug dan vinden wij dat nog geen ramp, ten opzichte van dat andere. Het treft ons overigens wel dat u uw eerdere scepsis ten opzichte van de recreatie hebt bijgesteld.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1995 | | pagina 72