10
De heer GORISSEN heeft in de commissies geen advies uitgebracht aan het college omdat
D66/Gemeente Belangen van mening was dat er een aantal punten nog ontbraken. Het was een
gemis dat de verslagen van de werkgroep niet ter inzage gelegen hebben.
Zijn fraktie betreurt verder in hoge mate de uitspraak 'een storm in een glas water'. Zijn fraktie had
die uitspraak niet verwacht. Hij hoopt dat de voorzitter zijn uitspraak kan nuanceren.
D66/Gemeente Belangen is van mening dat het belang van de gebruikers van het zwembad moet
prevaleren. Zijn fraktie is blij met de punten die gewijzigd zijn in het voorstel.
D66/Gemeente Belangen gaat akkoord met het voorstel.
De VOORZITTER stelt dat hij snel in de boom zit als hij in de krant moet lezen dat de ambtenaren
voor vuil op straat worden gezet. Het bestuur is verantwoordelijk, niet de ambtenaren. Hij vond het
te ver gaan dat er zo over de ambtenaren werd gesproken. Er is hier een proces dat vrij lang heeft
gelopen, ruim een jaar, onder voorzitterschap van een lid van het college. Het college was erbij en
verantwoordelijk voor. In dat kader heeft hij gezegd een 'storm in een glas water'.
De heer DE NEVE merkt op dat de notulen van de bewuste commissievergadering welzijn nog niet
zijn goedgekeurd. De voorzitter reageert op een perspublikatie.
De krant zou de zaak niet goed verwoord hebben. De VOORZITTER neemt zijn opmerking graag
terug. Die opmerking heeft hij gemaakt, emotioneel. Hij is zeer direkt ingesprongen voor de
ambtenaren. De heer Rasenberg is op genuanceerde wijze, na bestudering van de stukken,
teruggekomen op het punt dat de verantwoordelijkheid ligt bij het college.
Het college, aldus de VOORZITTER werd gekonfronteerd met meer- en minderwerk. Dit was
allemaal in de commissie en de werkgroep geweest. Het college ging er van uit dat de coalitie goed
geïnformeerd was en ook de commissie welzijn. In één keer werd het college gekonfronteerd met de
exploitatie van de horeca. Het college wenste daar eerst over te praten met de werkgroep. De
VOORZITTER heeft overleg gehad met de werkgroep. De werkgroep heeft aangegeven dat een
14-tal vergelijkbare zwembaden allemaal lichte horeca voeren om een meerwaarde te geven aan die
zwembaden.
Ook de bezetting is besproken. De werkgroep meent dat het heel goed mogelijk is om een deel van
het beschikbare personeel in te zetten voor het horecagedeelte. De werkgroep heeft een groot
primaat gekregen om invulling te geven aan de uitvoering van de renovatie van het zwembad.
Het college is er altijd van uitgegaan dat de verslagen van de werkgroep na goedkeuring ter inzage
werden gelegd voor de leden van de commissie welzijn. In de overgang tussen februari en maart
1995 heeft dit niet plaatsgevonden. De VOORZITTER biedt excuus aan namens het college.
De VOORZITTER betreurt de informatie-achterstand tussen het werk van de werkgroep en de raad.
Als het college dit had vermoed zou hij in maart de raad hebben ingelicht.
In de werkgroep heeft de VOORZITTER namens het college na afweging ingestemd met bestelling
van de apparatuur, gezien de levertijd en de geplande openstelling van het bad op 29 april. Bij de
bestelling is een voorbehoud opgenomen met betrekking tot de goedkeuring door de raad.
De VOORZITTER wil een kompliment geven aan de ambtenaren die in de werkgroep hebben
geanticipeerd. Er is gewerkt met groot enthousiasme en doorzettingsvermogen.
Terugkijkend schaamt wethouder REIJNDERS zich een beetje dat hij het in zijn eerste commissiever
gadering niet voldoende opgenomen heeft voor al die mensen die hard aan de renovatie van het
zwembad gewerkt hebben. Hij komplimenteert hen.
Hij antwoordt de heer Rasenberg dat de voorzitter van de werkgroep ook lid van het college was.
Binnen het college werd over de zaken gesproken. Het besluit om de apparatuur te bestellen en de
horeca in exploitatie te nemen is genomen op 4 april 1995. Daarna is de bestelling verzonden. Het
had niet de voorkeur van de WETHOUDER om de horeca op een later tijdstip te laten beginnen dan
29 april.
Ook de WETHOUDER betreurt het dat de verslagen niet ter inzage hebben gelegen.
Wat de procedure betreft. De WETHOUDER is er van overtuigd dat als die twee voorvallen niet
hadden plaatsgevonden, het vertrek van wethouder Heijmans en de afwezigheid van de heer
Van Kelle, het stuk in maart in de commissie welzijn en de raad zou zijn behandeld.