8 3. Onderzoek naar alternatieve tracés. Alternatieve tracés zijn eigenlijk niet onderzocht. Als men de kaarten bekijkt waarmee men geconfronteerd is, is het een bandbreedte van vijf kilometer waarbinnen zich de plannen bevinden. De Schelde-optie is losgelaten, de Moerstraatse variant is losgelaten. Het enige waar redelijk gedetailleerd op wordt ingegaan zijn de lokale keuzes, terwijl er veel andere mogelijkhe den zijn waarover we geen opmerkingen mogen maken. 4. Axioma's. Eén van de axioma's is het axioma van bundeling. De ene keer wordt de bundeling heel stringent toegepast, een volgende keer wordt die weer helemaal losgelaten. Als je kijkt naar alle varianten wordt altijd voor meer dan 50% de bundeling losgelaten. Als je bij de ambtenaren vraagt waar slaat die bundeling op, dan kan dit variëren van het bundelen met een provinciale weg, met een polderweg, een slootje of een perceelsgrens. Kortom we gaan hier een belangrijke beslissing nemen in een bijzonder onaangename positie. In de stellingen die wij voorheen verkondigd hebben, hebben we een tracé voorgestaan waar we nu toch wat genuanceerder tegenover staan. Centraal stellen wij het welzijn van de Steenbergse bevolking. De A4 bedreigt deze ernstig op een aantal gebieden, waarbij wij de geluidshinder, het vervoer van gevaarlijke stoffen door de bebouwde kom en de luchtverontreiniging als de grootste boosdoeners zien. Wij dienen te bedenken, dat als de weg er eenmaal ligt, wij op geen van deze zaken invloed meer uit kunnen oefenen. De in de studies gesuggereerde getallen gaan uit van een ongewijzigde situatie in België (Kennedy- tunnel en Liefkenshoektunnel) en bij Klaaswaal. De A4 wordt een snelweg vooral voor vrachtverkeer, die dag en nacht ernstige hinder zal blijven veroorzaken. Bij de huidige argumentatie is het door niemand aan te tonen, welk alternatief het goedkoopst is. Dit is ondermeer afhankelijk van de geëiste opties, zoals verzonken ligging, parallelwegen, tunnels, zuid west-tangent, verkeerswallen, woningaanpassingen etc. We dienen ons te bedenken dat andere overheden, met name de provinciale en de rijksoverheid en de aanpalende gemeenten op dezelfde hoeveelheid drijfzand met hele sterke goed onderbouwde meningen durven te komen. Ik vind dat zij zich horen te schamen. Vóór 'oost' pleit alleen, dat dit de kortste route is, terwijl er verder alleen maar nadelen zijn. Ik heb geen enkel voordeel voor oost. Dit getuigen vooral de felste voorstanders blijkens de door hen gepresenteerde 'harde' eisen voor aanpassingen. Zij zouden deze zeker niet stellen, als zij niet doordrongen waren van wrange nadelen! Als dan blijkt, dat de 'hardheid' van de eisen alleen in woorden kan worden beleden maar niet in daden kan worden afgedwongen, getuigt deze opstelling naar onze mening van een hoog 'Von Münchhausen'-gehalte. Betreffende 'West' geldt vooral één nadeel en dat is de vrees, dat de overige overheden deze keus niet zien zitten. Als u zich echter realiseert, dat de in de punten 1 t/m 4 genoemde bezwaren ook gelden voor deze besluitvormers, dan kunnen wij ons niet aan de indruk onttrekken, dat de hele discussie over de A4 op de bekende fopspeen begint te lijken om ons zoet en bezig te houden. Echter Rijkswaterstaat heeft diverse tracés geproduceerd, die ons als reële opties zijn gepresen teerd. D66/Gemeentebelangen gaat er dan vooralsnog vanuit, dat wij van deze geboden keuzemoge lijkheid gebruik kunnen maken. D66/Gemeentebelangen kiest dan ook voor het minst belastende tracé, dat wil zeggen K31/S31/ D32. K31. Er zal ons verweten worden dat we ons bemoeien met buurgemeenten. Als wij ons echter zorgen maken over mensen die langs het tracé wonen aan de Seringenlaan dan vinden wij dat we dezelfde nadelen niet door de bewoners van Klutsdorp moeten laten ondergaan. Verder ligt dat tracé voor een groot gedeelte op Steenbergs grondgebied. Ook is er een klein voordeel als Klutsdorp wordt afgesneden. Steenbergen heeft dan een goed argument om bij de gemeentelijke herindeling Klutsdorp erbij te claimen. Dus de keuze K31/S31/D32. D32 is afwijkend van de eerste keuze. Het bleek bij nadere beschouwing dat graanmaalderij De Jongh precies op dat geplande tracé zou komen.' De heer Van Nieuwenhuijzen spreekt namens de VVD als volgt: 'Mijnheer de voorzitter, door Rijkswaterstaat is in het kader van de besluitvorming op rijksniveau een corridor-studie verricht en op basis daarvan een projectnota A4/A16 opgesteld, waarin integraal verwerkt het milieu-effectrapport en de tracénota.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1995 | | pagina 68