A
8
Het ging hier niet om een gevoel, maar om konkrete zaken. De apparatuur was immers al besteld.
De Werknemers Partij Steenbergen vindt dat het college in deze zaak buiten haar boekje is gegaan.
'Waarom is er in de commissie welzijn geen gelegenheid geweest om te spreken over de invulling
van het horecagedeelte?' Het snoepwinkeltje op de zonneweide kan ook worden bestempeld als
horecafunktie. Als teruggekoppeld was vanuit de werkgroep zwembad naar de welzijnscommissie
had deze ophef over dit voorstel niet nodig geweest. Hiermee loopt het college het gevaar dat op
zich een goed voorstel afgewezen wordt. Nu speelt zich een welles nietes spel af over de verslagen
van de werkgroep zwembad, die wel of niet ter inzage gelegd zijn. Kortom, de invulling van de
horecafunktie had op zijn minst explicieter aan de orde moeten komen.
Wat betreft het voorstel. De Werknemers Partij Steenbergen gaat akkoord met het meer-/minder-
werk, alhoewel dit moeilijk los gezien kan worden van de horeca-invulling. Immers ook hier is
meerwerk voor verricht. Het college verwijst in zijn voorstel naar een raadsbesluit van 31 maart
1994 waar de raad akkoord is gegaan met een horecafunktie. Die horecafunktie vond de Werkne
mers Partij Steenbergen een vage term. Het snoepwinkeltje kan ook zo worden betiteld. Dit
argument vindt haar fraktie te zwak.
De prijzen van de apparatuur. In het voorstel schrijft het college dat het mogelijk goedkoper kan,
maar dat de service dan minder zal zijn. 'Heeft het college dit nagevraagd?'
Het verpachten van de ruimte. 'Als de exploitatie tegenvalt, hoe denkt het college dan een onderne
mer te vinden?
'Hoe gemakkelijk worden de extra personeelskosten terugverdiend?'
Haar fraktie is tegen de verkoop van bier in het zwembad. De gemeente heeft hier een voorbeeld-
funktie. Verschillende ouders zijn bezorgd omdat juist jongeren die veelvuldig het zwembad
bezoeken op een leeftijd zijn waarin ze extra gevoelig zijn om met de consumptie van alcohol te
beginnen. De gemeente kan deze verantwoordelijkheid niet nemen. Het college heeft gelukkig het
voorstel aangepast.
Na wikken en wegen en veel gesprekken heeft de Werknemers Partij Steenbergen besloten toch
akkoord te gaan met het voorstel. Haar fraktie maakt zich wel zorgen over de gecombineerde
funktie kassa/horeca en vraagt het college in deze extra de vinger aan de pols te houden. Zodra van
enige moeilijkheden sprake is door de combinatie van deze funktie wil de Werknemers Partij
Steenbergen dat het college ingrijpt.
Haar fraktie gaat akkoord met het voorstel omdat op zich een goed voorstel niet door een procedu
refout afgewezen mag worden. De gebruikers van het gemeentezwembad worden hiermee een
dienst bewezen.
Haar fraktie voelt zich door de opmerking van het college op pagina 4 in deze niet aangesproken,
omdat de Werknemers Partij Steenbergen zich in haar opmerkingen steeds gericht heeft tot het
college.
Tijdens de commissievergaderingen heeft de heer LAMBERS de volgende opmerkingen gehoord: 'het
gaat om het spel en niet om de knikkers' en 'we laten ons dit niet door de strot duwen'. Kennelijk is
besturen niet altijd de rug recht houden. Hij spreekt verder:
'Het is verbazend te constateren, de wijze waarop het college dit onderwerp op de agenda voor de
gemeenteraad van april 1995 heeft geplaatst. De VVD-fraktie kan in grote lijnen meegaan met de
aanpassingen die nodig zijn om het zwembad op behoorlijk en gewenst niveau te brengen. Het is
echter opmerkelijk, dat met betrekking tot de aanschaf van diverse voorzieningen ten behoeve van
horeca, de raad wordt gevraagd in te stemmen met een kredietverlening van f 19.615,- voor de
aanschaf van keukenapparatuur.
Voor deze aanschaf was nooit de instemming gevraagd van de raad en evenmin werd hierover zelfs
gesproken. Ja, weliswaar tussen het college en de werkgroep, maar niet met de raad. Dit klemt
temeer, omdat blijkens de onderliggende stukken de aanschaffingen werden gedaan door het
college, nadat reeds op 9 december 1994 bij een leverancier offerte werd gevraagd voor de
apparatuur.
In de daaropvolgende periode van bijna vier maanden wist uw college van de aanschaffingen, maar
verzuimde het college de raad te informeren. Het is niet, zoals door uw college werd begrepen van
sommige raadsleden, althans als zodanig verwoord door de loco-gemeentesekretaris in de commissie
middelen, dat de ambtenaren hier verwijtbare fouten hebben gemaakt; neen, het college is hier in
haar volle breedte verantwoordelijk. Het argument, dat de voormalige wethouder van welzijn en
middelen plotseling weg ging en daardoor over het hoofd werd gezien de raad te informeren, vindt
geen grond. Het college bleef in meerderheid intact en het bestuur is continu.