5
De heer LAMBERS is van mening dat het college met deze onderhandse aanbesteding het beleid van
de commissievergadering heeft gepasseerd. De commissie heeft in meerderheid gesproken. Het
college dient daar dan gevolg aan te geven. Doet hij dat niet dan zal het college minimaal moeten
uitleggen aan de raad of de commissie waarom het college dat niet heeft gedaan en graag tijdig. De
heer LAMBERS wenst niet in het café geïnformeerd te worden.
De VVD heeft overwogen dit onderwerp in te brengen voor een motie van afkeuring. De politieke
verhoudingen in de raad geven daartoe niet de legitimatie. De VVD ziet daarom af van indiening van
een dergelijke motie. De VVD vindt dat het college op een buitengewone onzorgvuldige wijze met de
uitspraken van de raads- en commissieleden omgaat.
De VOORZITTER merkt op dat voorstellen van een raadscommissie die het beleid bepalen eerst
geplaatst zullen moeten worden binnen de beleidskaders. Dat gebeurt in de junivergadering. Dan zal
duidelijk worden of het aanbestedingsbeleid in Steenbergen een liberalere tint krijgt.
De heer LAMBERS zegt dat de wethouder dit standpunt dan had moeten ventileren in de commissie
vergadering. Zij is op dat moment de vertegenwoordiger van het college.
De VVD wacht inhoudelijk de volgende commissievergadering af. Zij zal dan op argumenten
discussiëren.
De heer DE NEVE informeert waarom te pas en te onpas commissievergaderingen geen doorgang
vinden, in het bijzonder welzijn. Hij stelt daarom nu commissievragen.
Hij stelt de zalenproblematiek in verband met toneelgroep Cameleon aan de orde.
Wethouder REIJNDERS deelt mede dat in 1983 het beleid ten aanzien van het ingebruikgeven van
de burgerzaal is vastgelegd in een verordening. Het college werkt volgens die verordening. Eerst zal
naar vervangende ruimte moeten worden gezocht alvorens de burgerzaal in beeld komt. Het college
onderzoekt momenteel of de multifunktionele zaal gebruikt kan worden.
Naar aanleiding van het toiletgebouw Benedensas vraagt de heer DE NEVE het college om uitleg
waar het geld gebleven is van de voormalige Stichting Vaarroute.
Wethouder REIJNDERS antwoordt dat het bedrag van f 5.500,- verwerkt is in de voorjaarsnota. In
de commissies middelen en welzijn is voldoende gelegenheid daarover vragen te stellen. Ook moet
de voorjaarsnota in juni worden goedgekeurd.
Participeert het college in de nieuwe stichting of vereniging nu de stichting Vaarroute is opgeheven
vraagt de heer De NEVE.
De VOORZITTER antwoordt dat de gemeente voor een aantal jaren donateur is geworden.
Welke legitimatie heeft het college gehad om zonder instemming van de raad dit besluit te nemen
vraagt de heer De NEVE.
De Stichting Vaarroute, aldus de VOORZITTER, heeft opdracht gekregen om met het overblijvende
geld projekten te financieren. Als zodanig heeft het college bij de oplevering van het Bovensas,
bezoekersgedeelte, de drie partijen bij elkaar gebracht. Het college heeft gemeend een goede deal te
sluiten. In de voorjaarsnota zal het college verantwoorden waarom de f 5.500,- graag ter beschik
king zijn gesteld.
Is of wordt er een kontrakt opgemaakt met de participant vraagt de heer DE NEVE. Zo ja, waar is
deze overeenkomst?
Wethouder REIJNDERS zegt toe de stukken, waaronder het kontrakt, voor de commissie welzijn ter
inzage te leggen.
Aan de hand van de nota kunnen vragen worden gesteld.
Wie is er formeel eigenaar van het toiletgebouw Benedensas vraagt de heer De NEVE.
De VOORZITTER antwoordt dat het Hoogheemraadschap en de gemeente het toiletgebouw over
dragen aan Akkermans Rekreatie.
Wanneer kan de heer DE NEVE kennisnemen van de stukken met betrekking tot de herinrichting van
het centrum. Er zijn veel klachten over de overvolle trottoirs. Kan hier op gelet worden?
Wethouder ONLAND antwoordt dat het rapport voorzien van een financieel plaatje vandaag
ontvangen is. Het rapport moet b&w passeren. Daarna zal zo spoedig mogelijk de presentatie naar
bevolking en pers plaatsvinden en behandeling in de commissie en de raad.
Wat betreft de klachten over de trottoirs. De VOORZITTER deelt mede dat er aanstaande dinsdag
een nota in het kader van de APV over deze problematiek in de collegevergadering aan de orde
komt. Er moet loopruimte op de trottoirs overblijven.