7 B. Mededelingen De VOORZITTER deelt mede dat de raadsexcursie is gepland op vrijdag 15 september 1995. Er zullen een aantal Limburgse plaatsen worden bezocht. De VOORZITTER deelt mede dat een tweetal punten van de agenda zijn afgevoerd, te weten: het aanbestedingsbeleid. De behandeling in de commissievergadering heeft voor de leden van het college niet tot duidelijkheid geleid. Het betreffende voorstel zal in de augustusver- gadering aan de orde komen. Het college heeft tot nu toe geen aanleiding gezien om de nota aan te passen. de verordening Winkelsluitingswet. In de commissievergadering is unaniem naar voren gekomen dat een avondwinkel in Steenbergen mogelijk moet zijn. Dit moet echter eerst voor advies aan de Kamer van Koophandel worden voorgelegd. Het voorstel zal, indien mogelijk in de augustusvergadering aan de orde komen. De VOORZITTER deelt mede dat aan agendapunt 13 'wijziging instellingsbesluit commissies' wordt toegevoegd het concept-voorstel benoeming leden commissies. De RAAD besluit de mededelingen voor kennisgeving aan te nemen. 7. TRACÉKEUZE Z00MWEG-N00RD/A4 De VOORZITTER zegt dat een notitie is voorgelegd die door de veranderde samenstelling van het college tot stand is gekomen. Het voorstel tracékeuze was in de raadsvergadering van maart teruggenomen en inmiddels is het standpunt in het college veranderd. Voorgelegd is nu het voorstel zoals dat door de meerderheid van het college wordt gedragen. De heer FLAMELING spreekt namens D66/Gemeentebelangen als volgt: 'Mijnheer de voorzitter, voor ons ligt de nota over de A4. Alvorens in te gaan op de nota zelf, willen wij eerst iets zeggen over het besluitvormingsproces waarmee wij als Steenbergse raad geconfron teerd zijn geworden. Wij denken dat ons mandaat om een standpunt in deze zaak te mogen vertolken gelegen is in het feit, dat wij hier lokale volksvertegenwoordigers zijn. Andere belangen dan de lokale hebben dus een ondergeschikte betekenis als wij hierover spreken. Er zijn andere overheden die zich op een hoger niveau bewegen en moeten zij dus hun uitspraken doen op dat niveau en zich niet bemoeien met wat wij hier doen. Voor ons is het zo dat het welzijn van de Steenbergse bevolking, door wie wij gekozen zijn, ons de wet voorschrijft. In de discussie, zoals die tot nu toe gevoerd is, tekenen zich een aantal onduidelijke zaken af, waarover eerst uitsluitsel zal moeten worden voorgegeven alvorens tot een weloverwogen standpunt zal kunnen worden gekomen. Wij menen dat een aantal zaken niet opgelost zijn en daarom zal er altijd twijfel blijven over wat men aan het doen is. 1Onduidelijkheid over de verstrekte gegevens. Op de besloten voorlichtingsbijeenkomst gaven Rijks- en Provinciale Waterstaat aan, dat het hen onmogelijk was om ook maar bij benadering aan te geven, hoe hard het door hun geproduceerde cijfermateriaal was. Bij drie keer doorvragen kregen we nog slechts zeer vage antwoorden. Ik refereer hier aan het vragen naar de standaardafwijking daar die varieerde van 2% tot 20%. Wat dus betekent als er 1000 auto's worden geteld, dit er net zo goed 700 als 1400 kunnen zijn. Hetzelfde geldt voor de vervoersbewegingen die over de Kade zouden komen. Dit zou variëren van 14.000 tot 18.000. voertuigen. Dit betekent iedere vijf seconden een voertuig over de Kade, dag en nacht. De onduidelijkheid van de verstrekte gegevens heeft de discussie geen goed gedaan. 2. Het volgende punt waarover onduidelijkheid bestaat zijn de aanvullende of compenserende voorzieningen. In voorgaande discussies is er door diverse partijen of personen vanuit gegaan, dat de Rijks- en/of Provinciale overheden met aanvullende compenserende voorzieningen zouden of zullen komen. Ik vraag me af waar de zekerheden vandaan kunnen komen als die keuze gemaakt moet worden. Wij denken dat die zekerheden niet vooraf gegeven worden.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1995 | | pagina 67