MÉ
4
6
De heer VAN NIEUWENHUIJZEN merkt op dat de raadsleden een brief gedateerd 28 mei 1995
hebben ontvangen van de aktiegroep 'KIES BEST KIES WEST'. Hij wil de aktiegroep geenszins de
mogelijkheden van het voeren van verweer tegen een mogelijk tracévariant van de aan te leggen A4
ontzeggen, maar met de eenzijdige benadering van het probleem heeft hij toch enige moeite. Ook
met de aantijgingen aan het adres van bestuurders, welke hij ronduit beneden de maat vindt. Hij
stelt vast, dat vele inwoners van Steenbergen door eenzijdige informatie op het verkeerde been
dreigen te worden gezet en onvoldoende op de hoogte zijn wat de effekten voor de leefbaarheid zijn
bij een integrale afweging van alle in het geding zijnde belangen bij een keuze tussen een oostelijke
of een westelijke omleiding.
In het licht van het voorgaande vraagt de heer VAN NIEUWENHUIJZEN: "Hoe kan het gemeentebe
stuur bevorderen dat de Steenbergse bevolking zo objektief mogelijk wordt en blijft geïnformeerd
over de voor- en nadelen van de tracékeuze-variant?"
De VOORZITTER antwoordt dat de eerste opdracht daarvoor bij Rijkswaterstaat ligt. Hij heeft
voorlichtingsbijeenkomsten gehouden. Door het college hebben er in de maartvergadering vertaalsla
gen plaatsgevonden. Ook van de schrijvende pers wordt gebruikgemaakt.
Wat betreft de persoonlijke aantijgingen. De VOORZITTER neemt die maar voor lief. Dit hoort bij het
vak. Het dilemma van aktievoerders is dat zij niet uitgaan van democratie maar zich richten, in dit
geval, op twee personen. Dit is een overschatting. Twee personen bepalen niet waar de weg komt.
De raad moet zich bezighouden met de materie en de discussie die in juni in de commissie en de
raad gaat plaatsvinden. Steenbergen geeft dan een signaal af. In 2003 zal bekend worden wat het
Rijk ermee doet.
De heer LAMBERS informeert naar het tekenplan van woningen nabij de woning van Hertogh.
Wanneer verwacht het college dat ter plaatse iets inhoudelijks kan plaatsvinden?
De VOORZITTER verwacht volgend jaar.
Mevrouw BAARTMANS merkt op dat blijkbaar het Werkvoorzieningsschap een schoonmaakorder
met betrekking tot de vliegbasis Woensdrecht door oneerlijke concurrentie in de wacht zou hebben
gesleept. Heeft overleg plaatsgevonden met de gemeente en het Werkvoorzieningsschap? In
hoeverre kan men hier spreken over oneerlijke concurrentie?
Wethouder REIJNDERS maakt uit de stukken op dat er een eerlijke inschrijving heeft plaatsgevon
den. Het Werkvoorzieningsschap is heel positief uit de bus gekomen. Ook het tarief lag lager.
De VOORZITTER antwoordt dat aan projekten die het Werkvoorzieningsschap uitvoert een
berekeningsmethodiek vastzit gebaseerd op functionaliteit van het werk en inzetbaarheid van
mensen. De concurrentie laat zich niet uitsluitend vertalen naar het uurtarief, maar ook naar de
inzetbaarheid van mensen. De VOORZITTER doet de suggestie om het Werkvoorzieningsschap eens
uit te nodigen in de commissie welzijn om aan te geven hoe een dergelijke calculatie tot stand komt.
De heer IJZERMANS stelt de verkeersomleiding vanwege de aanpassing in de Kaaistraat, Grote
Kerkstraat en de bouwaktiviteiten aan de West- en Oostdam aan de orde. Zou ter hoogte van de
Kruispoort via bewegwijzering gewezen kunnen worden op de ontsluiting van de Nieuwstad. Dit is
onvoldoende bij de mensen bekend.
Wethouder ONLAND antwoordt dat er komende vanaf de Nassaulaan geen borden staan die
aangeven dat men niet door zou kunnen rijden. De Grote Kerkstraat en de Kaaistraat kennen tijdelijk
eenrichtingverkeer. Het verkeer mag vanaf het oosten de straten inrijden.
Zij vindt het wel een trieste zaak dat niet naar borden wordt gekeken. Daar komen de problemen
door. Zij hoopt dat het zeer snel zal zijn opgelost. De Waterleiding zal over een aantal weken klaar
zijn.
De heer IJZERMANS vraagt bij de politie aandacht te vragen voor de problematiek.
De VOORZITTER zal het signaal naar de politie meenemen.
De heer VAN REUEN merkt op dat hem gisteren twee gevallen gemeld zijn waarbij op een
schriftelijk verzoek geen antwoordkaartje van de gemeente is ontvangen.
De VOORZITTER vraagt in het belang van de betrokkenen om in voorkomende gevallen de
betreffende afdelingen te benaderen.
De heer VAN REUEN stelt dat in het portefeuillehoudersoverleg financiën 7 gemeenten bezwaar
hebben gemaakt tegen de begroting 1996 van het Streekgewest. Wat heeft Steenbergen daar over
gezegd?